H4 Thema 5 basisstof 1

Afronden en Oefenen
Thema 5 Regeling
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Afronden en Oefenen
Thema 5 Regeling

Slide 1 - Tekstslide

Regelingen 
In twee onderwerpen in te delen:
Zenuwstelsel: 
Wat is het zenuwstelsel en wat is de functie?
Hoe lopen impulsen en hoe worden ze doorgegeven?
Hormonen: 
Wat zijn hormonen en hoe werken ze?
Regelmechanismen waarin hormonen werken.

Slide 2 - Tekstslide

Welke vragen heb je?

Slide 3 - Woordweb

Stof die wordt afgegeven aan de synaptische spleet 
Stof waar de cellichamen van scakelcellen liggen
Zorgt voor sprongsgewijze impulsgeleiding
Myeline
Grijze stof
Neurotransmitter

Slide 4 - Sleepvraag

Het zenuwstelsel bestaat uit het centrale zenuwstelsel en uit zenuwen
A
waar
B
niet waar

Slide 5 - Quizvraag

Slide 6 - Tekstslide

Waar ligt het cellichaam van de gevoelszenuwcel?
A
in het centrale zenuwstelsel
B
buiten het centrale zenuwstelsel

Slide 7 - Quizvraag

Welk deel van een zenuwcel leidt impulsen van het cellichaam af?
A
Dendriet
B
Axon

Slide 8 - Quizvraag

Verwerkt het zenuwstelsel impulsen van je reukzintuig?
A
Ja
B
Nee

Slide 9 - Quizvraag

In welke richting geleiden gevoelszenuwcellen impulsen?
A
Naar het centrale zenuwstelsel toe
B
van het centrale zenuwstelsel af

Slide 10 - Quizvraag

Welke zenuwcellen liggen in hun geheel in het centrale zenuwstelsel?
A
bewegingszenuwcel
B
gevoelszenuwcel
C
schakelcellen
D
geen van alle

Slide 11 - Quizvraag

Is A de buikzijde
of rugzijde?
A
Rugzijde
B
Buikzijde

Slide 12 - Quizvraag

Van welke soort
zenuwcel bevindt
zich een uitloper bij 1?
A
Sensorische zenuwcel
B
Motorische zenuwcel
C
Schakelcel
D
Zowel sensorisch als motorisch

Slide 13 - Quizvraag

Iemand schrijft een brief.
Is het animale of autonome zenuwstelsel actief?
A
Geen van beide
B
Animale
C
Autonome
D
Animaal en autonoom

Slide 14 - Quizvraag

Bij langdurige
prikkeling.
Welke is juist?
A
Grafiek 1
B
Grafiek 2
C
Grafiek 3

Slide 15 - Quizvraag

Je schopt tegen een muur aan.
Waar ontstaan de impulsen voor de samentrekking van de dijbeenspier?
A
In de grijze stof in je ruggenmerg
B
In de witte stof in je ruggenmerg
C
In de grijze stof in je grote hersenen
D
In de witte stof in je grote hersenen

Slide 16 - Quizvraag

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Wat is homeostase?
A
een negatieve terugkoppeling van een regelkring
B
een positieve terugkoppeling van een regelkring
C
het in stand houden van een dynamisch evenwicht in het lichaam

Slide 21 - Quizvraag

Hoe heet de eigenschap van het lichaam om inwendige stabiliteit te handhaven?
A
fysiologie
B
controle
C
lichaamstemperatuur
D
homeostase

Slide 22 - Quizvraag

Een regelkring is
A
een positieve terugkoppeling
B
proces in het lichaam waarbij de norm gehandhaafd wordt
C
een negatieve terugkoppeling
D
overleg in een kring waarbij er iets geregeld moet worden

Slide 23 - Quizvraag

Is dit een voorbeeld van een regelkring met positieve of negatieve terugkoppeling?
A
Positieve terugkoppeling
B
Negatieve terugkoppeling
C
Beiden
D
Geen van beiden

Slide 24 - Quizvraag