H7.4 les 3 Terugtitratie

Terugtitratie


NOVA H7.4 Rekenen met zuur-base reacties
H9.2 Redoxreacties 
Titraties - les 3
nodig:
practicumboekje
boek, schrift
rekenmachine
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Terugtitratie


NOVA H7.4 Rekenen met zuur-base reacties
H9.2 Redoxreacties 
Titraties - les 3
nodig:
practicumboekje
boek, schrift
rekenmachine

Slide 1 - Tekstslide

Programma
  • Nakijken berekening EXP 1 
  • Uitleg eindpuntbepaling en terugtitratie
  • Maken opgave 44 van 7.4

Eigen werk: 
Bestudeer H7.4

Slide 2 - Tekstslide

EXP 1 nakijken 

Slide 3 - Tekstslide

EXP 1 nakijken 

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Titreren is een ...
A
kwalitatieve analysemethode
B
kwantitatieve analysemethode

Slide 9 - Quizvraag

Directe titratie
De titrant reageert direct met de analiet.





analiet
titrant
analiet
titrant

Slide 10 - Tekstslide

In welk geval kan je geen directe titratie uitvoeren:
A
De analiet is een sterk zuur en de titrant een sterke base
B
De analiet is een zwak zuur en de titrant een sterke base
C
De analiet is een sterk zuur en de titrant een zwakke base
D
De analiet is een zwak zuur en de titrant een zwakke base

Slide 11 - Quizvraag

Directe titratie
De titrant reageert direct met de analiet.




Voorwaarde: aflopende reactie!
analiet
titrant
analiet
titrant

Slide 12 - Tekstslide

Eindpuntbepaling bij een zuur-base titratie

In het steilste deel van de grafiek ligt het equivalentiepunt: al het zuur heeft dan precies gereageerd met OH-

Vorm van de grafiek uitleggen:
pH 1 -> pH 2      [H3O+] = 0,10 -> 0,01 M 
                               0,09 mol OH- toevoegen / L
pH 5 -> pH 6  [H3O+] = 0,000010 -> 0,000001 M                                0,000009 mol OH- toevoegen / L

Slide 13 - Tekstslide

Eindpuntbepaling bij een 
zuur-base titratie
De indicator kies je zo dat hij omslaat in het steile stuk (BINAS T52A)

Slide 14 - Tekstslide

Eindpuntbepaling bij een redox titratie
Bijvoorbeeld:
de titrant heeft een kleur en het reactieproduct is kleurloos
of 
de analiet heeft een kleur en het reactieproduct is kleurloos.

Slide 15 - Tekstslide

Eindpuntbepaling bij een reactie met een groot warmte-effect.

Deze curve hoort bij een:
A
endotherme reactie
B
exotherme reactie

Slide 16 - Quizvraag

Eindpuntbepaling bij een exotherme reactie


Waarom daalt de temperatuur weer na het equivalentiepunt?

Slide 17 - Tekstslide

Eindpuntbepaling bij een endotherme reactie

 Na het equivalentiepunt vindt er geen reactie meer plaats.

De oplossing neemt warmte op van de omgeving en stijgt weer in temperatuur.

Slide 18 - Tekstslide

Terug titratie

Aan de analiet wordt een nauwkeurige overmaat toegevoegd.
De overmaat wordt bepaald m.b.v. een titratie.


Dit wordt gebruikt als:
  • de te bepalen analiet geen scherp eindpunt geeft.
  • er voor de te bepalen analiet en de titrant geen goede eindpuntindicator beschikbaar is.
analiet
titrant
overmaat

Slide 19 - Tekstslide

Fosforzuur gehalte in Cola
opgave 44 van H7.4
bepalen (in g / L)

Slide 20 - Tekstslide

a) Geef de reactievergelijking van opgelost fosforzuur, H3PO4(aq), met een overmaat natronloog.

Slide 21 - Tekstslide

a) Geef de reactievergelijking van opgelost fosforzuur, H3PO4 (aq), met een overmaat natronloog.

H3PO4 (aq)    +    3 OH- (aq)   ->   3 H2O (l)    +    PO43- (aq)

Slide 22 - Tekstslide

Terug titratie


Aan de analiet wordt een nauwkeurige overmaat toegevoegd.
De overmaat wordt bepaald m.b.v. een titratie.
H3PO4
H3O+
OH-                overmaat

Slide 23 - Tekstslide

b) Leg uit waarom het voor een juiste meting belangrijk is dat CO2 wordt verwijderd.

Slide 24 - Open vraag

Opgelost koolstofdioxide vormt koolzuur
CO2 (aq)   +   H2O (l)  ->   H2CO3 (aq)

Koolzuur is net als fosforzuur ook een zuur, 
dus dat zou ook reageren als je titreert met OH-

Slide 25 - Tekstslide

Terug titratie


Aan de analiet wordt een nauwkeurige overmaat toegevoegd.
De overmaat wordt bepaald m.b.v. een titratie.
H3PO4
H3O+
OH-                overmaat

Slide 26 - Tekstslide

Terug titratie


Aan de analiet wordt een nauwkeurige overmaat toegevoegd.
De overmaat wordt bepaald m.b.v. een titratie.
H3PO4
H3O+
OH-                overmaat

Slide 27 - Tekstslide

Terug titratie
44 c en d


Aan de analiet wordt een nauwkeurige overmaat toegevoegd.
De overmaat wordt bepaald m.b.v. een titratie.
H3PO4
H3O+
OH-                overmaat

Slide 28 - Tekstslide

Terug titratie


Waar is het handig om te beginnen met de berekening?
H3PO4
H3O+
OH-                overmaat

Slide 29 - Tekstslide

Terug titratie


e) Bereken het aantal mmol OH- dat in de maatkolf aanwezig was (=de overmaat).
H3PO4
H3O+
OH-                overmaat

Slide 30 - Tekstslide

Noteer het antwoord van de vraag op de vorige dia:
c) Bereken het aantal mmol OH- dat in overmaat aanwezig is. (alleen het antwoord invullen is hier genoeg, de berekening heb je als het goed is in je schrift gedaan)

Slide 31 - Open vraag

e) Bereken het aantal mmol OH- dat in overmaat aanwezig is.
  • aantal mmol H3O+ = 5,37 * 0,450 = 2,417
  • H3O+ : OH- = 1 : 1
  • dus er heeft 2,417 mmol OHgereageerd met H3O+

  • dit zit in 25,00 mL. In 100,0 mL zat dus 4 * 2,417 = 9,666 mmol OH- 

Dit is de overmaat OH- bij 2)

Slide 32 - Tekstslide

Terug titratie


g) Bereken hoeveel mol fosforzuur 25,00 mL cola bevat.
H3PO4
H3O+
OH-                overmaat
gegeven:
de overmaat OH- = 9,666 mmol 

Slide 33 - Tekstslide

Noteer het antwoord van de vraag op de vorige dia:
d) Bereken hoeveel mol fosforzuur 25,00 mL cola bevat.
(alleen het antwoord invullen is hier genoeg, de berekening heb je als het goed is in je schrift gedaan)

Slide 34 - Open vraag

g) Bereken hoeveel mmol fosforzuur 25,00 mL cola bevat.
  • Overmaat: 9,666 mmol OH- 
  • Aantal mmol OH- dat in totaal was toegevoegd (bij stap 2):  
      25,00 mL * 0,5000 mmol/mL = 12,50
  • aantal mol OH- dat heeft gereageerd met fosforzuur:
     12,50 - 9,666 = 2,834

  • H3PO4 : OH- = 1 : 3
dus er was 2,834 : 3 = 0,9447 mmol fosforzuur

Slide 35 - Tekstslide

Terug titratie


g) Bereken het fosforzuurgehalte in de onderzochte Cola in g/L.
H3PO4
H3O+
OH-                overmaat
gegeven: in 25,00 mL Cola zit 0,9447 mmol fosforzuur

Slide 36 - Tekstslide

Noteer het antwoord van de vraag op de vorige dia:
g) Bereken het fosforzuurgehalte in de onderzochte Cola in g/L.
(alleen het antwoord invullen is hier genoeg, de berekening heb je als het goed is in je schrift gedaan)

Slide 37 - Open vraag

g) Bereken het fosforzuurgehalte in de onderzochte Cola in g/L.
Er was 0,9447 mmol fosforzuur in 25,00 mL cola.

  • In 1,00 L cola zit 0,9447 *40 = 37,79 mmol fosforzuur

  • M(H3PO4) = 97,997 g/mol

  • Het fosforzuurgehalte in Cola is 
       37,79 * 10-3 * 97,997 = 3,70 g/L

Slide 38 - Tekstslide

Eigen werk
Maak opgave 41 van H7 uit het 5VWO boek 
Bestudeer H7.4 uit het 5 VWO boek

Slide 39 - Tekstslide