10.4 Lorentzkracht 2024
1 / 26
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
De stroom in het staafje gaat naar
A
Links
B
Rechts
C
D
Slide 4 - Quizvraag
Slide 5 - Tekstslide
Als er stroom gaat lopen, rolt het staafje
A
naar links
B
naar rechts
C
nergens heen
Slide 6 - Quizvraag
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Het magneetveld in Q wijst
A
de tekening in
B
de tekening uit
Slide 9 - Quizvraag
Slide 10 - Tekstslide
De Lorentzkracht op punt Q werkt
A
naar links
B
naar rechts
Slide 11 - Quizvraag
Het magneetveld in P wijst
A
de tekening in
B
de tekening uit
C
er is geen magneetveld in P
Slide 12 - Quizvraag
Slide 13 - Tekstslide
De Lorentzkracht op punt P werkt
A
naar links
B
naar rechts
Slide 14 - Quizvraag
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
De stroomdraden
A
trekken elkaar aan
B
stoten elkaar af
Slide 17 - Quizvraag
Slide 18 - Tekstslide
Stroom I gaat naar rechts door de zwarte draad met lengte L.
Het magneetveld B is in de richting van de groene pijlen.
De Lorentzkracht FL bereken je met:
Het magneetveld B is in de richting van de groene pijlen.
De Lorentzkracht FL bereken je met:
A
FL = B. I . L
B
FL = B. I . L . cos 𝛼
C
FL = B. I . L . sin 𝛼
D
FL = B. I . L . tan 𝛼
Slide 19 - Quizvraag
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
De Lorentzkracht op het elektron is correct getekend in
A
a
B
b
Slide 22 - Quizvraag
Slide 23 - Tekstslide
De lading q is
A
positief
B
negatief
Slide 24 - Quizvraag
Het is onmogelijk een elektron (ongeacht de beginsnelheid) te versnellen met een magneetveld. Leg uit waarom.
timer
1:00
