2.2 Meer of minder buitenlandse handel?

Mens en Maatschappij

Hoofdstuk 2: Samen met het buitenland

2.2 Meer of minder buitenlandse handel?
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Mens en Maatschappij

Hoofdstuk 2: Samen met het buitenland

2.2 Meer of minder buitenlandse handel?

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?

  • Herhalen Theorie 2.1 Over de grens
  • Theorie 2.2 Meer of minder buitenlandse handel?
  • Zelfstandig aan het werk


Slide 2 - Tekstslide

Herhalen 2.1
Lesdoelen:

Nu:

  • kun je uitleggen waarom bedrijven producten naar het buitenland exporteren.√
  • kun je uitleggen waarom we producten uit andere landen importeren.√
  • kun je uitleggen waarom de handel met het buitenland voor Nederland belangrijk is.√
  • kun je rekenen met miljoenen en miljarden.√

Slide 3 - Tekstslide

Waar of niet waar?

Als Nederland producten of diensten aan het buitenland verkoopt, noemen we dit export

A
waar
B
niet waar

Slide 4 - Quizvraag

Wanneer spreken we van een open economie?

A
Als er sprake is van veel invoer en uitvoer
B
Als er sprake is van weinig invoer en uitvoer
C
Als een land meer importeert dan exporteert
D
Als een land meer exporteert dan importeert

Slide 5 - Quizvraag

Hoeveel miljoen is 738 miljard?

A
738.000
B
738.000.000
C
738 miljoen
D
738.000 miljoen

Slide 6 - Quizvraag

2.2 Meer of minder buitenlandse handel?
Lesdoelen:

Aan het einde van de les:


  • kun je uitleggen hoe gebieden op de wereld steeds meer met elkaar verbonden raken;
  • kun je uitleggen op welke manieren landen hun eigen bedrijven beschermen tegen buitenlandse concurrentie;
  • kun je hoe uitleggen hoe internationale handel kan leiden tot ruzie tussen landen;
  • kun je uitleggen dat landen afspraken maken om makkelijker met elkaar te kunnen handelen.


Slide 7 - Tekstslide

De wereld wordt kleiner
Gebieden op de wereld raken steeds meer met elkaar verbonden.
Dit noem je globalisering.

Door globalisering neemt de internationale handel toe.

Dat komt door:
  • Internet – je kunt makkelijk goederen en diensten bestellen in het buitenland.
  • Modern vervoer – producten kunnen snel en goedkoop vervoerd worden.




Slide 8 - Tekstslide

Samenwerking
Europese Unie:
Een groep Europese landen die op politiek en economisch gebied samenwerken.

Handelsbelemmeringen:
Maatregelen waarmee een regering bedrijven in het eigen land wil beschermen tegen concurrentie uit andere landen.

Invoerrechten:
Belasting die je aan de grens betaalt als je producten invoert.




Slide 9 - Tekstslide

Aan het werk

2.2 Meer of minder buitenlandse handel
Opdrachten 1 t/m 5

Klaar?   Leer de begrippen van 2.1 en 2.2
(zie Magister)

Slide 10 - Tekstslide

Ruzie over de handel
Handelsbelemmeringen kunnen een handelsoorlog veroorzaken.


Dan hebben landen hebben ruzie met elkaar over de handel en voeren ze steeds meer handelsbelemmeringen in.


Gevolgen voor de consument:
  • Buitenlandse producten worden duurder.
  • De consument moet steeds hogere prijzen betalen.





Slide 11 - Tekstslide

Handel zonder hindernissen
Binnen de EU is er vrijhandel:
Dan mag je producten vrij in- en uitvoeren zonder dat je invoerrechten hoeft te betalen.

                 Dit zorgt voor meer import en export.
                 Bedrijven in de EU kunnen makkelijker met elkaar samenwerken.
                 Deze samenwerking zorgt voor meer welvaart.








Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Globalisering is de onderlinge verbondenheid van de wereld. Dit heeft voor Nederland:
A
meer voordelen dan nadelen
B
meer nadelen dan voordelen

Slide 14 - Quizvraag


Welk transportmiddel kies je?

bloemen
A
vliegtuig
B
vrachtschip

Slide 15 - Quizvraag

Welk transportmiddel kies je?

fietsen
A
vliegtuig
B
vrachtschip

Slide 16 - Quizvraag

Welk transportmiddel kies je?

groente
A
vliegtuig
B
vrachtschip

Slide 17 - Quizvraag

Welk transportmiddel kies je?

medische instrumenten
A
vliegtuig
B
vrachtschip

Slide 18 - Quizvraag

De landen van de EU hebben afgesproken dat ze hun eigen bedrijven beschermen tegen .................. vanuit landen buiten de EU.

Slide 19 - Open vraag

Voor consumenten in de EU kan het dus duurder/goedkoper zijn om producten uit een EU-land te kopen.

Slide 20 - Open vraag

Als consumenten in de EU al hun producten binnen de EU kopen, dan is dat ................. dan uit de VS.
A
duurder
B
goedkoper
C
beter

Slide 21 - Quizvraag

Slide 22 - Video

Wat is vrijhandel?

Slide 23 - Open vraag

Aan het werk

2.2 Meer of minder buitenlandse handel
Maken opdrachten 6 t/m 10

Slide 24 - Tekstslide

Afsluiting 2.2
Lesdoelen:

Nu:

  • kun je uitleggen hoe gebieden op de wereld steeds meer met elkaar verbonden raken;√
  • kun je uitleggen op welke manieren landen hun eigen bedrijven beschermen tegen buitenlandse concurrentie;√
  • kun je hoe uitleggen hoe internationale handel kan leiden tot ruzie tussen landen;√
  • kun je uitleggen dat landen afspraken maken om makkelijker met elkaar te kunnen handelen.√

Slide 25 - Tekstslide