Woordsoorten lidwoord en zelfstandig naamwoord

LIDWOORD EN ZELFSTANDIG NAAMWOORD
WOORDSOORTEN
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

LIDWOORD EN ZELFSTANDIG NAAMWOORD
WOORDSOORTEN

Slide 1 - Tekstslide

PROGRAMMA
  1. Lezen - 10 min.​
  2. Leerdoelen. - 5 min.
  3. Instructie - 10 min.
  4. Zelfstandig werken. - 10 min.​
  5. Reflectie - 5 min.​

Slide 2 - Tekstslide

LEERDOEL
  • Ik kan een zelfstandig naamwoord herkennen in een zin​
  • Ik kan een lidwoord herkennen in een zin​

Slide 3 - Tekstslide

Lidwoord
Er zijn drie lidwoorden: de, het, een (spreek uit als ‘un’)​

Een lidwoord hoort altijd bij een zelfstandig naamwoord (zn)
  • het (lw) huis (zn) – een (lw) huis (zn)
  • de (lw) broer (zn) – een (lw) broer (zn)

Soms staan tussen het lidwoord en het zelfstandig naamwoord nog andere woorden:
  • een (lw) heel groot huis (zn)

Slide 4 - Tekstslide

Zelfstandig naamwoord
Een zelfstandig naamwoord is een woord voor een mens, dier, plant, ding of gevoel. 
Bijvoorbeeld: zoon, kat, roos, mobieltje, stad, verliefdheid.

Een eigennaam is ook een zelfstandig naamwoord: 
  •  Daan, Bolkestein, Arnhem, Maas, Duitsland

Slide 5 - Tekstslide

Zelfstandig naamwoord
Een zelfstandig naamwoord heeft meestal een enkelvoud en een meervoud: 
  • boek – boeken 

Je kunt er vaak een verkleinwoord van maken:
  • boek – boekje

Je kunt er vaak de, het of een voor zetten: 
  • een boek; de vriend, een vriend.

Slide 6 - Tekstslide

Zelfstandig naamwoord
Een infinitief (hele werkwoord) kan zelfstandig gebruikt worden in een zin --> als zelfstandig naamwoord
! Let op een lidwoord dat VAAK (niet altijd) voor het infinitief staat.

  • Het lopen naar de winkel is erg lastig in de sneeuw.
  • Hardlopen is erg koud in de winter.

Slide 7 - Tekstslide

Benoem het lidwoord/de lidwoorden: Veel jongeren lezen tegenwoordig de krant op hun tablet.

Slide 8 - Open vraag

Benoem het zelfstandig naamwoord/de zelfstandig naamwoorden:
Veel jongeren lezen tegenwoordig de krant op hun tablet.

Slide 9 - Open vraag

Benoem het lidwoord/de lidwoorden: Het werken aan de opdrachten neemt veel tijd in beslag.

Slide 10 - Open vraag

Benoem het zelfstandig naamwoord/de zelfstandig naamwoorden: Het werken aan de opdrachten neemt veel tijd in beslag.

Slide 11 - Open vraag

Zelfstandig werken
Wat ga je maken:
Grammatica: woordsoorten, lidwoord en zelfstandig naamwoord

M1A + M1B
--> opdracht 1 t/m 6

Slide 12 - Tekstslide

Zelfstandig werken
Wat ga je maken:
Grammatica: woordsoorten, lidwoord en zelfstandig naamwoord

M1C + M1D
--> opdracht 1 t/m 5

Slide 13 - Tekstslide