Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
HV2 Naamwoordelijk gezegde
1 / 31
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
In deze les zitten
31 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
3 videos
.
Lesduur is:
60 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoelen
Je leert wat het verschil is tussen het naamwoordelijk en het werkwoordelijk gezegde
Je leert hoe een gezegde is opgebouwd
Je leert het onderscheid maken tussen zelfstandig en koppelwerkwoord
Je leert al het bovenstaande in een zin ontleden
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Video
Welke koppelwerkwoorden ken je nog?
Slide 5 - Woordweb
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Video
Bedenk een zin met een werkwoordelijk gezegde bij deze foto.
Slide 8 - Tekstslide
Bedenk een zin met een werkwoordelijk gezegde bij de foto op de vorige dia.
Slide 9 - Open vraag
Bedenk een zin met een naamwoordelijk gezegde bij deze foto.
Slide 10 - Tekstslide
Bedenk een zin met een naamwoordelijk gezegde bij de foto op de vorige dia.
Slide 11 - Open vraag
Gezegde
Het gezegde bestaat vaak uit meerdere zinsdelen:
de persoonsvorm (PV) --> altijd
alle andere werkwoorden in de zin (rest) --> vaak
het naamwoordelijk deel (van het gezegde) --> soms
Slide 12 - Tekstslide
Voorbeeld
Het schilderij
Het vrolijke gezin
is altijd een topstuk van het Rijksmuseum geweest.
Het gezegde:
PV = is
rest = geweest
naamwoordelijk deel = een topstuk van het Rijksmuseum
Slide 13 - Tekstslide
Maak bij onderstaande foto een zin met een PV, een rest én een naamwoordelijk deel
Slide 14 - Tekstslide
Bedenk een zin met een PV, rest én naamwoordelijk deel bij de foto op de vorige dia.
Slide 15 - Open vraag
Een werkwoord met een duidelijke betekenis is een zelfstandig werkwoord.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 16 - Quizvraag
In een werkwoordelijk gezegde staat altijd een zelfstandig werkwoord.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 17 - Quizvraag
Een naamwoordelijk gezegde bestaat alleen uit werkwoorden.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 18 - Quizvraag
Met naamwoorden worden zelfstandige en bijvoegelijke naamwoorden bedoeld.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 19 - Quizvraag
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Tekstslide
Deze armband roept herinneringen aan mijn oma op.
In deze zin zit
A
een naamwoordelijk deel
B
een lijdend voorwerp
C
allebei
D
allebei niet
Slide 24 - Quizvraag
Deze armband was een herinnering aan mijn oma.
In deze zin zit
A
een naamwoordelijk deel
B
een lijdend voorwerp
C
allebei
D
allebei niet
Slide 25 - Quizvraag
Slide 26 - Video
Slide 27 - Tekstslide
Er zijn werkwoorden die zowel koppelwerkwoord als zelfstandig werkwoord kunnen zijn. Welke?
Slide 28 - Open vraag
Ons contact is altijd heel goed gebleven.
Welk werkwoord is koppelwerkwoord?
A
is
B
goed
C
gebleven
Slide 29 - Quizvraag
Maak een zin waarin 'worden' als hulpwerkwoord gebruikt is.
Slide 30 - Open vraag
Tips
Als er meerdere werkwoorden in de zin staan,
is de PV altijd HWW
Een voltooid deelwoord of infinitief is dan het belangrijkste werkwoord en dus ZWW of KWW
Kijk goed naar de betekenis van het belangrijkste werkwoord
Slide 31 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
HV2 Naamwoordelijk gezegde
November 2022
- Les met
30 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Hoofdstuk 3 grammatica
Januari 2024
- Les met
25 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Koppelwerkwoord
April 2024
- Les met
20 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
V2 Grammatica 20: naamwoordelijk gezegde
Februari 2024
- Les met
27 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
naamwoordelijk gezegde en koppelwerkwoorden
6 dagen geleden
- Les met
24 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, havo, vwo
Leerjaar 1-3
3.8 Grammatica woordsoorten - soorten ww deel 1
Januari 2021
- Les met
25 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
koppelwerkwoord, zelfstandig werkwoord, hulpwerkwoord
Januari 2024
- Les met
26 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Extra oefenen 1 Enkelvoudige zinnen met antwoorden
Oktober 2023
- Les met
40 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3