u 5 grammaire 4M

• Frans
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 4

Le programme d´aujourd´hui

• répéter les verbes réguliers
  
• le verbe connaitre - verbe irrégulier
• présent, imparfait, passé composé
• de vergrotende en overtreffende trap

Le but: à la fin de ce cours:

1) Je peux conjuguer le verbe connaitre au présent, imparfait et au passé composé

2) ik kan de vergrotende en overtreffende trap in het Frans toepassen

3) J'ai appris de nouveaux mots 

Taaltoets unité 5

alle woorden FR-NL

werkwoord connaitre

werkwoorden finir/choisir/attendre/répondre

de vergrotende en overtreffende trap

eind week 13 september toets = snel

Geen zinnen, geen NL-FR

les devoirs

protégér

la victime

célèbre

l'adversaire

admirer

Les verbes réguliers

Finir/choisir/attendre/répondre

Wat is de stam van deze werkwoorden?

Wat doe je bij de futur?

zie blz. 223 en 224

Connaitre = kennen

onregelmatig werkwoord

page 16

connaitre betekent?

Mes parents (kennen)

1. connaissent
2. connaisent

Pierre (heeft gekend)

1. Pierre a connu
2. Pierre est connu
3. Pierre as connu
4. Pierre es conu

Wij hebben gekend
connaitre

1. nous sommes connus
2. nous avons connu
3. vous êtes connu
4. vous avez connu

Pierre et Marie (zullen kennen)

1. Pierre et Marie connaîtront
2. Pierre et Marie connaîtraient

Je (kende)

1. Je connaisais
2. Je connaissais

wij kennen

wij kenden

ik heb gekend

de vergrotende trap

+ meer dan / = even als / - minder dan

+   PLUS  (BNW/)  QUE

=   AUSSI (BNW/) QUE

-   MOINS (BNW/) QUE

Obelix est plus grand qu'Asterix.

exemples

Michelle is groter dan jij. (meer groot dan)

Michelle est  plus grande que toi.

Hij is even sportief als Anne.
Il est aussi sportif qu'Anne.

Mijn broers zijn minder sterk in Frans dan ik.

Mes frères sont moins forts en français que moi.

uitzondering:  bon en bien

goed ->  goeder  -> beter

bon -> plus bon -> meilleur

bien -> mieux -> le mieux

Le livre est meilleur que le film.

Je parle mieux français que ma mère

Vertaal: "Ik ben kleiner dan jij."
(tip: meer klein dan)

Vertaal: "Zij is even sportief als Marc."

"Max is minder aardig dan Emma."
(aardig = sympa)

Au travail

8c, 8d, 8f - ook op blz. 18 (jongen 3 havo)

Exercice  8h, 8j, 16e, 16f, 16g als al af

Les devoirs

apprendre 2, 3, 5 page 35 et 36