Woordsoorten lidwoord en zelfstandig naamwoord

LIDWOORD EN ZELFSTANDIG NAAMWOORD
WOORDSOORTEN
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

LIDWOORD EN ZELFSTANDIG NAAMWOORD
WOORDSOORTEN

Slide 1 - Tekstslide

PROGRAMMA

  1. Leerdoelen. 
  2. Instructie.
  3. Zelfstandig werken. .​
  4. Afsluiten.

Slide 2 - Tekstslide

LEERDOEL
  • Ik kan een zelfstandig naamwoord herkennen in een zin​
  • Ik kan een lidwoord herkennen in een zin​

Slide 3 - Tekstslide

Lidwoord
Er zijn drie lidwoorden: de, het, een (spreek uit als ‘un’)​

Een lidwoord hoort altijd bij een zelfstandig naamwoord (zn)
  • het (lw) huis (zn) – een (lw) huis (zn)
  • de (lw) broer (zn) – een (lw) broer (zn)

Soms staan tussen het lidwoord en het zelfstandig naamwoord nog andere woorden:
  • een (lw) heel groot huis (zn)

Slide 4 - Tekstslide

Zelfstandig naamwoord
Een zelfstandig naamwoord is een woord voor een mens, dier, plant, ding of gevoel. 
Bijvoorbeeld: zoon, kat, roos, mobieltje, stad, liefde.

Een eigennaam is ook een zelfstandig naamwoord: 
  •  Daan, Arnhem, Maas, Duitsland

Slide 5 - Tekstslide

Zelfstandig naamwoord
Een zelfstandig naamwoord heeft meestal een enkelvoud en een meervoud
  • boek – boeken 

Je kunt er vaak een verkleinwoord van maken:
  • boek – boekje

Je kunt er vaak de, het of een voor zetten: 
  • een boek; de vriend, een vriend.

Slide 6 - Tekstslide

Zelfstandig naamwoord
Een infinitief (hele werkwoord) kan zelfstandig gebruikt worden in een zin --> als zelfstandig naamwoord
! Let op een lidwoord dat VAAK (niet altijd) voor het infinitief staat.

  • Het lopen naar de winkel is erg lastig in de sneeuw.
  • Hardlopen is erg koud in de winter.

Slide 7 - Tekstslide

Benoem het zelfstandig naamwoord:
zin1:................................................................
zin2: ................................................................
zin3:................................................................
zin4:................................................................

Slide 8 - Tekstslide

zin 1
Veel jongeren lezen tegenwoordig de krant op hun tablet.

Slide 9 - Tekstslide

zin 2
De zon geeft licht en warmte aan de aarde.

Slide 10 - Tekstslide

zin 3
Het werken aan de opdrachten neemt veel tijd in beslag.

Slide 11 - Tekstslide

zin 4
Tijdens de vakantie bezocht ik een mooi museum.

Slide 12 - Tekstslide

De antwoorden
zin 1: jongeren, krant, tablet
zin2: zon, licht, warmte, aarde
zin 3: werken, opdrachten, tijd, beslag
zin 4: vakantie, museum

Slide 13 - Tekstslide

Zelfstandig werken
Wat ga je maken:
Bladzijde 202 en 203  --> opdracht 1 t/m 5

Je bent eerder klaar, dan ga je even lezen.

Slide 14 - Tekstslide

Afsluitende vraag
Schrijf op een papiertje drie manieren op waarmee je kunt bepalen of een woord een zelfstandig naamwoord is.

Slide 15 - Tekstslide