Havo3 unité 5 oef. vergr/overtr + connaitre

Havo3 unité 5 oef.
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

Havo3 unité 5 oef.

Slide 1 - Tekstslide

Wat betekent 'plus grand'?

Slide 2 - Open vraag

Wat betekent 'moins grand'?

Slide 3 - Open vraag

Wat betekent 'aussi grand'?

Slide 4 - Open vraag

Wat betekent 'plus vite'?

Slide 5 - Open vraag

Wat betekent 'le plus petit'?

Slide 6 - Open vraag


Slide 7 - Open vraag

Wat betekent 'plus beau'?

Slide 8 - Open vraag

Wat betekent 'les plus amusants'?

Slide 9 - Open vraag

het langzaamst

Slide 10 - Open vraag

minder goed

Slide 11 - Open vraag

plus gentille que

Slide 12 - Open vraag

le moins fort

Slide 13 - Open vraag

aussi bien que

Slide 14 - Open vraag

il joue mieux =

Slide 15 - Open vraag

Wat is de vertaling van 'goed / beter/best'als bijvoeglijk naamwoord?

Slide 16 - Open vraag

Wat is de vertaling van 'goed/beter/best'als bijwoord?

Slide 17 - Open vraag

jij zult kennen

Slide 18 - Open vraag

zij hebben gekend

Slide 19 - Open vraag

wij kenden
A
nous connaissons
B
nous connaissions
C
nous connaisons
D
nous connaisions

Slide 20 - Quizvraag

u kent
A
vous connaissez
B
vous conaissez
C
vous connaisez
D
vous connaissiez

Slide 21 - Quizvraag

men kende
A
on connait
B
on connaissait
C
on a connu
D
on connais

Slide 22 - Quizvraag

zij zullen kennen
A
ils connaitra
B
ils connaissent
C
ils connaitront
D
ils connaissaient

Slide 23 - Quizvraag

jij kent
A
tu connait
B
tu connas
C
tu connais
D
tu conais

Slide 24 - Quizvraag