Als de tandarts een gaatje in zijn waterleiding heeft belt hij de loodgieter.
Als de loodgieter een gaatje in zijn kies heeft belt hij de tandarts.
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3
In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
H8§1 ieder z'n taak
Als de tandarts een gaatje in zijn waterleiding heeft belt hij de loodgieter.
Als de loodgieter een gaatje in zijn kies heeft belt hij de tandarts.
Slide 1 - Tekstslide
Lesdoelen
Eten koken, de tafel dekken, boodschappen doen... In een gezin worden de taken verdeeld.
Arbeidsverdeling is er ook tussen bedrijven: het ene bedrijf produceert chocoladerepen, het andere smartphones. En ook binnen een bedrijf worden de taken verdeeld.
In deze paragraaf leer je meer over de voor- en nadelen van de arbeidsverdeling.
Slide 2 - Tekstslide
Arbeidsverdeling
Verdeling van werk of onderdelen van werk, taakverdeling.
Afspraken wie welke taak uitvoert.
Slide 3 - Tekstslide
Wat is arbeidsverdeling?
A
De verdeling van alle werkende mensen over de bedrijfstakken.
B
De verdeling van taken die één persoon moet doen op zijn werk.
C
Al het werk bij bedrijven is verdeeld in verschillende banen.
D
De verdeling van taken door je chef of baas.
Slide 4 - Quizvraag
Welke soorten arbeidsverdeling ken je misschien al?
Slide 5 - Open vraag
Gezin en bedrijf
Taakverdeling (werkverdeling):
binnen het gezin (afwas, luier verschonen)
tussen gezinnen en bedrijven (tegen betaling)
tussen bedrijven (vervoer, verkoop)
binnen bedrijven (leiding, uitvoering)
Slide 6 - Tekstslide
Bedrijven
Bedrijven produceren, transporteren en verkopen.
Slide 7 - Tekstslide
Leidinggevend of uitvoerend werk
Leidinggevend werk
Bij leidinggevend werk vertel je andere mensen wat zij moeten doen en ben je verantwoordelijk voor het resultaat.
Uitvoerend werk
Bij uitvoerend werk krijg je opdrachten van je baas en die voer je uit.
Slide 8 - Tekstslide
Kies uit leidinggevende of uitvoerende. Sarah is teamleider bij een zorginstelling zij is
A
Leidinggevende
B
Uitvoerende
Slide 9 - Quizvraag
Wat is een leidinggevende functie?
A
Maakt leidingen
B
Werkt in het bedrijf onder de baas
C
Geeft leiding binnen het bedrijf
D
Voert bepaalde speciale taken uit
Slide 10 - Quizvraag
Een caissière bij een supermarkt doet uitvoerende arbeid.
A
Dit is juist
B
Dit is onjuist
Slide 11 - Quizvraag
Wat is een uitvoerende functie
A
Houd zich bezig met voeding van werknemers.
B
Voert taken uit.
C
Geeft de leiding aan andere mensen.
Slide 12 - Quizvraag
Bedrijf, gezin en overheid
Overheid zorgt voor voorzieningen (onderwijs, veiligheid, schoon milieu).
Overheid doet dit i.s.m. gezinnen en bedrijven
=
arbeidsverdeling tussen gezinnen, bedrijven en overheid
Slide 13 - Tekstslide
Specialisatie
Toeleggen waar je goed in bent.
Mensen gaan daardoor goed en snel werken
Productie stijgt => inkomens stijgen => welvaart neemt toe => beter in behoeften voorzien
Slide 14 - Tekstslide
Zelfvoorziening
Zonder ruilen of zonder geld in eigen behoeften voorzien
Arbeidsverdeling: met anderen ruilen
Voordeel: meer productie.
Slide 15 - Tekstslide
Is arbeidsverdeling goed of slecht voor de economie?
A
Goed
B
Slecht
Slide 16 - Quizvraag
Wat betekent specialisatie?
A
Je richten op het werk wat je goed doet
B
1 ding tegelijk doen
C
Iets bijzonders maken
D
Een takenlijst voor een maand maken
Slide 17 - Quizvraag
Door arbeidsverdeling kunnen mensen zich minder betrokken voelen bij het bedrijf. Leg dit uit.