Les 1 injecteren

• Medisch technisch handelen
• MBO
• Studiejaar 1

Les 1 injecteren

MTH-VP

Tijdsplanning

Theorie behandelen

Uitleg opzuigen injectievloeistof

Opdracht prikaccident

Afsluiten en reflecteren

Lesdoelen

Aan het eind van de les kan jij:

Uitleggen wat het verschil is tussen intracutaan, subcutaan en intramusculair injecteren

De benodigdheden bij het injecteren benoemen

Uitleggen wat je moet doen bij een prikaccident

Wat weet je al van injecteren?

Toedienen van een vloeibaar medicijn vanuit een spuit via een holle naald in het lichaam

Waarom gaan medicijnen soms per injectie en niet als tablet?

Parenterale toediening

Als de arts zeker wil weten dat het geneesmiddel direct in het bloed terecht komt of wil de arts een snelle werking dan moet er gebruik worden gemaakt van een injectie/infuus.

Injecteren kan op verschillende manieren:

• Intramusculair = in de spier 
• Subcutaan  = in het onderhuids bindweefsel
• Intracutaan = in de huid
• Intraveneus = in het bloedvat

intramusculair

subcutaan

intraveneus

intracutaan

in de huid

in de ader

in de spier

onder de huid

Injectievloeistof

Altijd een steriel vloeistof dat op verschillende manieren verpakt kan zijn:

Dichtgesmolten ampul

Flacon

Ampul of flacon waarin het medicijn zich in onopgeloste toestand bevindt (poedervorm). Deze moet dan met bijgeleverde vloeistof opgelost worden

Kant en klare injectiespuit

• intracutane injecties (dunne naald): dikte 0,40-0,50 mm en 10-12 mm lang
• Loodrecht Subcutane injecties: dikte 0,40-0,60 mm  en  8-13 mm lang 
• Huidplooi techniek subcutaan: dikte 0,40-0,60 mm en 15-25 mm lang
• Intramusculaire injecties: dikte 0,80 mm en 40-50 mm lang 

Injectienaalden

Veilige naalden

Om prikaccidenten zoveel mogelijk te voorkomen is het gebruik van veilige naalden verplicht geworden

Er word onderscheid gemaakt tussen passieve en actieve systemen

Actief: 

- het beschermkapje is met een enkele duimbeweging veilig over de naald te klikken

De naald schiet vanzelf terug in het beschermkapje door op een knopje te duwen

Passief: de naald schiet na de prik handeling automatisch terug in het beschermkapje

Voorbehouden handeling

Het geven van een injectie is een voorbehouden handeling

Het mag alleen uitgevoerd worden:

- In opdracht van de arts

- Je bent bevoegd en bekwaam om te injecteren

- De arts is in de buurt aanwezig om in te grijpen als het misgaat

Voorzorg

Vertel de patiënt wat er gaat gebeuren

Handen wassen

Handschoenen aan

Omdat het vloeistof direct in het lichaam van de patient komt is het belangrijk dat je geen fouten maakt. Controleer daarom of:

Je de juiste concentratie en juiste en dosis voor de juiste patient hebt

Let bij het uit de verpakking halen van de spuit, naald en geneesmiddel intact is en dat de houdbaarheidsdatum niet verlopen is

Vraag de geboortedatum van de patiënt na om na te gaan of je de juiste persoon voor je hebt

Vraag om toestemming

Benodigdheden:

Te injecteren vloeistof

Gaasje of deppers

Steriele spuit

Steriele injectienaald

Steriele opzuignaald (indien nodig)

Bekkens (schoon en vuil)

Naaldencontainer

Pleister

Handschoenen 

Injectiespuit klaarmaken 

Video opzuigen uit ampul of flacon

Zie boek medisch technisch handelen in medilect > 4.3.3

Bij gebruik kant en klare spuit

In veel kant en klare spuiten (zoals griepvaccinaties) bevindt zich een luchtbel. Deze spuiten hoeven niet ontlucht te worden, zolang er maar gezorgd wordt dat deze zich aan de kant van de zuiger bevindt.

Prikaccident

Beantwoord de volgende vragen. Lees hierbij in het boek MTH voor doktersassistente 4.4 :

1. Wat is een prikaccident?
2. Hoe maak je de kans op besmetting zo klein mogelijk?
3. Noem drie voorbeelden van besmet materiaal.
4. Wat moet je direct doen na een prikaccident?
5. Benoem minimaal drie preventiemaatregelen

Les afsluiten