2V Erfelijkheid deel 2 mitose meiose

Vandaag: Hoe ontstaan nieuwe cellen met de juiste hoeveelheid DNA?
Leerdoelen
Herhaling vorige les
Uitleg en vragen van mevrouw Vervoort
Opdrachten maken

1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Vandaag: Hoe ontstaan nieuwe cellen met de juiste hoeveelheid DNA?
Leerdoelen
Herhaling vorige les
Uitleg en vragen van mevrouw Vervoort
Opdrachten maken

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
Na deze les, kun je:
  • De gewone celdeling (mitose) beschrijven.
  • Aangeven dat er in geslachtscellen, die ontstaan na de meiose, 23 chromosomen in de kern zitten.
  • Benoemen dat een man de geslachtschromosomen XY heeft en een vrouw de geslachtschromosomen XX
  •  Benoemen dat een man een zaadcel met een X-chromosoom of een Y-chromosoom maakt en een vrouw een eicel met een X-chromosoom.

Slide 2 - Tekstslide

DNA
chromosoom
celkern
cel
gen

Slide 3 - Sleepvraag

Een ... voor blauwe ogen
A
allel
B
gen

Slide 4 - Quizvraag

Een ... voor huidskleur
A
allel
B
gen

Slide 5 - Quizvraag

Het hebben van een allel voor vaste oorlellen
A
genotype
B
fenotype

Slide 6 - Quizvraag

Bruine ogen hebben
A
genotype
B
fenotype

Slide 7 - Quizvraag

Hoeveel chromosomen bevatten je levercellen?
A
46
B
23
C
47
D
24

Slide 8 - Quizvraag

Hoeveel chromosomen bevatten je huidcellen?
A
46
B
23
C
47
D
24

Slide 9 - Quizvraag

Hoeveel chromosomenparen bevatten je huidcellen?
A
46
B
23
C
47
D
24

Slide 10 - Quizvraag

Uitleg van mevrouw Vervoort: Hoe krijg je nieuwe cellen met de juiste hoeveelheid DNA? Hoe krijgt een kind zijn DNA van zijn ouders?

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Aan het einde van de mitose is/zijn er:
A
1 lichaamscel
B
2 lichaamscellen
C
3 lichaamscellen
D
4 lichaamscellen

Slide 16 - Quizvraag

Bij mitose
A
Blijft het aantal chromosomen gelijk
B
Neemt het aantal chromosomen af
C
Neemt het aantal chromosomen toe

Slide 17 - Quizvraag

De hoeveelheid chromatiden in een cel is het hoogst
A
Na de chromosoom verdubbeling
B
Voor de chromosoom verdubbeling
C

Slide 18 - Quizvraag

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

De geslachtschromosomen van een man zijn:
A
XXY
B
XX
C
YY
D
XY

Slide 21 - Quizvraag

De geslachtschromosomen van een vrouw zijn:
A
XXY
B
XX
C
YY
D
XY

Slide 22 - Quizvraag

Hoe wordt deze afbeelding genoemd?
A
Chromosomenportret
B
Celfie
C
Chromogram
D
Karyogram

Slide 23 - Quizvraag

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Bij bevruchting:
A
Blijft het aantal chromosomen gelijk
B
Neemt het aantal chromosomen toe
C
Neemt het aantal chromosomen af

Slide 26 - Quizvraag

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Meiose maakt
A
2 Lichaamscellen
B
2 Geslachtscellen
C
4 Lichaamscellen
D
4 Geslachtscellen

Slide 30 - Quizvraag

Bij meiose:
A
Blijft het aantal chromosomen gelijk
B
Neemt het aantal chromosomen toe
C
Neemt het aantal chromosomen af

Slide 31 - Quizvraag

Slide 32 - Tekstslide

Hoe zou je de bevruchting van een eicel weer kunnen geven op chromosomenniveau?
A
46 - 23 = 23
B
23 + 23 = 46
C
92 - 46 = 46
D
46 + 46 = 92

Slide 33 - Quizvraag


Waar vindt geen mitose plaats?
A
Het ontstaan van een huidcel in de huid van een olifant.
B
Het ontstaan van een botcel in de poot van een hond.
C
Het ontstaan van levercel in je eigen lever.
D
Het ontstaan van een eicel of zaadcel.

Slide 34 - Quizvraag

Ze je in de afbeelding hiernaast de meiose of mitose?
Ze je in de afbeelding hiernaast de meiose of mitose?
A
Meiose
B
Mitose
C
Beiden
D
Niet te zeggen

Slide 35 - Quizvraag

Wat zie je op de afbeelding?
A
mitose
B
meiose
C
bevruchting

Slide 36 - Quizvraag

Mitose
Meiose
gewone celdeling
reductiedeling
46 --> 46 + 46
46 --> 23 + 23
in de geslachtscellen
in alle andere cellen

Slide 37 - Sleepvraag

Opdrachten maken
Wat: Maak de opdrachten van 11.2
Hoe: Tweetallen
Hoe lang: De rest van de les
Hulp: Lees delen 5, 6, 7, 8, 9, 10 uit het tekstboek op de ELO
Resultaat: Het wordt huiswerk

Klaar? Kijk het na via de ELO

Slide 38 - Tekstslide