1.6 Meiose

H1 Organen en cellen
1.6 Reductiedeling (Meiose)
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

H1 Organen en cellen
1.6 Reductiedeling (Meiose)

Slide 1 - Tekstslide

Waar zit het DNA van de mens?
A
Cytoplasma
B
Celkern
C
Kernmembraan
D
Celmembraan

Slide 2 - Quizvraag

Wat is de functie van DNA?
A
Het regelt celdeling.
B
Het bevat erfelijke informatie en eigenschappen.
C
Het maakt chromosomen zichtbaar.
D
Het kleurt je ogen.

Slide 3 - Quizvraag

Aan het einde van de les...
- Kun je beschrijven hoe een reductiedeling (meiose) verloopt, wat het doel van de meiose is en wat de kenmerken ervan zijn.
- Kun je de verschillen in de bouw van zaadcellen en eicellen noemen.
- Kun je beschrijven hoe geslachtschromosomen het geslacht van een mens bepalen.

Slide 4 - Tekstslide

Gewone celdeling (mitose)
Simpele versie:

Slide 5 - Tekstslide

Gewone celdeling (mitose)
Iets moeilijkere versie:
Spiraliseren
Chromosomen 'krullen' op en worden korter en dikker. Hierdoor kun je ze ook onder een microscoop zien.

Slide 6 - Tekstslide

Mitose is?
A
Reductiedeling
B
Een ander woord voor DNA
C
Gewone celdeling
D
Meiose

Slide 7 - Quizvraag

Ontstaan van nieuwe cellen 
mitose - Alle soorten lichaamscellen, behalve geslachtscellen 
meiose - geslachtscellen (eicel en zaadcel)

Slide 8 - Tekstslide

De geslachtscellen
Eicellen              -              Zaadcellen
Groot                   -              Klein
Geen staart      -              Met zweepstaart

Slide 9 - Tekstslide

mitose / meiose 
Bij mitose ontstaan 2 lichaamscellen met in elke cel de chromosomen in paren 
23 x 2= 46 chromosomen 

Bij meiose ontstaan 4 geslachtscellen met van elk chromosoom maar eentje
 1x23 = 23 chromosomen

Slide 10 - Tekstslide

De meiose (reductiedeling)
Doel: Maken van geslachtscellen

Slide 11 - Tekstslide

Wat is een ander woord voor Meiose?
Wat ontstaat bij Meiose?
A
Gewone celdeling, er ontstaan gewone cellen
B
Gewone celdeling, er ontstaan eicellen en zaadcellen
C
Reductiedeling, er ontstaan gewone cellen
D
Reductiedeling, er ontstaan eicellen en zaadcellen

Slide 12 - Quizvraag

Bij meiose ...
A
Blijft het aantal chromosomen gelijk.
B
Wordt het aantal chromosomen gehalveerd.

Slide 13 - Quizvraag

Geslachtschromosomen   XX en XY
xx= meisje   xy=jongen 
Welk chromosoom bepaald het geslacht? 
Hoeveel procent kans dat de baby een meisje is? 
Hoeveel procent kans dat de baby een jongen is? 

Slide 14 - Tekstslide

Ze je in de afbeelding hiernaast de meiose of mitose?
Ze je in de afbeelding hiernaast de meiose of mitose?
A
Meiose
B
Mitose
C
Beiden
D
Niet te zeggen

Slide 15 - Quizvraag

Zelfstandig werken
- Werk aan de opdrachten 1.6.
- Klaar? Doe de test jezelf van 1.6.
- Overleggen mag met je buurman of buurvrouw.

Succes! 

Slide 16 - Tekstslide

Door welke twee processen kun je de chromosomen tijdens de mitose ook onder een microscoop zien?

Slide 17 - Open vraag

De kerndeling gebeurt na de celdeling.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 18 - Quizvraag