3-14 M2F lv, mv

Lijdend voorwerp en meewerkend voorwerp

Je kan het lijdend voorwerp en het meewerkend voorwerp aanwijzen in een zin.
Je kan een zin volledig ontleden.
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Lijdend voorwerp en meewerkend voorwerp

Je kan het lijdend voorwerp en het meewerkend voorwerp aanwijzen in een zin.
Je kan een zin volledig ontleden.

Slide 1 - Tekstslide

Wat is het lijdend voorwerp?
'Koning Willem-Alexander geeft aanstaande maandag een lintje aan een Nederlandse oorlogsheld.'

Slide 2 - Open vraag

Wat is het meewerkend voorwerp?
'Koning Willem-Alexander geeft aanstaande maandag een lintje aan een Nederlandse oorlogsheld.'

Slide 3 - Open vraag

Lesdoelen:
  1. Je kan het lijdend voorwerp en het meewerkend voorwerp aanwijzen in een zin.
  2. Je kan een zin volledig ontleden.
Klaar!
Kies één van deze twee links en lees de tekst.

Slide 4 - Tekstslide

Lijdend voorwerp
Een lijdend voorwerp ondergaat de handeling. 
Je kan het lijdend voorwerp dus vinden door de vraag te stellen:
wie/wat + gezegde + onderwerp?

Slide 5 - Tekstslide

Noteer het lijdend voorwerp uit deze zinnen:

1. De zon geeft ons energie.
2. Hij laat al zijn geld na aan goede doelen.

Slide 6 - Open vraag

Meewerkend voorwerp
Een meewerkend voorwerp is degene die iets ontvangt of van wie iets afgenomen wordt.
Je vindt een meewerkend voorwerp dus door de vraag te stellen:
aan wie/voor wie + gezegde + onderwerp (+ lijdend voorwerp)?

Slide 7 - Tekstslide

Noteer het meewerkend voorwerp uit deze zinnen:

1. De zon geeft ons energie.
2. Hij laat al zijn geld na aan goede doelen.

Slide 8 - Open vraag

Slide 9 - Tekstslide

Aan het werk
Route A: extra oefenen met lijdend voorwerp en meewerkend voorwerp. Maak het oefenblad van de vorige les af en kijk na.

Route B: controleren of je alles snapt. Maak de oefentoets.

Slide 10 - Tekstslide