3LW7 Bloed en afweerstelsel 1

7.1 + 7.2
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
AnatomieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

7.1 + 7.2

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

7.2 Bloed en samenstelling
Bloed is een waterige oplossing van cellen en stoffen. 
Bloed vervoert stoffen door het lichaam.

Dit gebeurt met en door...
  • stoffen in plasma (55%)
  • bloedcellen (45%)

Slide 3 - Tekstslide

7.2 bloed en samenstelling
Bloed bestaat uit...
1 bloedplasma: bestaande uit water met
  • eiwitten (voor stolling, afweer en transport) 
  • opgeloste stoffen (voedingsstoffen, afvalstoffen, mineralen en hormonen)
1

Slide 4 - Tekstslide

7.2 bloed en samenstelling
Bloed bestaat uit...
2 een laagje cellen: 
  • witte bloedcellen 
  • bloedplaatjes
2

Slide 5 - Tekstslide

7.2 bloed en samenstelling
Bloed bestaat uit...
3 een laag cellen:
  •  rode bloedcellen
3

Slide 6 - Tekstslide

7.2 Bloed en samenstelling
De meest voorkomende cel in het bloed is de rode bloedcel (erytrocyt). Ze vervoeren bloedgassen...
  • zuurstof (O2) is nodig om uit glucose (brandstof) energie te krijgen
  • kooldioxide (CO2) is de afvalstof van deze verbrandingsreactie

Slide 7 - Tekstslide

7.2 Bloed en samenstelling
  • eiwit dat bloedgassen vervoert, is hemoglobine (Hb)
  • het eiwit heeft ijzer nodig om zuurstof te binden
  • de rode cel heeft geen kern, alles is gevuld met Hb
  • een rode bloedcel leeft ongeveer vier maanden

Slide 8 - Tekstslide

7.2 Bloed en samenstelling
De witte bloedcel (leukocyt) is betrokken bij de afweer en immuniteit.
  • er zijn veel verschillende soorten witte bloedcellen
  • het heeft een grote kern
  • het kan zijn taak binnen en buiten een bloedvat uitvoeren

Slide 9 - Tekstslide

7.2 bloed en samenstelling
De witte bloedcel (leukocyt) is betrokken bij de afweer en immuniteit.
  • er zijn veel verschillende soorten witte bloedcellen
  • het heeft een grote kern
  • het kan zijn taak binnen en buiten een bloedvat uitvoeren
De witte bloedcel zoekt bij onraad de juiste plaats in een bloedvat uit om hier doorheen te glippen.

Slide 10 - Tekstslide

algemene afweer: de korrelcel
(fagocytose)
specifieke afweer: de lymfecel
(maakt antistoffen)

Slide 11 - Tekstslide

7.2 bloed en samenstelling
Bloedplaatje (trombocyt) is betrokken bij de bloedstolling.

  • het heeft de vorm van een schijfje
  • bij stolling wordt het zacht en kleverig

Slide 12 - Tekstslide

Bloed bestaat voor het grootste gedeelte uit:
a. bloedplasma
b. rode bloedcellen
c. witte bloedcellen
d. bloedplaatjes

Slide 13 - Tekstslide

De meest voorkomende cellen in het bloed zijn:
a. bloedplasma
b. rode bloedcellen
c. witte bloedcellen
d. bloedplaatjes

Slide 14 - Tekstslide

Hormonen worden vervoerd door: 
a. bloedplasma
b. rode bloedcellen
c. witte bloedcellen
d. bloedplaatjes

Slide 15 - Tekstslide

Dit onderdeel van bloed bevindt zich zowel binnen als buiten de bloedvaten:
a. bloedplasma
b. rode bloedcellen
c. witte bloedcellen
d. bloedplaatjes

Slide 16 - Tekstslide

Deze cel speelt een rol bij de bloedstolling:
a. bloedplasma
b. rode bloedcellen
c. witte bloedcellen
d. bloedplaatjes

Slide 17 - Tekstslide

7.2 aanmaak en afbraak van bloedcellen
  • alle bloedcellen worden gemaakt in het rode beenmerg, meestal van lange botten
  • hier zitten bloedstamcellen
  • hoe ouder, hoe minder rood beenmerg je hebt

Slide 18 - Tekstslide

7.2 aanmaak en afbraak van bloedcellen
  • rode bloedcellen en bloedplaatjes vormen zich in het rode beenmerg, daarna komen ze in het bloed
  • korrelcellen ook; ze leren hier het fagocyteren

Slide 19 - Tekstslide

7.2 aanmaak en afbraak van bloedcellen
  • lymfecellen vormen zich in lymfeknopen; ze leren hier antistoffen te maken tegen ziekteverwekkers

Slide 20 - Tekstslide