11.6 Extra - Stamcellen
1 / 16
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Hoe ontstaan de verschillende typen cellen in je lichaam?
A
cellen bevatten verschillende chromosomen
B
in verschillende cellen worden andere genen gebruikt
C
de hersenen sturen verschillende signalen naar de cellen
Slide 3 - Quizvraag
een huidcel heeft als functie het beschermen tegen indringers, een zenuwcel heeft als functie het doorgeven van signalen. Dit is een voorbeeld van ....
A
celdifferentiatie
B
celspecialisatie
Slide 4 - Quizvraag
klievingsdelingen van zygote tot embryo zijn een voorbeeld van
A
meiose en celdeling
B
mitose en celdeling
C
meiose en mitose
D
celdeling
Slide 5 - Quizvraag
welke stoffen zetten een gen 'aan'?
A
koolhydraten
B
eiwitten
C
regelgenen
Slide 6 - Quizvraag
Leg uit waardoor de cellen van een een embryo geschikt zijn als stamcel
Slide 7 - Open vraag
Leg uit hoe het komt dat er cellen zijn die in vorm en functie verschillen? Gebruik de woorden 'regelgenen' en 'eiwitten'
Slide 8 - Open vraag
Stamcellen uit de huid kunnen niet meer uitgroeien tot alle soorten cellen. Leg dit uit.
Slide 9 - Open vraag
Beschrijf hoe je van embryonale stamcellen hartspierweefsel kan maken. (gebruik de woorden 'regelgenen', 'eiwitten' en 'mitose')
Slide 10 - Open vraag
Slide 11 - Video
Slide 12 - Video
waar in jouw lichaam kun je stamcellen vinden?
Slide 13 - Open vraag
welke positieve toepassing heb je gehoord in de twee video's?
Slide 14 - Open vraag
wat vind je van het feit dat bevruchte eicellen uit IVF gebruikt worden voor stamcelonderzoek?
