Het werk van de brandweer

Het werk van de brandweer
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
BrandweerVeiligheid+1BasisschoolGroep 7,8

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Introductie

Het werk van de brandweer. Het spreekt tot de verbeelding. Maar wist je dat je allemaal een beetje brandweerman/-vrouw kunt zijn? Ontdek in deze les de brandweer in jezelf. De onderwerpen die in de les naar voren komen zijn: > de taken van de brandweer; > de meldkamer; > gevaarlijke stoffen; > rook - en CO melders; > gevaren in huis; > blussen; > goed voorbereid op incidenten. In deze les zitten video's, open vragen, quiz- en sleepopdrachten. Daarmee is de les afwisselend en interactief.

Instructies

Voorbereiding:
Deze docentenhandleiding geeft een uitgebreide toelichting op de les- en leerstof en lesideeën. Handig om van te voren door te nemen.

Downloaden:
Download voorafgaand aan de les de werkbladen om tijdens de les te maken en/of om mee naar huis te geven.

Download de checklist om thuis en/of bij de grootouders de brandveiligheid te controleren.


Lesidee:
Download het werkblad 'Vluchtplan op school' en maak deze opdracht in groepjes.

Bespreek daarna de onderwerpen klassikaal.
Misschien is dit een mooi opstapje naar een daadwerkelijke oefening van het vluchtplan van de school.

Instructies

Werkbladen

Onderdelen in deze les

Het werk van de brandweer

Slide 1 - Tekstslide

Het werk van de brandweer.

Op de foto zie je hoe de brandweer zich voorbereid op incidenten. Oefeningen worden zo realistisch mogelijk geënsceneerd. 

Het werk van de brandweer is erg veelzijdig. In deze les gaan we daar dieper op in.
Na deze les...
- Weet jij veel over de taken van de brandweer
- Weet je wat te doen bij gevaarlijke stoffen
- Weet je waar je rook- en CO-melders moet ophangen en waarom
- Ben je voorbereid op incidenten

Slide 2 - Tekstslide

Deel met de leerlingen de leerdoelen van deze les.

Als je gebruik maakt van devices in de klas, activeer de knop "devices".
Er verschijnt een code. De leerlingen kunnen vanaf hun tablet naar de lessonup.app gaan of gebruik maken van de QR code om de getoonde code en hun voornaam in te voeren.
Als iedereen is ingelogd, gaan we verder naar de volgende slide.
Waar denk je aan als je het hebt over het werk van de brandweer?

Slide 3 - Open vraag

Vraag:
Waar denk je aan als je het hebt over het werk van de brandweer. 
Geef de leerlingen voldoende tijd om hun antwoorden te geven. Activeer de knop "Sluit invoer" als de tijd verstreken is.
Bespreek de mogelijk gegeven antwoorden, zoals: 
Voorkomen van brand en ongelukken:
  • Herkennen van gevaren.
  • Ontdekken van brand door rookmelders.
  • Op tijd in veiligheid komen (vluchten) met een vluchtplan.
  • Waarschuwen van hulpdiensten via het alarmnummer 112.
  • Brandweerlessen op school.
  • Veiligheid in gebouwen controleren.
  • Adviezen geven om een gebouw veilig te bouwen.
  • Adviezen geven bij evenementen.
Blussen van branden en helpen bij ongelukken:
  • Dag en nacht staat de brandweer paraat om te helpen als iedere seconde telt.
    Zoals bij:
  • Blussen van branden: woningbrand, natuurbrand, autobrand, brand in een fabriek.
  • Ongelukken: auto ongeluk, instorting gebouwen, wateroverlast, stormschade, gevaarlijke stoffen.
  • Dieren en mensen in nood. Paard of koe of ree in de sloot. Kat in de boom, vogels verstrikt in netten. Mensen die vastzitten in de lift.

Slide 4 - Video

Bekijk de video van brandweer Nederland.

In deze video zag je onder andere dat jij zélf veel kunt doen voor je eigen veiligheid. Maar als het toch fout gaat, dan kun je altijd de opgeleide brandweermensen inschakelen.
Op welke vragen moet een centralist antwoord krijgen als je 112 belt?

Slide 5 - Open vraag

Vraag:
Stel je hebt brand in je huis! Je bent snel naar buiten gegaan samen met je huisgenoten. Op een veilige plek bel je 112.

Als je 112 belt, krijg je de centralist van de meldkamer aan de telefoon. 
Op welke vragen wil de centralist antwoord hebben? 

Geef de leerlingen voldoende tijd om hun antwoorden te geven. Activeer de knop "Sluit invoer" als de tijd verstreken is.

Bespreek de gegeven antwoorden en besteed aandacht aan de 5 W's:
  • Wie ben je en van wie wil je hulp, brandweer, ambulance of politie.
  • Waar is de plek waar de hulp naar toe moet gaan? Provincie, Plaats Adres, Huisnummer, of nummer hectometerpaaltje langs autowegen, nummers op fietsknooppunt routes etc.
  • Wat is er gebeurd? Uitleg van het noodgeval.
  • Waarom is er spoed? Zijn er mensen of dieren in levensgevaar? Zijn er gewonden?
  • Wacht! De centralist kan meerdere vragen hebben. Hang de telefoon niet direct op maar blijf aan de lijn.
Heb je wel hulp nodig van de brandweer, maar geen spoed? Bel: 0900-0904.

Slide 6 - Video

Als je met spoed hulp nodig hebt van de brandweer, ambulance of politie dan bel je 112.

In deze video zien we hoe de melding van een incident op de meldkamer wordt verwerkt en hoe de 3 hulpdiensten vaak samen worden ingezet bij een incident.

Vraag:
Welke tips geeft de brandweercentralist aan de jongen die in de school in de rook zit?
Antwoord: 
Blijf laag bij de grond en ga op zoek naar de deur. Ga uit de ruimte en doe de deur achter je dicht.
Waarom? Hete rook gaat omhoog. laag bij de grond heb je meer zicht, meer zuurstof en de temperatuur is lager.

Wat controleerde het ambulance personeel bij de jongen die is gered?
Antwoord: 
Ze keken in zijn mond/neus om te zien of hij rook had ingeademd. Voor controle ga je dan mee naar het ziekenhuis.

Slide 7 - Tekstslide

Vertel:
Soms komen er meldingen binnen op de meldkamer waarbij binnen of buiten een gebouw gevaarlijke, giftige stoffen vrijkomen. Bijvoorbeeld door brand of door een ongeluk in een chemische fabriek. De brandweer meet hoe gevaarlijk het is om die lucht in te ademen en ruimt gevaarlijke stoffen op.

Vraag:
Wat zou bij jou in de buurt, vanwege gevaarlijke/chemische stoffen, gevaarlijk kunnen zijn?
Mogelijke antwoorden: 
Chemische fabriek, vervoer over de weg/spoor gevaarlijke stoffen, drugslab, wietkwekerij.

Maar ook in en om huis zijn gevaarlijke stoffen aanwezig: chloor, ammoniak, spiritus.  Of brandbare gassen in bijvoorbeeld een deodorant spuitbus.

Je bent in aanraking geweest met een chemische stof. Je kunt lastig ademhalen. Wat doe je?
A
Ik ga op het internet zoeken wat te doen
B
Ik bel eerst de huisarts.
C
Ik was mijn handen. Alles komt goed
D
Ik ga met kleding aan onder de douche

Slide 8 - Quizvraag

Quizvraag:
Je bent in aanraking geweest met een chemische stof. Je kunt moeilijk ademhalen. Wat doe je?

Zo werkt een quizvraag:
De leerlingen kunnen de quizvraag invullen terwijl de vraag wordt gesteld.
Als alle leerlingen het antwoord hebben gegeven kun je met de button 'volgende' de ingevulde antwoorden zien.
Druk je nog een keer op 'volgende' dan komt het juiste antwoord in beeld.

Antwoord: B
Er zijn erg veel verschillende soorten chemische stoffen. Hoe je moet handelen is afhankelijk van de soort stof.

In de meeste gevallen kun je gewoon met je huisarts contact opnemen. Maar als je het gevoel hebt dat je écht in (adem)nood bent, bel dan 112.

De centralist zal je allerlei vragen stellen om erachter te komen met wat voor soort stof je in aanraking bent gekomen.
En ervoor zorgen dat je de juiste hulp krijgt.


Slide 9 - Tekstslide

Als je de huisarts of  112 belt, voor een incident waarbij een gevaarlijke stof is betrokken, dan vraagt de huisarts/centralist of je kunt zien met wat voor stof je in aanraking bent gekomen. 

Op verpakkingen waarin gevaarlijke/chemische stoffen zitten staan symbolen. Deze symbolen geven aan wat het gevaar is. 

Met deze informatie kan de huisarts/centralist, achterhalen welke maatregelen genomen moeten worden om in een veilige situatie te komen.

Doen:
We draaien de spinner. Weet jij welk symbool bij welk gevaar hoort?

Antwoorden bij de symbolen:
  • De dode boom en vis: schadelijk voor milieu.
  • De vlam: ontvlambaar.
  • Het doodshoofd: giftig.
  • Explosie: ontplofbaar.
  • De reageerbuisjes: bijtend.
  • Mens met witte ster: Schadelijk voor gezondheid.

Waarom is rook gevaarlijk?

Slide 10 - Open vraag

Vraag:
Waarom is rook gevaarlijk?
Antwoorden kunnen zijn: 
  • In rook zitten giftige stoffen. 
  • Je kunt erdoor stikken.
  • Door de rook zie je veel minder.
  • Je raakt erdoor gedesoriënteerd, je weet niet meer waar je bent. 
  • Rook is heet, dus je kunt je verbranden.

Slide 11 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Rookmelders
Koolmonoxidemelders 

Slide 12 - Tekstslide

Bespreek:
Rook is gevaarlijk. In de rook zit ook het gevaarlijke gas koolmonoxide (CO). Als je de rook en CO inademt komt dit terecht in je bloed. De CO neemt de plaats in van de zuurstof in je bloed. Hierdoor kun je niet meer helder nadenken. Je wordt duizelig, misselijk, verward. Je kunt er zelfs dood door gaan.

CO kan ook ontstaan als de CV ketel of de houtkachel niet goed zijn afgesteld of branden. 
Als een cv ketel niet goed is afgesteld kun je dat zien aan de waakvlam: De kleur van de vlam is niet mooi blauw, maar ook oranje.

Eigenschappen CO
CO zie je niet, ruik je niet, proef je niet en voel je niet. Daarom noemen we CO ook wel een sluipmoordenaar.

CO (koolmonoxide)melders:
Je kan CO alleen ontdekken als je CO melders hebt opgehangen.

Wist je dat? 
Vogels zijn ook heel gevoelig voor CO. Daarom namen vroeger mijnwerkers vogels in een kooitje mee de mijnen in. Als zo'n vogeltje dan van zijn stokje viel, wisten de mijnwerkers dat er gevaarlijk gas (CO) aanwezig was en konden ze vaak nog op tijd zelf wegkomen.

Rookmelders:
Rook kun je snel ontdekken met rookmelders. Zeker als je slaapt is dat belangrijk. Want in je slaap kan je niet ruiken. Dus je ruikt geen brandlucht.

Ventileren is super belangrijk om ervoor te zorgen dat er een gezond leefklimaat in de woning is. Zeker als je gebruik maakt van kaarsen, sfeerhaarden, bio ethanol branders en hout- en pelletkachels. Want deze ‘branders’ gebruiken veel zuurstof.

De CO melder en rookmelder kunnen, door jou te waarschuwen, je leven redden.

Waar moet je volgens de wet goed werkende rookmelders hebben?
A
Op iedere verdieping, aan het plafond (bij voorkeur in de vluchtroute)
B
Antwoord A + in de slaapkamer
C
Antwoord A + antwoord B + in iedere ruimte waarin kans is op ontstaan van brand

Slide 13 - Quizvraag

Quizvraag:
Waar moet je volgens de wet goed werkende rookmelders hebben?
De wet geeft altijd de minimale brandveiligheidseisen waaraan moet worden voldaan.

Het juiste antwoord is A.

Maar beter is het om méér rookmelders in huis op te hangen. 

Antwoord C is het meest veilig. Als je op deze plaatsen rookmelders hebt opgehangen, dan wordt je het snelst gewaarschuwd als er rook aanwezig is.

Branden ontstaan meestal niet in de vluchtroute maar juist in de andere ruimten.

Bespreek ook: 
Waarom bij voorkeur dan tóch rookmelders in de vluchtroute ophangen?
Antwoord: De vluchtroute is de route die je loopt om vanuit elke ruimte in een gebouw naar buiten te komen. 

De route thuis ben je gewend. Ook in noodsituaties zal je waarschijnlijk deze route willen nemen. Maar als daar gevaarlijke rook komt, dan moet je dat zo snel mogelijk weten.

Als je in je huis de deuren gesloten houdt, en er ontstaat in één van de ruimtes brand, dan kan de gevaarlijke rook zich niet zo makkelijk verspreiden.
De rookmelders helpen om een brand snel te ontdekken en je te waarschuwen. Je kunt snel in actie komen.



voldoende
beter
best

Slide 14 - Tekstslide

Bespreek:
Op verschillende plekken in huis kan brand ontstaan. Gelukkig waarschuwen rookmelders jou als het fout gaat. Je kunt dan snel in actie komen. 

Rookmelders voorkomen dus geen brand, maar ontdekken de brand zodat je snel in veiligheid kunt komen.

Maar hoe ontstaat brand?
Vuur kan ontstaan als de 3 elementen in de branddriehoek aanwezig zijn (brandstof, zuurstof en warmte).

Zuurstof zit in de lucht om ons heen. Brandstoffen zijn stoffen die bij een bepaalde temperatuur gaan branden. Dus als de temperatuur hoog genoeg is kan vuur ontstaan. Bijvoorbeeld als je olie in een pan doet. Wanneer de olie een temperatuur krijgt boven de 300 graden, dan gaat de olie vanzelf branden. 

Als dat vuur zich bevindt op een plek waar dat niet gewenst is, dan is het brand. 

Je hebt dus geen vuur, zoals een kaars,  nodig om brand te krijgen. Door wrijving kan de temperatuur ook oplopen waardoor er vuur ontstaat.

In dit huis zie je enkele risico's in het huis weergegeven. 
  • In de keuken: de vlam in de pan (door even niet opletten tijdens het koken). 
  • In de garage tijdens het klussen (bijvoorbeeld door vonkvorming tijdens las- of slijpwerkzaamheden). 
  • in de badkamer bij de wasdroger (vergeten het stof uit het filter te halen).
  • in de woonkamer, slaapkamer en op zolder bij elektrische apparaten. Bijvoorbeeld door het opladen van apparaten of overbelasting van stekkerdozen. Of door stoken (schoorsteenpijp niet geveegd of pelletkachel niet goed afgesteld) en door spelen met vuur.

Wat kun je doen om een brand te doven? 
Eén van de drie zijden van de branddriehoek weghalen. Dus of de zuurstof weghalen, of de temperatuur naar beneden brengen, of de brandstof weghalen.

Lesidee: Experiment:
Nodig: waxinelichtje, glazen potje met metalen deksel en een lange aansteker.
Stappen:
  • Zet het waxinelichtje op het metalen dekseltje.
  • Steek het waxinelichtje aan.
  • Als het kaarsje goed brandt zet dan het glazen potje op de kop boven het brandende kaarsje.
Wat gebeurt er? 
Het kaarsje gaat uit.

Waarom? 
Het vuur heeft geen zuurstof meer. 



Slide 15 - Video

In deze animatie zie je waarom je 's nachts beter met de binnendeuren dicht kunt gaan slapen.

Hoe koel blijf jij?

Slide 16 - Tekstslide

Bespreek:
Je hebt gezien dat op verschillende plekken in huis brand kan ontstaan. Met goed werkende rookmelders wordt je gelukkig snel gewaarschuwd als het fout gaat. Je kunt dan snel in actie komen. 

Maar wat is de juiste actie?

In de volgende quiz kijken we hoe koel jij blijft in verschillende situaties.
Wat doe je meteen als je grote vlammen in huis ziet?
A
Zelf proberen te blussen
B
Zo snel mogelijk naar buiten gaan
C
112 bellen

Slide 17 - Quizvraag

Quizvraag:
Wat doe je meteen als je grote vlammen in huis ziet?
Antwoord B: Een grote brand geeft veel rook en is erg heet. Dus ga je inderdaad zo snel mogelijk naar buiten.

Stelregel: Brand groter dan een voetbal of er is veel rook?  Staat een accu in brand of een apparaat met een lithium ion batterij? De gevaren zijn dan te groot. Ga niet zélf blussen.  Breng iedereen in veiligheid en bel 112.



Er komen vlammen uit een pan op het fornuis. Je moeder raakt in paniek. Wat moet ze nu doen?
A
Hard gillen en naar buiten rennen
B
Pannenlappen pakken en de pan snel onder de kraan zetten
C
De deksel op de pan doen, gas uitdraaien en afzuigkap uitzetten. Dan 112 bellen

Slide 18 - Quizvraag

Quizvraag:
Er komen vlammen uit de pan op het fornuis. Je moeder raakt in paniek. Wat moet ze nu doen?
Antwoord C.
Als je ziet dat er brand ontstaat in de pan kun je deze vaak nog zelf blussen. Dat doe je door de deksel op de pan te leggen. Laat de pan staan totdat die helemaal is afgekoeld. Gooi nooit water op brandend vet. Dan krijg je een enorme steekvlam.
Loop ook nooit met een pan vol brandend vet.

Bel voor de zekerheid 112. Met een warmtebeeldcamera kan de brandweer zien of het vuur zich via de afzuigkap door het huis verspreidt.

Waarom adviseert de brandweer om deuren in huis dicht te houden?
A
Houdt inbrekers tegen
B
Houdt rook en vuur een paar minuten tegen
C
Helpt tegen de kou

Slide 19 - Quizvraag

Quizvraag:
Waarom adviseert de brandweer om deuren in huis dicht te houden?
Antwoord B. Met de deuren dicht zorg je ervoor dat er zo min mogelijk zuurstof beschikbaar is voor de brand. Die kan daardoor niet snel ontwikkelen en de rook kan zich moeilijker verspreiden.

Met de deuren dicht heb je misschien wel 10 minuten de tijd om veilig je huis te verlaten. Met de deuren open is dit misschien maar 3 minuten.



Je gooit een gebruikte lucifer in de prullenbak.
Er ontstaat er brand. Wat doe je?
A
Je haalt een emmer water en probeert het brandje te blussen
B
Je rent meteen naar buiten en belt 112
C
Je gooit de prullenbak door het raam naar buiten

Slide 20 - Quizvraag

Quizvraag:
Je gooit een gebruikte lucifer in de prullenbak. Er ontstaat brand. Wat doe je?
Antwoord A is het juiste antwoord. 
Als het brandje nog erg klein is en er is niet teveel rook, kun je dat zelf nog blussen.

Een blusdeken zou hier ook voor gebruikt kunnen worden.
 

Midden in de nacht komt er rook uit je hoverboard! Die had je aan de lader laten staan. Wat doe je?
A
Een emmer water over het beginnende brandje gooien
B
De stekker uit het stopcontact trekken, de kamer verlaten en de deur achter je dicht doen. 112 bellen
C
Het raam open zetten voor wat frisse lucht en de brandweer bellen

Slide 21 - Quizvraag

Quizvraag:
Midden in de nacht komt er rook uit je hoverboard! Die had je aan de lader laten staan. Wat doe je?
Antwoord B is het juiste antwoord. 
Je zou nu kunnen denken: het brandje is klein, ik kan er een emmer water over gooien.
Maar dat kun je niet doen bij apparaten die zijn aangesloten op de stroom of waar een accu/batterij in zit.

Deze branden kun je niet zelf blussen. Als een accu gaat branden, verbrandt deze explosief en komen er erg veel giftige stoffen vrij. Zelfs als je maar een klein beetje hiervan inademt, kun je daar je leven lang last van houden.


Op schoolkamp kom je te dicht bij het kampvuur. Je jas staat in brand. Wat doe je?
A
Rennen!
B
Op de grond liggen en rollen.
C
Water zoeken en over je heen gooien

Slide 22 - Quizvraag

Quizvraag:
Op schoolkamp kom je te dicht bij het kampvuur. Je jas staat in brand. Wat doe je?
Antwoord B is het juiste antwoord.
Als je gaat rollen over de grond, dan komt er geen zuurstof meer bij en doven de vlammen. Houd wel je handen voor je gezicht om je gezicht te beschermen tegen de vlammen.

Ga daarna direct met kleding en al onder een lauwwarme douche staan. Maximaal 10 minuten. Onder douche kun je voorzichtig je kleding uitdoen. 

Ben je erg verbrand? Heb je blaren? Waarschuw dan de huisarts of eventueel 112.

Slide 23 - Tekstslide

Vertel:
De brandweer bereidt zich goed voor op allerlei incidenten door zoveel mogelijk verschillende situaties te oefenen.
Ze hebben allerlei afspraken met elkaar gemaakt en iedereen weet precies wat ze van elkaar kunnen verwachten.

Thuisopdracht:
Ook bij jou thuis  kan kan brand ontstaan. Ben jij ook goed voorbereid? En jouw huisgenoten?

Wat zijn bij jou thuis de risico's? En welke afspraken hebben jullie met elkaar gemaakt?

Met deze checklist kun je je eigen huis controleren.  Download de checklist om thuis te bespreken en te controleren.

Neem de checklist ook eens mee naar je opa/oma, buurman/buurvrouw, oom/tante. 

Een paar vragen uit deze lijst gaan we alvast wat beter bekijken in de volgende slide.






Ben jij goed voorbereid? Doe de woningcheck
We laden onze telefoons en laptops op in een ruimte met een rookmelder
We hebben het vluchtplan geoefend
De huissleutels liggen op een vaste plek bij de deur
We hebben een vluchtplan afgesproken
Er hangen op iedere verdieping goed werkende rookmelders
Wij houden de deuren in huis altijd dicht.
Wij trekken de stekkers van de opladers uit het stopcontact als de accu vol is.

Slide 24 - Sleepvraag

Kleine checklist:
Ben jij goed voorbereid?
Loop in gedachten door je eigen huis. 
Ben jij goed voorbereid?

Herken je de voorbeelden die genoemd zijn in deze slide? 

Sleepopdracht:
Sleep de items die jij thuis goed hebt geregeld en afgesproken naar het vak met de smiley.

Bespreek:
Hebben jullie thuis nog geen actie genomen? 
Dan weet je precies wat je nog kunt doen om jezelf samen met je ouders en broertjes en zusjes goed voor te bereiden.
Wat vind je belangrijk om thuis te vertellen over deze les.

Slide 25 - Open vraag

In deze les...
Hebben we 
  • Kennis gemaakt met de verschillende taken van de brandweer.
  • Hebben we de betekenis van enkele gevaarsetiketten geleerd.
  • Hebben we geleerd wat de gevaren zijn van rook en CO en waarom en op welke plek we de melders ophangen.
  • Weten we hoe we onszelf zo goed mogelijk kunnen voorbereiden op incidenten.
Thuisopdracht:
In deze open vraag kun je aangeven wat je vanuit deze les belangrijk vindt om thuis te vertellen.

Met de checklist kun je controleren of je goed bent voorbereid op brand thuis.
Wat vond je van deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 26 - Poll

Met deze poll zie je hoe de leerlingen deze les hebben ervaren.
Vraag ook naar tips om deze les eventueel te verbeteren.

Tips voor het aanpassen of verbeteren van de les kunnen worden gemaild naar:
brandweeropschool@brandweer.nl.