Regenten en vorsten 6c

Regenten en vorsten 6c
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Regenten en vorsten 6c

Slide 1 - Tekstslide

Inhoud les
Herhaling
Uitleg Wetenschappelijke revolutie

Slide 2 - Tekstslide

De standen uit de standenmaatschappij

Slide 3 - Open vraag

Burgerlijke cultuur

Slide 4 - Woordweb

Dit werk is van...
A
Rembrandt
B
Vermeer
C
Hals
D
Geen van allen

Slide 5 - Quizvraag

Dit werk is van ...
A
Rembrandt
B
Vermeer
C
Hals
D
Geen van allen

Slide 6 - Quizvraag

Het werk is wel gemaakt door...

Slide 7 - Open vraag

Dit werk is van...
A
Rembrandt
B
Vermeer
C
Hals
D
Geen van allen

Slide 8 - Quizvraag

Dit werk is van...
A
Rembrandt
B
Vermeer
C
Hals
D
Geen van allen

Slide 9 - Quizvraag

Wetenschappelijke revolutie
Tijdens de wetenschappelijke revolutie stonden wetenschap en geloof recht tegenover elkaar. Mensen gingen steeds vaker twijfelen aan de waarheid van het geloof. 
Er was een nieuwe wetenschappelijke belangstelling ontstaan waarbij mensen steeds meer mensen zelf onderzoek gingen doen. 

Er werd onderzoek gedaan door middel van waarnemingen: kijken, horen en voelen. 

Slide 10 - Tekstslide

Onderzoek doen
Er werd onderzoek gedaan door middel van waarnemingen: kijken, horen en voelen. Door proeven te doen kon je zien, meten en wegen hoe dingen in de natuur werkten. 
Het Griekse woord voor ervaren is empirie. De filosofie van het waarnemen wordt daarom empirisme genoemd. 
Om alles goed waar te kunnen nemen werden instrumenten uitgevonden: microscoop en telescoop

Slide 11 - Tekstslide

Logisch redeneren
Niet iedereen vond dat empirie altijd kennis opleverde. Descartes vond dat je zintuigen je konden bedriegen: je ziet dingen soms anders dan ze werkelijk zijn. Je moest daarom logisch redeneren. 
Voorbeeld: water is doorzichtig en vloeibaar. Als dit zo uit jouw kraan komt, kan je ervanuit gaan dat dit bij alle buren ook zo is. Je hoeft niet te gaan kijken, maar beredeneerd dit. 

Deze manier van redeneren noem je deductief (afleiden). Het empirisme is inductief (ergens naartoe leiden) 

Slide 12 - Tekstslide

Door de vele uitvindingen wordt de periode de wetenschappelijke revolutie genoemd. 

Zo gingen mensen ook anders denken over het geloof. Spinoza zei dat God iets was van de natuur: het zit wonderlijk in elkaar, maar je kan het begrijpen met je verstand. 
Velen vonden hem een gevaarlijke athëist. Veel van zijn boeken werden daarom pas na zijn dood gelezen.

Sommige vorsten zagen de waarde van de nieuwe ontdekkingen snel in. Zij openden academies voor de onderzoeken. 
Uitvindingen

Galileo Galileï - de aarde draait om de zon
Francis Bacon - methode wetenschappelijk onderzoek
René Decartes: logische redenering 
Isaac Newton: zwaartekracht
Antoni van Leeuwenhoek: microscoop
William Harvey: hoe de bloedsomloop bij mensen werkt
Benedictus Spinoza: nieuwe denk op God

Slide 13 - Tekstslide

Huiswerk
Maak opdracht 15, 17, 18, 19, 25 van tijdvak 6

OF

Werken aan portfolio 
(bovenstaande is dan geheel huiswerk)


Laatste 5 minuten: enquête 

Slide 14 - Tekstslide

Enquête 
Pin: NZU33LDJ

Slide 15 - Tekstslide