1.2 Herhaling machtige mannen in de Republiek
1 / 14
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Gouden Eeuw
Welke eeuw was de Gouden Eeuw?
Welke eeuw was de Gouden Eeuw?
A
14e eeuw
B
15e eeuw
C
16e eeuw
D
17e eeuw
Slide 6 - Quizvraag
Wie bestuurden de gewesten in de Gouden Eeuw?
A
Stadhouders
B
Gewone burgers
C
Winkeleigenaren
D
Loonarbeiders
Slide 7 - Quizvraag
Wat is de naam van de bestuurders in de Gouden Eeuw?
A
Ministers
B
Stadhouders
C
Regenten
D
Koningen
Slide 8 - Quizvraag
Wat is géén oorzaak van de Gouden Eeuw?
A
technische uitvindingen
B
val van Antwerpen, 1585
C
geen oorlogshandelingen in Holland ná 1576
D
de feodale traditie in Holland
Slide 9 - Quizvraag
Wat zijn de gewestelijke staten?
A
Een vergadering van de geestelijkheid en de adel.
B
Een vergadering van de koning en zijn adviseurs.
C
Een vergadering van adel, geestelijkheid en burgers.
D
Een vergadering van alle 17gewesten.
Slide 10 - Quizvraag
Wat is een "raadspensionaris"?
A
De hoogste ambtenaar van het gewest Holland
B
De minister-president van de Republiek
C
De belangrijkste adviseur van de stadhouder
D
De voorzitter van de raad van regenten.
Slide 11 - Quizvraag
Welke functie had Johan van Oldenbarnevelt in de Nederlandse politiek?
A
Stadhouder
B
Raadpensionaris
C
Landvoogd
D
Landsheer
Slide 12 - Quizvraag
Wat is een stadhouder?
A
De voorzitter van de Staten-Generaal
B
Net zo machtig als een raadspensionaris
C
De baas over het leger en de vloot
D
Een regent en de baas over een gewest
