2.2 meer of minder buitenlandse handel les 1 _1

Welkom bij economie!

Hoofdstuk 2: Samen met het buitenland

2.2 Meer of minder buitenlandse handel?
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom bij economie!

Hoofdstuk 2: Samen met het buitenland

2.2 Meer of minder buitenlandse handel?

Slide 1 - Tekstslide

Waar of niet waar?

Als Nederland producten of diensten aan het buitenland verkoopt, noemen we dit export

A
waar
B
niet waar

Slide 2 - Quizvraag

Welke van onderstaan is geen reden voor het importeren van producten voor Nederland?

A
producten in het buitenland worden goedkoper geproduceerd
B
producten hebben een betere kwaliteit
C
grondstoffen komen in ons land niet voor, bepaalde landbouwproducten kunnen in Nederland niet groeien
D
sommige producten mogen in Nederland niet verkocht worden

Slide 3 - Quizvraag

Wanneer spreken we van een open economie?

A
Als er sprake is van veel invoer en uitvoer
B
Als er sprake is van weinig invoer en uitvoer
C
Als een land meer importeert dan exporteert
D
Als een land meer exporteert dan importeert

Slide 4 - Quizvraag

Hoeveel miljoen is 738 miljard?

A
738.000
B
738.000.000
C
738 miljoen
D
738.000 miljoen

Slide 5 - Quizvraag

De wereld wordt kleiner
Gebieden op de wereld raken steeds meer met elkaar verbonden.
Dit noem je globalisering.

Door globalisering neemt de internationale handel toe.

Dat komt door:
  • Internet – je kunt makkelijk goederen en diensten bestellen in het buitenland.
  • Modern vervoer – producten kunnen snel en goedkoop vervoerd worden.




Slide 6 - Tekstslide

Samenwerking
Europese Unie:
Een groep Europese landen die op politiek en economisch gebied samenwerken.

Handelsbelemmeringen/Protectiemaatregelen: 
Nederlandse bedrijven krijgen soms te maken met concurrentie uit het buitenland.
De regering kan maatregelen nemen om bedrijven in eigen land te beschermen tegen concurrentie uit het buitenland.



Slide 7 - Tekstslide

Wat is globalisering?
A
De groei van de totale wereldhandel
B
De verplaatsing van de wereldhandel
C
Steeds meer landen in de wereld die onderling gaan handelen
D
Dat alles meer globaal wordt in de wereld

Slide 8 - Quizvraag

Wie worden er door de handelsbelemmeringen beschermd?
A
boeren uit het exporterende land
B
boeren van het importerende land
C
handelaren uit het exporterende land
D
de regering van het importerende land

Slide 9 - Quizvraag

Globalisering is de onderlinge verbondenheid van de wereld. Dit heeft voor Nederland:
A
meer voordelen dan nadelen
B
meer nadelen dan voordelen

Slide 10 - Quizvraag


Welk transportmiddel kies je?
bloemen
A
vliegtuig
B
vrachtschip

Slide 11 - Quizvraag


Welk transportmiddel kies je?
fietsen
A
vliegtuig
B
vrachtschip

Slide 12 - Quizvraag


Welk transportmiddel kies je?
auto's
A
vliegtuig
B
vrachtschip

Slide 13 - Quizvraag


Welk transportmiddel kies je?
groente
A
vliegtuig
B
vrachtschip

Slide 14 - Quizvraag

Noem een reden om dit transportmiddel te gebruiken

Slide 15 - Open vraag

Noem een reden om dit transportmiddel te gebruiken

Slide 16 - Open vraag

Samenwerking
Europese Unie:
Een groep Europese landen die op politiek en economisch gebied samenwerken.

Handelsbelemmeringen:
Maatregelen waarmee een regering bedrijven in het eigen land wil beschermen tegen concurrentie uit andere landen.





Slide 17 - Tekstslide

Invoerrechten
Invoerrechten zijn een belasting op importproducten.

De importproducten worden hierdoor duurder.

Slide 18 - Tekstslide

Ruzie over de handel
Handelsbelemmeringen kunnen een handelsoorlog veroorzaken.


Dan hebben landen hebben ruzie met elkaar over de handel en voeren ze steeds meer handelsbelemmeringen in.


Gevolgen voor de consument:
  • Buitenlandse producten worden duurder.
  • De consument moet steeds hogere prijzen betalen.





Slide 19 - Tekstslide

We zijn een heel groot land met de meeste handel ter wereld. We exporteren veel
goederen naar andere landen.
Wij hebben veel gas en olie die we verkopen aan landen. Door de oorlog  
kopen steeds minder mensen onze gas en olie.
Onze haven is de grootste in Europa. Wij voeren als klein land handel met allerlei landen in de wereld
We zijn na China de grootste economie van de wereld. In 19 van onze landen hebben we dezelfde munt.
Ons land is arm en voert bijna geen handel met andere landen. Alle bedrijven zijn van de
overheid.

Slide 20 - Sleepvraag

India
Suez kanaal
Marokko
Kaap de goede hoop

Slide 21 - Sleepvraag

Suez kanaal (1869)

Slide 22 - Tekstslide

Handel zonder hindernissen
Binnen de EU is er vrijhandel:
Dan mag je producten vrij in- en uitvoeren zonder dat je invoerrechten hoeft te betalen.

                 Dit zorgt voor meer import en export.
                 Bedrijven in de EU kunnen makkelijker met elkaar samenwerken.
                 Deze samenwerking zorgt voor meer welvaart.








Slide 23 - Tekstslide