Spelling

Welkom
WELKOM
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare school

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom
WELKOM

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
Voorbereiding toets - 17 juni 
Werkdoel: 'Wist je dat al?' (rood wit blauw allemaal!!)

Beoordeling trede 18 - uiterlijk vrijdag 18 juni herkansen
Lees je beoordeling
Feedback van buddy: te snel tevreden, mag/moet veel kritischer!

Slide 2 - Tekstslide

Trede 18 herkansen
- Hidde
- Sven
- Silvan
- Tijn
- Jordy
- Yassine
- Rabiye
- Anne 
- Marit

Slide 3 - Tekstslide

Hoe zat het ook alweer?
beide of beiden?


Zelfstandig gebruikt en over personen: met -n

Niet zelfstandig gebruikt of over dingen: zonder -n

Slide 4 - Tekstslide

Heeft het betrekking op personen en is het zelfstandig gebruikt?
Vele/Velen deden mee aan het sporttoernooi.

De stoel en de kruk zijn beide/beiden nat.

Sommige/Sommigen kwamen gewoon niet opdagen, andere/anderen kwamen op tijd.

Sommige voetballers zingen het volkslied mee, maar de meeste/meesten houden hun mond dicht.

Slide 5 - Tekstslide

Meervoud
Wanneer het nodig is voor de klank, gebruik je een 's. 
Buggy's/ opa's/ wc's/ piano's

Bij bureau, dominee, sirene, display?

--> geen gevolg voor de uitspraak
--> s eraan vast!


Slide 6 - Tekstslide

Verkleinwoorden
eindigend op o-a-u-é krijgen een dubbele klinker: 
autootje
cameraatje
parapluutje
cafeetje

skietje 

Slide 7 - Tekstslide

Stoffelijk bijvoeglijk naamwoord
Deze __________ jas is mooier dan deze _________ jas. 

Stof / suède 

Altijd eindigend op -n, behalve bij leenwoorden! 
Aluminium, plastic, nylon

Slide 8 - Tekstslide

Interpunctie
teksten zonder hoofdletters en punten zijn moeilijk om te lezen omdat het helemaal niet duidelijk is waar je moet pauzeren of stoppen korte zinnen zijn overzichtelijker



Slide 9 - Tekstslide

Interpunctie
Teksten zonder hoofdletters en punten zijn moeilijk om te lezen, omdat het helemaal niet duidelijk is waar je moet pauzeren of stoppen. Korte zinnen zijn overzichtelijker.



Slide 10 - Tekstslide

Komma's
Voor een voegwoord: 

Buitenspelen is gezond, omdat je vitamine D aanmaakt. 
Ik wil een buitenspeeldag organiseren, want buitenspelen is gezond. 
Buitenspelen is gezond, dus organiseer ik een buitenspeeldag.
Iedere dag gamen is misschien leuk, maar niet gezond. 

Slide 11 - Tekstslide

Komma's
Tussen twee persoonsvormen

Als je moe bent, moet je naar bed.
Als de bal valt, kan je niet verder spelen.

Slide 12 - Tekstslide

Komma's
Bij opsommingen: 
Je kunt buiten spelletjes doen, zoals: basketballen, hockeyen, voetballen en tennissen. 
Buitenspelen is gezond voor je ogen, je concentratie en je conditie. 

NIET bij 'en'

Slide 13 - Tekstslide

Interpunctie
- Start iedere zin met een hoofdletter
- Zet komma's voor voegwoorden
- Zet komma's bij opsommingen (niet bij 'en')
- Zet komma's tussen twee persoonsvormen
- Eindig de zin met een punt (of uitroepteken of vraagteken)

Slide 14 - Tekstslide

savonds
Wat is de regel?

Slide 15 - Tekstslide

werkwoordspelling
Eén uitzondering die we gister niet hebben besproken: 
(in PVTT)

... je veel geld aan make-up? (besteden)
... je zus veel geld aan make-up? (besteden)

ik ... = stam
... jij/je = stam
jij/je/hij/zij/het ... = stam+t

Slide 16 - Tekstslide

Voorbereiding op de spelling toets

Oefen met de oefeningen op de portal
Bekijk de LessonUps over werkwoordspelling
Oefen met werkwoordspelling

Stel vragen!!!
We sluiten af met klassikale Socrative quiz

Slide 17 - Tekstslide