START met ARGUMENTATIElesdoelen:
Je kan onderscheid maken tussen argument en standpunt.
Je weet wat een positief, negatief en twijfelachtig standpunt is.
Je weet wat een feitelijke en waarderende uitspraak is.
Je weet welke signaalwoorden er worden gebruikt bij een argument, standpunt, tegenargument en weerlegging.