Werkwoordspelling 2BK

Werkwoordspelling
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1,2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Werkwoordspelling

Slide 1 - Tekstslide

Kies in elke zin de juiste spelling van het werkwoord.

Ik ... op mijn racefiets voorbij.
A
zoev
B
zoef
C
zoeft
D
zoevt

Slide 2 - Quizvraag

Kies in elke zin de juiste spelling van het werkwoord.

Het ... ’s winters vaak in Nederland

A
vriezt
B
vriest
C
vriesd
D
vries

Slide 3 - Quizvraag

Kies in elke zin de juiste spelling van het werkwoord.

De tafel ... van de omgevallen limonade.
A
kleevt
B
klevd
C
kleeft
D
kleefd

Slide 4 - Quizvraag

Verbeter de fout gespelde werkwoorden.

Mijn opa leef nog, hij houd het al 93 jaar vol.

Slide 5 - Open vraag

Verbeter de fout gespelde werkwoorden.

Zijn oor suizt een beetje, maar hij ziet nog goed.

Slide 6 - Open vraag

Verbeter de fout gespelde werkwoorden.

Ik wordt later vast net zo oud als opa!

Slide 7 - Open vraag

Kies op elke plek de juiste spelling van het werkwoord.

Toen ik in de zomer ... ,
A
kampeerde
B
kampeerdde
C
kampeerte
D
kampeertte

Slide 8 - Quizvraag

Kies op elke plek de juiste spelling van het werkwoord.

... er iets in de struiken.
A
ritselte
B
ritselde
C
ritseltte
D
risteldde

Slide 9 - Quizvraag

Kies op elke plek de juiste spelling van het werkwoord.

Later ... een egel ervandoor!.
A
rente
B
rendde
C
rende
D
rentte

Slide 10 - Quizvraag

Noteer bij het werkwoord de juiste ik-vorm in de verleden tijd.

sprinten - ik ......

Slide 11 - Open vraag

Noteer bij het werkwoord de juiste ik-vorm in de verleden tijd.

huilen - ik ......

Slide 12 - Open vraag

Noteer bij het werkwoord de juiste ik-vorm in de verleden tijd.

doen- ik ......

Slide 13 - Open vraag

Noteer bij het werkwoord de juiste ik-vorm in de verleden tijd.

klinken - ik ......

Slide 14 - Open vraag

Noteer bij het werkwoord het juiste voltooid deelwoord.

spelen - ik heb ....

Slide 15 - Open vraag

Noteer bij het werkwoord het juiste voltooid deelwoord.

verstoppen - ik heb ....

Slide 16 - Open vraag

Noteer bij het werkwoord het juiste voltooid deelwoord.

voltooien - ik heb ....

Slide 17 - Open vraag

Hoe schrijf je het bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord?


De stratenmaker legt klinkers in de ..... (verbreden) straat.
A
verbreede
B
verbreedde
C
verbreden
D
verbrede

Slide 18 - Quizvraag

Hoe schrijf je het bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord?

De ... (schuren) tafel moet alleen nog gelakt worden.
A
geschuurtte
B
geschuurde
C
geschuurdde
D
geschuurte

Slide 19 - Quizvraag

Hoe schrijf je het bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord?

Heb jij morgen ook de ..... (verplichten) hertoets?
A
verplichten
B
verplichte
C
veplichtte
D
verplichde

Slide 20 - Quizvraag