Test chapitre 2HV B

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Test chapitre 2

Bij deze test heb je een blaadje nodig voor aantekeningen.

Bonne chance!

L'arbitre

L’équipe

Le ballon

Le cinéma 

Le portable

Les jeux vidéo 

Le futur proche

Leg uit hoe je de futur proche maakt in het NL en gebruik een voorbeeld in het Frans.

Zet de zin in de juiste volgorde:
faire du sport - samedi - nous - à Utrecht - allons

Zet de zin in de juiste volgorde:
les jeux videos - ils - jouer - vont - dimanche

Zet de zin in de juiste volgorde:
vais - un but - marquer - pendant le match - je

Le passé composé 

Wanneer gebruik je de passé composé en hoe maak je passé composé?

Texte

- Pak een blaadje

- Noteer hierop de werkwoorden die in de passe compose staan. 

- Dat zijn de antwoorden voor de volgende slide.

Bijvoorbeeld: 

j'ai parlé

Noteer hieronder de werkwoorden die in de passé composé uit de tekst met de vertaling erbij.

Texte

- Pak een blaadje

- Noteer hierop de zelfstandige naamwoorden met het bijvoeglijk naamwoord erbij. 

- Dat zijn de antwoorden voor de volgende slide.

Bijvoorbeeld: 

une voiture rouge 

Noteer hieronder de bijvoeglijke- en zelfstandige naamwoorden uit de tekst met de vertaling erbij.

L'adjectif

Wat is dit? Beschrijf in het Frans.
groot - wit - bal

Wat is dit? Beschrijf in het Frans.
blauwe - jong - team.

Expressions

Qu'est-ce qu'ils font comme sport?
Geef antwoord in het Frans in een hele zin.

Quelle est sa passion?
Geef antwoord in het Frans in een hele zin.

Geef antwoord op de vraag:
Qu'est-ce que tu as fait pendant le weekend?

Une vidéo

Kijk het filmpje en maak aantekeningen op een blaadje.

Wat kom je te weten over Louis et Étienne?

Denk aan de vragen: wat, wanneer, waar?

Let op: als je deze slide wegklikt, kan je niet meer terug naar het filmpje.

Wat zijn de hobby's van Louis? Wanneer doet hij zijn hobby's? En waar?

Wat zijn de hobby's van Étienne? Wanneer doet hij zijn hobby's? En waar?

La fin! 

Goed gedaan! Je bent nu klaar met de test.