In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Hallo klas 1M!
Jassen op de kapstok
Telefoons in kluisje
Laptop op tafel
Slide 1 - Tekstslide
Wat gaan we in deze les doen?
- Woorden vorige week herhalen.
- Woorden lezen
- Leren over verkleinwoorden
- Opdracht maken
- Nakijken
Slide 2 - Tekstslide
Doel van de les
Aan het einde van de les kun je zelf een verkleinwoord maken, volgens de regels
Slide 3 - Tekstslide
Maar eerst................
Woorden van de woordmuur herhalen
Herhalen = nog een keer doen
Slide 4 - Tekstslide
De stad Caïro is nu nog de belangrijkste stad van Egypte. Maar die is overvol.
Wat betekent dat?
A
De stad is veel te vol.
B
In de stad zijn niet veel mensen.
C
De stad is niet mooi
D
De stad is heel groot
Slide 5 - Quizvraag
In de nieuwe stad van Egypte wordt een toren van 70 verdiepingen gebouwd. Tussen de vloeren zijn trappen en liften.
Wat betekent de verdieping?
A
Een trap in een gebouw
B
De ramen in een gebouw
C
De laag van een gebouw
D
Het dak van een gebouw
Slide 6 - Quizvraag
Egypte is bekend door de piramides. Bijna iedereen heeft daar weleens van gehoord.
Wat betekent bekend zijn?
A
Alleen beroemde mensen weten het
B
Weinig mensen weten het
C
Niemand weet het
D
Heel veel mensen weten het
Slide 7 - Quizvraag
Timo is dol op Lego. In zijn kamer staan verschillende Lego [ ]: een boshut, een vuurtoren en een kerk. Maar de grootste [ ] is een hijskraan. Die valt meteen op als je Timo’s kamer binnenkomt. Eigenlijk is zijn kamer [ ]. Je kunt er bijna niet lopen. Daarom verhuist hij binnenkort naar zolder. Dat is op de tweede [ ]. Timo is nu al blij met zijn nieuwe kamer!
Zet de woorden op de juiste plek
bouwwerken
overvol
blikvanger
verdieping
Slide 8 - Sleepvraag
De nieuwe hoofdstad ligt zo’n vijftig kilometer van de huidige hoofdstad. Maar vandaag wordt Caïro nog steeds wel als de echte hoofdstad gezien.
Wat betekent huidig?
A
Van morgen
B
Van nu
C
Van gisteren
Slide 9 - Quizvraag
Waarschijnlijk kunnen dus alleen rijke mensen in de nieuwe huizen terecht. Alleen rijke mensen kunnen in de nieuwe stad wonen.
Wat betekent terechtkunnen?
A
Kunnen komen
B
Niet mogen komen
C
Kunnen wachten
D
Kunnen weggaan
Slide 10 - Quizvraag
quizlet.com
Slide 11 - Link
Slide 12 - Tekstslide
Verkleinwoordjes
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Aan het werk!
- Je maakt de opdrachten op het werkblad.
- Dit doe je zelf.
- Je mag elkaar helpen.
- De laatste 10 minuten gaan we samen nakijken.
- Klaar? DISK of werkboek.
Moeilijk?
Kom bij mijn bureau zitten voor extra hulp!
Slide 19 - Tekstslide
Nakijken
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Tekstslide
Doel van de les
Aan het einde van de les kun je zelf een verkleinwoord maken, volgens de regels