Proeftoets
1 / 16
Lesduur is: 50 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Aan een […] zie je met welk verband je in een tekst te maken hebt.
Slide 2 - Open vraag
Hij neemt een tas, mand, hond en papier mee.
Dit is een voorbeeld van een....
Dit is een voorbeeld van een....
Slide 3 - Open vraag
Wat is een voorbeeld van een instructie?
A
Stappenplan
B
Krantartikel
C
Tijdschrift
Slide 4 - Quizvraag
Als het onderwerp [enkelvoud / meervoud] is, moet je de persoonsvorm in het meervoud schrijven.
A
enkelvoud
B
meervoud
Slide 5 - Quizvraag
[Wil / Willen] de vader en moeder van Christian hun zoon ophalen uit de ballenbak?
A
Wil
B
Willen
Slide 6 - Quizvraag
De brandweer [bluste / blusten] de bermbrand binnen tien minuten.
A
bluste
B
blusten
Slide 7 - Quizvraag
In het zeeaquarium [zwom / zwommen] net een school piranha’s voorbij.
A
zwom
B
zwommen
Slide 8 - Quizvraag
Verbeter het woord dat fout gespeld is van de onderstaande zin. Als alles goed is, vul je "ja" in.
Het korfbalteam speelden zo sterk dat de tegenstanders geen kans hadden.
Het korfbalteam speelden zo sterk dat de tegenstanders geen kans hadden.
Slide 9 - Open vraag
Als er één werkwoord in de zin staat, is dat het voltooid deelwoord.
A
waar
B
niet waar
Slide 10 - Quizvraag
Waarom heeft Rogier nooit zijn ongelijk […] (toegeven)?
Slide 11 - Open vraag
De examenkandidaten zijn goed […] (motiveren) voor hun toetsen.
Slide 12 - Open vraag
De crimineel heeft waarschijnlijk zijn advocaat […] (omkopen).
Slide 13 - Open vraag
De patiënt is gelukkig goed […] (herstellen) van zijn operatie.
Slide 14 - Open vraag
Lisa Weesies […] (verhuizen) komende zomer naar Sneek.
