Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Welkom H22 ma 30-09-2024
Welkom H22 ma 30-09-2024
Vandaag:
-Even oefenen Tekstverbanden en signaalwoorden
-Nakijken huiswerk opdr 2 en 3 blz 18 tm 20
-Maken opdr 4 en 5 blz 20
-Lezen (voor je boekenpitch)
1 / 21
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
In deze les zitten
21 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
45 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Welkom H22 ma 30-09-2024
Vandaag:
-Even oefenen Tekstverbanden en signaalwoorden
-Nakijken huiswerk opdr 2 en 3 blz 18 tm 20
-Maken opdr 4 en 5 blz 20
-Lezen (voor je boekenpitch)
Slide 1 - Tekstslide
In een
opsommend verband
worden dingen achter elkaar opgenoemd. Welke
signaalwoorden
horen hierbij?
In een
tegenstellend verband
worden tegenovergestelde zaken genoemd. Welke
signaalwoorden
horen hierbij?
Een
chronologisch verband
beschrijft gebeurtenissen in de juiste tijdsvolgorde. Welke
signaalwoorden
horen hierbij?
vroeger, later, nu, eerst.
daarna, nadat
maar, tegenover, daarentegen
ten eerste, ten tweede, om te beginnen.
toch, echter,
bovendien, ook (nog), verder
aan de ene kant, aan de andere kant
vervolgens, terwijl, dadelijk
hoewel, ondanks dat
Slide 2 - Sleepvraag
Welk tekstverband hoort bij de signaalwoorden
zo als, zoals, denk aan?
Slide 3 - Open vraag
Bij een
conclusie
wordt een conclusie getrokken uit eerdere informatie in de tekst.
Noem drie signaalwoorden die bij dit verband horen.
Slide 4 - Open vraag
Bij een
samenvattend verband
wordt een verkorte weergave van informatie uit de tekst gegeven.
Noem twee signaalwoorden die bij dit verband horen.
Slide 5 - Open vraag
Tekstverbanden en signaalwoorden
Tekstverband
Signaalwoorden
Bij een
Concluderend verband
wordt een conclusie getrokken uit eerdere informatie in de tekst.
dus, daarom, dat houdt in, kortom, concluderend, al met al.
Een
redengevend verband
geeft aan waarom iemand iets doet of vindt.
omdat, daarom, dus, want, de reden, hiervoor is, dankzij
Een
oorzakelijk verband
toont waardoor iets gebeurt (buiten iemands wil).
doordat, daarvoor, als gevolg van, dat komt door, het gevolg is, dus, dankzij.
vwo: Met een
vergelijkend verband
maakt de auteur iets duidelijk door een verschil of een overeenkomst te noemen.
in vergelijking met, (net) als, evenals, zoals, meer/groter/ beter dan, vergeleken met.
Slide 6 - Tekstslide
Tekstverbanden en signaalwoorden 2: Vwo
Tekstverband
Signaalwoorden
Een
Doel-middelverband
geeft aan welk middel wordt gebruikt om een bepaald doel te bereiken.
aan de hand van, zodat, om te, door middel van, met, met behulp van, middels, opdat.
Bij een
Samenvattend verband
wordt een verkorte weergave van informatie uit de tekst gegeven.
Kortom, samengevat, met andere woorden, al met al.
Een
voorwaardelijk
verband
maakt duidelijk onder welke voorwaarden iets gebeurt.
als (...dan), indien, tenzij, wanneer, mits.
Bij een
toegevend verband
wordt een andere kant van de zaak aangegeven. (De toegeving kan ook achteraan staan).
ook al, zij het (dat), weliswaar, (al) hoewel, ofschoon, desondanks, niettemin.
Slide 7 - Tekstslide
Noem drie signaalwoorden van een doel-middel verband
Slide 8 - Open vraag
Noem drie signaalwoorden van een samenvattend verband
Slide 9 - Open vraag
Hij gebruikt zijn paraplu om niet nat te worden in de regen.
Welk tekstverband?
A
vergelijkend verband
B
samenvattend verband
C
doel-middel verband
Slide 10 - Quizvraag
Hij gebruikt zijn paraplu om niet nat te worden in de regen.
Wat is het doel en wat is het middel?
A
doel = regen, middel = paraplu
B
doel = paraplu, middel = regen
C
doel = niet nat worden, middel = paraplu
D
doel = nat worden, middel = paraplu
Slide 11 - Quizvraag
De meisjes zijn beter in dansen dan de jongens.
Welk tekstverband?
A
doel-middel verband
B
vergelijkend verband
C
samenvattend verband
D
toelichtend verband
Slide 12 - Quizvraag
De meisjes zijn beter in dansen dan de jongens.
Welk(e) signaalwoord(en)?
A
zijn beter
B
beter
C
dan
D
beter dan
Slide 13 - Quizvraag
Ik denk vaak aan mijn vakantie in Spanje, bijvoorbeeld aan de mooie stranden daar. Welk tekstverband?
A
tegenstellend verband
B
toelichtend verband
C
opsommend verband
D
chronologisch verband
Slide 14 - Quizvraag
Ik denk vaak aan mijn vakantie in Spanje, bijvoorbeeld aan de mooie stranden daar. Welk signaalwoord?
A
vaak
B
denk aan
C
mooie stranden
D
bijvoorbeeld
Slide 15 - Quizvraag
Dit was een heel verhaal over de diefstal. Al met al een heel vervelende gebeurtenis. Welk tekstverband?
A
vergelijkend verband
B
doel-middel verband
C
samenvattend verband
D
chronologisch verband
Slide 16 - Quizvraag
Dit was een lang verhaal over de diefstal. Al met al een hele vervelende gebeurtenis.
Welk(e) signaalwoord(en)?
A
al met al
B
hele
C
lang verhaal
D
al
Slide 17 - Quizvraag
Fien eet veel meer pizza dan Tobias.
Welk tekstverband?
A
vergelijkend verband
B
doel-middel verband
C
toelichtend verband
D
opsommend verband
Slide 18 - Quizvraag
Fien eet veel meer pizza dan Tobias.
Welk(e) signaalwoord(en)?
A
eet veel
B
dan
C
meer
D
meer dan
Slide 19 - Quizvraag
Hij heeft een electrische fiets, zodat hij sneller op school is.
Welk tekstverband?
A
opsommend verband
B
doel-middel verband
C
tegenstellend verband
D
chronologisch verband
Slide 20 - Quizvraag
Hij heeft een electrische fiets, zodat hij sneller op school is.
Welk signaalwoord?
A
op
B
sneller
C
zodat
D
fiets
Slide 21 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
DEF V2_Lezen H3 + H4 herhaling pwwstof periode 2
Februari 2023
- Les met
51 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1,2
H1d leesvaardigheid week 11
Maart 2021
- Les met
24 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Signaalwoorden
Februari 2024
- Les met
11 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Het beschrijvend verband
Maart 2021
- Les met
11 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Tekstverbanden en signaalwoorden
Februari 2024
- Les met
16 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Tekstverbanden en signaalwoorden
November 2024
- Les met
11 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
25/9 Leesvaardigheid 1: tekstverbanden + signaalwoorden
September 2023
- Les met
16 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
25/9 Leesvaardigheid 1: tekstverbanden + signaalwoorden
September 2024
- Les met
15 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2