Voeten Wassen

Petrus
Collecte
Wat heb je afgelopen week beleefd
Filmpje + Bijbelgedeeltes
Drinken + koekje
Spel
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
GodsdienstBasisschoolGroep 6-8

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 12 videos.

Onderdelen in deze les

Petrus
Collecte
Wat heb je afgelopen week beleefd
Filmpje + Bijbelgedeeltes
Drinken + koekje
Spel

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Afspraken Chromebook
Alleen LessonUp – GEEN SPELLETJES
Geen schermen draaien
Geen instellingen veranderen zoals de touchpad(muis)
Achtergrond laten staan
Chromebook gaat dicht en lever je bij mij in als jij niet fatsoenlijk mee doet.
Vergrootglas + Shift + Spatie (en even wachten) geeft de smileys
En een duidelijke naam

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Petrus
‘O nee,’ zei Petrus, ‘............................, nooit!’ 

Slide 5 - Tekstslide

Waar zal het over gaan vandaag?
‘O nee,’ zei Petrus, ‘............................, nooit!’

Slide 6 - Woordweb

Slide 7 - Video

1 Samuel 25 – (koning David)
In Karmel aangekomen zeiden Davids dienaren tegen Abigaïl: ‘David heeft ons gestuurd om u te vragen zijn vrouw te worden.’ Abigaïl knielde neer, boog diep voorover en zei: ‘Ik ben uw dienares. 
Ik ben bereid de slavin te zijn die de voeten wast van de dienaren van mijn heer.’ Snel maakte ze zich klaar om te vertrekken. Toen reed ze op haar ezel, met vijf slavinnen in haar gevolg, achter de boden van David aan en werd zijn vrouw.

Slide 8 - Tekstslide

Stel : je bent een slaaf bij een Israëliet. Dat betekend:
A
Dat je slecht wordt behandeld
B
Dat je goed wordt behandeld
C
Dat je weinig te eten krijgt

Slide 9 - Quizvraag

Stel : je bent een slaaf bij een Israëliet. Dat betekend:
A
Dat je weinig te eten krijgt
B
Je komt nooit meer vrij
C
Dat je voldoende eten krijgt

Slide 10 - Quizvraag

Stel : je bent een slaaf bij een Israëliet. Dat betekend:
A
Je kan je vrijheid terug verdienen
B
Je komt nooit meer vrij
C
Dat je voldoende eten krijgt
D
Je hebt schulden, daarom ben je in dienst

Slide 11 - Quizvraag

Stel : je bent een slaaf bij een Israëliet. Dat betekend:
A
Je moet de gasten goed behandelen
B
Je bent betrouwbaar naar je "eigenaar"
C
Je kan je vrijheid terug verdienen
D
In het Jubeljaar ben je vrij

Slide 12 - Quizvraag

Slide 13 - Video

Slide 14 - Video

Slide 15 - Video

Slide 16 - Video

Genesis 18 2-4
Toen hij opkeek, zag hij even verderop plotseling drie mannen staan. Onmiddellijk snelde hij de tent uit, naar hen toe. Hij boog diep en zei: ‘Heer, wees toch zo goed uw dienaar niet voorbij te gaan. Ik zal wat water voor u laten halen zodat u uw voeten kunt wassen.
Maak het u hier onder de boom intussen gemakkelijk. Ik zal u ook iets te eten brengen, zodat u weer op krachten kunt komen voordat u verdergaat. Daarvoor bent u immers bij uw dienaar langsgekomen?’ Zij antwoordden: ‘Dat is goed, ga uw gang.’

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Blote voeten
Binnenshuis liepen de mensen op blote voeten.
Slaven, en mensen die in de rouw waren, liepen ook buiten op blote voeten.

Slide 19 - Tekstslide

Waar of niet waar:
Binnenshuis liepen de mensen op blote voeten.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 20 - Quizvraag

Waar of niet waar:
Buiten liepen de mensen op blote voeten.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 21 - Quizvraag

Waar of niet waar:
Buitenshuis liepen Slaven op blote voeten.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 22 - Quizvraag

Waar of niet waar:
Mensen die in de rouw waren, liepen ook buiten op blote voeten.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 23 - Quizvraag

Slide 24 - Video

Ezechiël 36
Ik zal zuiver water over jullie uitgieten om jullie te reinigen van alles wat onrein is, van al jullie afgoden. 
Ik zal jullie een nieuw hart en een nieuwe geest geven,
Ik zal je versteende hart uit je lichaam halen en je er een levend hart voor in de plaats geven. 
Ik zal jullie mijn geest geven en ervoor zorgen dat jullie je aan mijn bepalingen houden en mijn regels naleven.

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Video

Johannes 13
Het was vlak voor het Joodse Paasfeest. Jezus wist dat nu voor hem het beslissende moment gekomen was: hij zou vanuit de wereld teruggaan naar zijn Vader. 
Jezus hield veel van de mensen die in deze wereld bij hem hoorden. En hij bleef van hen houden, tot het allerlaatste moment.

Slide 27 - Tekstslide

Johannes 13
’s Avonds waren Jezus en de leerlingen met elkaar aan het eten. Toen al was Judas, de zoon van Simon Iskariot, van plan om Jezus aan zijn vijanden uit te leveren.
Daar had de duivel voor gezorgd.

Jezus wist dat hij van zijn Vader alle macht gekregen had. Hij wist dat hij bij God vandaan gekomen was en dat hij weer naar God zou teruggaan.

Slide 28 - Tekstslide

Johannes 13
Tijdens het eten stond Jezus op. 
Hij trok zijn kleren uit en deed een doek om zijn middel, alsof hij een slaaf was. 
Hij deed water in een bak, en begon de voeten van zijn leerlingen te wassen. Hij droogde hun voeten af met de doek die hij omgedaan had.

Slide 29 - Tekstslide

Johannes 13
Toen Jezus bij Simon Petrus kwam, riep die: ‘Heer, u gaat toch niet mijn voeten wassen?’ 
Jezus zei tegen hem: ‘Nu begrijp je niet wat ik doe, maar later zul je het begrijpen.’ 
Petrus zei: ‘U mag mijn voeten beslist niet wassen! Nooit!’ Jezus zei: ‘Als ik jouw voeten niet mag wassen, kun je niet bij mij horen.’

Slide 30 - Tekstslide

Johannes 13
Toen zei Petrus: ‘Heer, was dan niet alleen mijn voeten, maar ook mijn handen en mijn hoofd!’ 
Jezus zei: ‘Iemand die zich al gewassen heeft, is rein. Hij hoeft niet opnieuw gewassen te worden, behalve zijn voeten. Ook jullie zijn rein. Maar niet allemaal.’ 
Want Jezus wist dat Judas hem wilde uitleveren. Daarom zei hij: ‘Jullie zijn rein, maar niet allemaal.’

Slide 31 - Tekstslide

Johannes 13
Toen Jezus de voeten van alle leerlingen gewassen had, deed hij zijn kleren weer aan. 
Hij ging bij de leerlingen zitten en zei: ‘Begrijpen jullie wat ik gedaan heb? 
Jullie noemen mij ‘meester’ en ‘Heer’. En dat is goed, want dat ben ik. 

Slide 32 - Tekstslide

Johannes 13
Ik ben jullie Heer en jullie meester, en toch heb ik jullie voeten gewassen. Daarom moeten jullie ook elkaars voeten wassen. 

Ik heb jullie het goede voorbeeld gegeven. Wat ik voor jullie gedaan heb, dat moeten jullie ook voor elkaar doen.

Slide 33 - Tekstslide

Johannes 13
Luister heel goed naar mijn woorden: Een slaaf is niet belangrijker dan zijn meester. 
En iemand die gestuurd wordt, is niet belangrijker dan degene die hem stuurt. 
Als je dat begrijpt, en je daaraan houdt, zul je het echte geluk leren kennen.

Slide 34 - Tekstslide

Wat vraagt Jezus aan zijn discipelen, dus ook aan ons?

Serieuze antwoorden

Slide 35 - Woordweb

Slide 36 - Video

Drinken en koekje

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Video

Slide 39 - Tekstslide