JN1 week 2.3 BKGT

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo, mavo, havo, vwo
• Leerjaar 1

Welkom

   Leg je spullen op tafel               &               kom daarna in de kring

      - Ipad

      - Boeken

      - Etui

     

 

Herhalen leerdoelen week 2.2:

A22 - Ik kan een figuur spiegelen in een lijn. 

A23- Ik kan uitleggen wat draaisymmetrie is en kan de kleinste draaihoek van een draaisymmetrische figuur berekenen. 

A24 - Ik kan vertellen wat schuifsymmetrie is en kan dit toepassen bij het berekenen van hoeken. 

A25 - Ik kan een motief herkennen in een patroon en een patroon maken met behulp van een motief. 

Welke verkeersborden en wieldoppen 

zijn draaisymmetries?

draaisymmetrie

geen draaisymmetrie

Draaisymmetrie

Geen draaisymmetrie

Draaisymmetrisch

Lijnsymmetrisch

Niet symmetrisch

Lijnsymmetrisch

Draaisymmetrisch

Beide

Niet symmetrisch

Kleinste draaihoek?

1. 360 : 2 = 180 º
2. 360 : 3 = 120 º
3. 360 : 4 = 90 º
4. Niet draaisymmetrisch

Kleinste draaihoek?

1. 360 : 2 = 180 º
2. 360 : 3 = 120 º
3. 360 : 4 = 90 º
4. Niet draaisymmetrisch

Kleinste draaihoek?

1. 360 : 2 = 180 º
2. 360 : 4 = 90 º
3. 180 : 2 = 90 º
4. Niet draaisymmetrisch

Wat is de kleinste draaihoek?

1. 40 graden
2. 60 graden
3. 75 graden
4. 180 graden

Wat is de kleinste draaihoek?

1. 90 graden
2. 60 graden
3. 72 graden
4. 36 graden

Wat is de kleinste draaihoek?

1. 60 graden
2. 120 graden
3. 90 graden
4. 180 graden

Wat is de kleinste draaihoek?

1. 120°
2. 60°
3. 180°
4. 360°

Wat is de kleinste draaihoek?

1. 120 graden
2. 60 graden
3. 72 graden
4. 30 graden

Wat is schuifsymmetrie?

1. Een patroon
2. Het herhalen van iets
3. Het herhalen van hetzelfde figuur
4. Geen idee

Is hier sprake van schuifsymmetrie?

1. Ja
2. Nee

Welke soort symmetrie is in het figuur hiernaast te zien?

1. Lijnsymmetrie
2. Schuifsymmetrie
3. Geen van beide

Welke soort symmetrie is in het figuur hiernaast te zien?

1. Lijnsymmetrie
2. Schuifsymmetrie
3. Geen van beide

Welke soort symmetrie is in het figuur hiernaast te zien?

1. Lijnsymmetrie
2. Schuifsymmetrie
3. Geen van beide

Welke soort symmetrie is in het figuur hiernaast te zien?

1. Lijnsymmetrie
2. Schuifsymmetrie
3. Geen van beide

Welke soort symmetrie is in het figuur hiernaast te zien?

1. Lijnsymmetrie
2. Schuifsymmetrie
3. Geen van beide

Is hier sprake van
schuifsymmetrie?

1. ja
2. nee

Is het schuifsymmetrie?

1. Ja
2. Nee
3. Weet ik niet
4. -

Is dit schuifsymmetrie

1. Nee
2. Ja
3. Geen idee

Wat is een patroon?

1. Het herhalen van hetzelfde figuur
2. Het stuk dat zich steeds herhaald
3. Het motief dat door de herhaling ontstaat
4. Een afbeelding

Wat is het motief van het patroon rechts?

1. 
2. 
3. 
4. 

De afbeelding hiernaast is een
voorbeeld van een ....................

1. patroon
2. motief

Welk patroon hieronder is schuifsymmetrisch?

1. 
2. 
3. 
4. Geen van deze.

Wat gebeurt er bij een patroon?

1. Het motief is symmetrisch.
2. Het motief wordt steeds herhaald.

Is het paars
omlijnde stukje het motief?

1. Ja
2. Nee

Wat is hier het motief ?

1. 
2. 
3. 
4. 

Heeft dit figuur een motief?

1. Ja
2. Nee

Is het stuk in het paarse vak een motief?

1. Ja
2. Nee

Haal het werkblad 

'spiegelen in een lijn' 

bij de docent en bekijk de video in de volgende slide

Laat het werkblad controleren door de docent

                       BASIS

Maak uit het leerboek deel 2: 

- Opg 1 en 2 op blz. 120

- Opg 8, 9 en 10 op blz. 122

- Opg 12 en 13 op blz. 123

- Opg 16 op blz. 124

                         KGT

Maak uit het leerboek deel 2:

- Opg 1 en 2 op blz. 117

- Opg 8 t/m 11 en 13 op blz. 118

- Opg 14 t/m 17 op blz. 119

Leerdoelen A22 t/m A25

Nakijken & verbeteren met rode pen

Its learning -> wiskunde -> bronnen -> nakijkboekjes digitaal (downloaden)

Haal het werkblad 

'Werkblad spiegelen' 
&
Maak het werkblad

Laat het werkblad controleren door de docent

Tekenopdracht 1

Teken een draaisymmetrisch figuur met een kleinste draaihoek van 60 graden.

Maak gebruik van minstens 3 verschillende kleuren in jouw figuur.

Laat de opdracht controleren door de docent

Tekenopdracht 2

1. Teken een lijnsymmetrisch motief.
2. Maak van het motief een patroon.
3. Vul een vlak van minstens 10 x 10 cm met jouw patroon.
4. Maak gebruik van minstens 5 verschillende kleuren.

Klaar?  ->  Laat de vlakvulling controleren door de docent!

Je bent klaar met de opdrachten van deze week!