Dichten met liefde

Het geheim van poëzie
Wat is poëzie? Wie zal het zeggen?
Niet de roos, maar de geur van de roos.
Niet de lucht, maar het licht in de lucht.

E. Farjeon,
vrij vertaald door Jan van Coillie
1. 
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwo

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Het geheim van poëzie
Wat is poëzie? Wie zal het zeggen?
Niet de roos, maar de geur van de roos.
Niet de lucht, maar het licht in de lucht.

E. Farjeon,
vrij vertaald door Jan van Coillie
1. 

Slide 1 - Tekstslide

Liefde in de zomer
‘Hm, ik ruik de zomer.’ zei je,
terwijl je me in de ogen keek
Mijn groene jurkje wapperde
met hetzelfde ritme als jouw haren
‘Ik ook.’ zei ik zachtjes,
maar het enige wat ik rook was liefde
Het gras waaide met mijn groene jurkje mee
en omhelsde langzaam mijn blote tenen
Precies zoals jij me omhelsde
Met je zachte armen
We roken liefde in de zomer.

Denies Harmsen, Doe Maar Dicht Maar 2013
1,71
Ik ken jou
Hoofd, schouders, knieën, teen
de stressvlek in je nek
en het trillen van je been
De glinstering in je ogen
en de woorden op je tong
De sproetjes op je neus
waar ik nog liedjes over zong
Ik ken je handen
koud maar veilig
De eerste haartjes op je kin
het puntje van je neus
en je hoofd van binnenin
Ik ken je lijfgeur als geen ander
Jouw lippen op mijn mond
Jouw 1,71
Mijn voeten van de grond

Demi Baltus, Doe Maar Dicht Maar 2014
2.

Slide 2 - Tekstslide

Schrijf op waar je aan denkt bij deze woorden. 
Schrijf de volgende woorden op in je schrift. 
Schrijf vervolgens associaties om de woorden heen in een zogenaamd woordweb:
Horizon
Begrijpen
Huppelen
Kracht
3. 

Slide 3 - Tekstslide

Jij
Ik heb van je gehouden
elke stap draagt met zich mee:
ik hield van je, ik hield van je …
je snapte wat ik niet begreep
maar nu is het moment
dat ik meer begrijp dan jij;
zonder het te weten
loop ik je horizon voorbij
je vloeit een beetje na
in alles wat ik zeg
maar nu huppelen mijn stappen:
bedankt dat je er was …
je gaf me iets wat ik niet had
je gaf me kracht

Marie-Henriëtte Zuijdwijk, Doe Maar Dicht Maar 2013
4. 

Slide 4 - Tekstslide

Schrijf nu zelf één dichtregel op over de liefde. Gebruik hiervoor minstens één woord
van je associatiewoorden bij stap 3.

5. 

Slide 5 - Tekstslide

Schrijf op aan welke tegenovergestelde woorden je denkt bij deze woorden. Schrijf je
associaties om de woorden heen in een zogenaamd woordweb.
Allebei
Seconde
Zoen
Genoeg
6. 

Slide 6 - Tekstslide

1 jongen
Tegenover mij
2 ogen
Schitteren in die van mij
3 straatlantarens
Boven ons allebei
4 voeten
Op de straat
5 woordjes
Zacht in mijn oor
6 hartslagen
Per seconde
7 dagen
Gewacht op jou
8 waarschuwingen
Van mijn ouders
9 treinkaartjes
Op weg naar jou
10 vingers
Op mijn rug
Maar 1 zoen is genoeg
Ruth Broekema, Doe Maar Dicht Maar 2011
7. 

Slide 7 - Tekstslide

Schrijf nu weer één dichtregel op over de liefde. Gebruik hiervoor minstens twee
woorden van je associatiewoorden bij stap 6.
8. 

Slide 8 - Tekstslide

Blote voeten
ik werd verliefd
op het groen van de bomen
en op het gras dat tussen je tenen kietelt
als je op blote voeten tussen
de koeien loopt
ik werd verliefd
op de zachte wind langs je armen
en de zoete geur van regen
die in de lucht hangt
ik werd verliefd
op de onzichtbare man die
door de grachten danst
van mijn Amsterdam
ik werd verliefd
op het idee van liefhebben
op het idee van veilig
bij iemand die meer van jou houdt
dan van zichzelf
Manon Werst, Doe Maar Dicht Maar 2014
9. 

Slide 9 - Tekstslide

(dat soort dingen)
ik neem alle lieve woorden die ik ooit tegen je zei
(zoals dat ik nooit geloofd had
dat het mogelijk was
om iemand zo enorm leuk te vinden
als ik jou vond en hoe het leek
alsof we elkaar al eeuwen kenden
zelfs al was dat helemaal niet zo
maar ook dingen als dat jij de enige was
die alles van me wist en
waar ik me niet voor schaamde want
jij vond me mooi zei je
en ik jou ook
en ik was er niet zeker van dat
ik ooit nog zonder je zou kunnen)
terug.
bij dezen zijn ze weer van mij

Lotte Claassen, Doe Maar Dicht Maar 2014
10. 

Slide 10 - Tekstslide

Zelf dichten!
Tips en spelregels:
1. Het gedicht heeft minimaal acht regels
2. Vergeet alle afgezaagde liefdesgedichten die je kent
3. Inspiratie nodig? Gebruik je associatiewoorden en je afbeeldingen. Je mag ook naar
de gedichten kijken die in deze les besproken zijn
4.  Rijmen hoeft niet. Te veel rijm maakt het gedicht juist voorspelbaar en saai.
5. Maak de regels van het gedicht niet te lang
6.  Gebruik eventueel een witregel in het gedicht om strofes van elkaar te scheiden
7. Het kan mooi zijn om een regel in je gedicht nog een keer te herhalen
8. Probeer een bijzondere afsluitende regel te bedenken
Succes!
10. 

Slide 11 - Tekstslide