SOV B les 2

• Pedagogisch werk
• MBO
• Studiejaar 1

Les 2 SOV B

Vandaag Beroepshouding en mensbeeld

&

Cultuurverschillen

blz. 8 reader 

Wat is een grondhouding?

Instelling, mentaliteit, manier  van denken.

Je eigen beroepshouding 

Maak opdracht 2.3

 aan de hand van de bijlage op bladzijde 11.

Wat heb je geleerd in dit schooljaar over beroepshouding?

Hoe komt het dat je bent wie je bent?

Wat vind jij het belangrijkste?

Eerlijkheid 

Ervaring

zelfbepaling

Mensbeeld

Mensbeeld

Is een beeld van hoe wij vinden dat de mens hoort te zijn.

Als maatstaf

Open mensbeeld 

iedere mens in zijn eigenwaarde laten en in zijn eigenheid accepteren.

Gesloten mensbeeld:

Mensbeeld waarin alleen plaats is voor mensen die beantwoorden aan onze eigen opvattingen; mensbeeld waarin we bepaalde groepen  buitensluiten

Huiswerk opdrachten portfolio

Les 2  Beroepshouding en Mensbeeld 

Inleveren opdracht 2.3   (bijlage blz. 11 Beroepshouding)

Opdracht 2.6 en 

Opdracht  2.7

Les 3  cultuurverschillen

Cultuur soorten blz. 13

2 soorten culturen  G-cultuur en F cultuur

G-Cultuur: 

1. Individualiteit van de mensen is belangrijk

2. Mannen en vrouwen zijn gelijk.

3. Ouders willen hun kinderen tot  mondige mensen opvoeden.

GEDRAG en COMMUNICATIE

F culturen

1. Deel uitmaken van de groep is belangrijk.

2. Er is een duidelijke scheiding tussen de mannen-en vrouwenwereld.

3. Ouders willen dat hun kinderen respect (voor ouderen) tonen

Gedrag G cultuur 

-Persoonlijkheid 

- Inhoud van wat er gezegd wordt is belangrijk

- weinig expressieve gebaren in communicatie

-  'drank"culturen ontspannen met koffie en borrel

Gedrag F cultuur

-  Gedrag vanuit rol

- Relatie is belangrijker dan de boodschap

-Veel non-verbale communicatie 

-  "eet"cultuur  genegenheid door samen te eten.

Maak opdracht 

 opdracht 3.1  Verkenning

 opdracht 3.2  Waarden 

 opdracht 3.3  Verwerking 

Blz. 19 Motivatie 

Motivatie is: de bereidheid van iemand om zich in te zetten.

Voorwaarden  voor motivatie:

Zorgen voor een stimulerende omgeving

Aansluiten bij het niveau van het kind

Het nut inzien en doel voor ogen houden.

motivatie strategieën 

"Afvallen"

Intrinsieke motivatie

Ik voel me fitter

Ik ben gezonder

Ik voel me mentaal beter

"Afvallen"

 Externe motivatie

Mensen doen aardiger tegen me 

Krijgen van complimenten

Mensen vinden me mooier

Intrinsieke motivatie strategie

Zorg voor een hoge succesverwachting

Geef een duidelijk doel aan

Extrinsieke motivatie strategie

Geven van beloning 

Competitie/ kunnen winnen

Verbanden leggen buiten het de opdracht. nu iets leren betekent straks iets kunnen

Toetsopdracht 

Je eigen motivatie  opdracht 5.2 blz .21