Study vocabulary + To be

Welcome to today's English lesson!

With Ms Frijns
Background: What is this?
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welcome to today's English lesson!

With Ms Frijns
Background: What is this?

Slide 1 - Tekstslide

By the end of this lesson, you...
...know words that we use in the classroom. 
...have refreshed your memory on the personal pronouns
...know what 'to be' means. 
...know how to study vocabulary

Slide 2 - Tekstslide

Table of Contents
Words we use in class (together, 5 min)
Personal pronouns (together, 5 min)
'To be' (together, 5 min)
Study vocabulary (individually, rest of the lesson)

Slide 3 - Tekstslide

Classroom words

Slide 4 - Tekstslide

______________ (wij) leave the cinema at half 7.

______________ (zij) begrepen niet wat er gebeurde. 

______________ (het) storms very often in the mountains. 


I
you
you (mv)
she
we
he
it
they

Slide 5 - Sleepvraag

______________ (ik) enjoy talking to different people.

______________ (jullie) give me many presents.

______________ (zij) scares me when she's angry. 


I
you
you (mv)
she
we
he
it
they

Slide 6 - Sleepvraag

Personal Pronouns
Persoonlijke voornaamwoorden
ik 
jij
hij / zij/ het
wij
zij
jullie


Slide 7 - Tekstslide

Personal Pronouns
Subject pronouns
I
you
he/she/it
we
they
you (mv)
Persoonlijke voornaamwoorden
ik 
jij
hij / zij/ het
wij
zij
jullie


Slide 8 - Tekstslide

Pronouns
I
you
he/she/it
we
they
you (mv)

Slide 9 - Tekstslide

Pronouns
I am happy.
You tell great stories.
He is very kind. She always thinks of others. It is a blue door. 
We never go skiing.
They walked to the station.
Most of you play sports.

Slide 10 - Tekstslide

to be
to be = werkwoord (verb)
to be = zijn

Slide 11 - Tekstslide

to be
betekent: zijn

Slide 12 - Tekstslide

to be
'To be' betekent zijn.

I am thirteen years old. 
He is a dancer.
There are many place I want to visit.


Slide 13 - Tekstslide

to be
'To be' betekent zijn.

I am thirteen years old. 
He is a dancer.
There are many place I want to visit.


Schrijf altijd een titel op.
Schrijf dit letterlijk over.

Slide 14 - Tekstslide

werkwoord 'zijn'


verb 'to be'
Ik
ben
Jij
bent
zij
is
Hij 
is
Het
is
Wij
zijn
Jullie
zijn
Zij
zijn

Slide 15 - Tekstslide

werkwoord 'zijn'


verb 'to be'
Ik
ben
Jij
bent
zij
is
Hij 
is
Het
is
Wij
zijn
Jullie
zijn
Zij
zijn
I
am
You
are
She
is
He
is
It
is
We
are
You
are
They
are

Slide 16 - Tekstslide

werkwoord 'zijn'


verb 'to be'
Ik
ben
Jij
bent
zij
is
Hij 
is
Het
is
Wij
zijn
Jullie
zijn
Zij
zijn
I
am
I'm
You
are
You're
She
is
She's
He
is
He's
It
is
It's
We
are
We're
You
are
You're
They
are
They're

Slide 17 - Tekstslide

werkwoord 'zijn'


verb 'to be'
Ik
ben
Jij
bent
zij
is
Hij 
is
Het
is
Wij
zijn
Jullie
zijn
Zij
zijn
I
am
I'm
You
are
You're
She
is
She's
He
is
He's
It
is
It's
We
are
We're
You
are
You're
They
are
They're
timer
5:00

Slide 18 - Tekstslide

Voorbeeldzinnen:
I am twelve years old.
She is very cool. 
The pupils are tired.
timer
5:00

Slide 19 - Tekstslide


Wat zijn 3 vormen van to be?

Slide 20 - Open vraag


... it going to be a difficult test?
A
am
B
to be
C
are
D
is

Slide 21 - Quizvraag

(to be)
Tom and Anne ......... laughing.

Slide 22 - Open vraag

Maak de ontkenning met 'to be':
She ...... (not-to be) happy.

Slide 23 - Open vraag

Over to you...
Do the worksheet about vocabulary.

Done?
Do:

Slide 24 - Tekstslide