HEJ 2BK- Cursus Taal - §7 Nederlandse Gebarentaal

WELKOM BIJ NEDERLANDS!

Zitten volgens de plattegrond.
Pak je lesboek, schrift en pen.
Ga naar de LessonUp.

1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

WELKOM BIJ NEDERLANDS!

Zitten volgens de plattegrond.
Pak je lesboek, schrift en pen.
Ga naar de LessonUp.

Slide 1 - Tekstslide

Planning

Uitleg werkwoordspelling 

Zelfstandig met de oefeningen aan de slag
P L A N N I N G
Cursus 4 - Taal
1. Lesdoelen
2. Herhaling: thematische uitdrukkingen
3. Huiswerk nakijken 
4. Uitleggen Gebarentaal
5. Samen oefenen
6. Zelfstandig werken
7. Afsluiten

Slide 2 - Tekstslide

  • Je leert over Nederlandse gebarentaal;
  • Je maakt kennis met enkele gebaren;
  • Je leert wat een 'tolk' is en doet.
Lesdoelen

Slide 3 - Tekstslide

Herhaling:
Geef hieronder een voorbeeld van een thematische uitdrukking.

Slide 4 - Open vraag

Welk thema past bij deze uitdrukking?
'Hij is een wolf in schaapskleren.'
A
Mensen
B
Dieren
C
Dingen
D
Planten

Slide 5 - Quizvraag

Welke kleur hoort op de stippellijn?
... vingers hebben
A
Gele
B
Blauwe
C
Groene
D
Rode

Slide 6 - Quizvraag

Welke kleur hoort op de stippellijn?
Op de ... lijst staan
A
Zwarte
B
Groene
C
Witte
D
Rode

Slide 7 - Quizvraag

Welk woord hoort op de stippellijn?
De ... missen
A
koers
B
bus
C
boot
D
vlag

Slide 8 - Quizvraag

Welk woord hoort op de stippellijn?
Van de ... zijn?
A
weg
B
kaart
C
grond
D
wal

Slide 9 - Quizvraag

Huiswerk nakijken
Basis: opdracht 1, 2 en 3
(blz. 96-97)
Kader: opdracht 1, 2 & 3
(blz. 98-99)


Slide 10 - Tekstslide

Ieder land heeft een eigen standaard gebarentaal. Soms lijken gebarentalen op elkaar, soms totaal niet. 

  • De meeste gebaren worden gemaakt op
    hoofd- en borsthoogte.
  • Een gebaar in de buurt van het hart heeft maken met gevoel.
  • Een gebaar rondom het hoofd heeft vaak te maken met denken. 
Nederlandse Gebarentaal (NGT)

Slide 11 - Tekstslide

Simultaan tolken houdt dat een tolk het verhaal met gebaren vertelt, terwijl iemand spreekt.

  • Dit zie je heel vaak tijdens persconferenties op televisie.
Simultaan tolken

Slide 12 - Tekstslide

Opdracht: spel je naam

Slide 13 - Tekstslide

Kijkvragen
1. Welke twee onderdelen van het lichaam gebruik je om gebarentaal te spreken?

 2. Waarom was gebarentaal een lange tijd verboden?

 3. Wat doe je als je ruzie maakt in gebarentaal?

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Kijkvragen
1. Welke twee onderdelen van het lichaam gebruik je om gebarentaal te spreken?

 2. Waarom was gebarentaal een lange tijd verboden?

 3. Wat doe je als je ruzie maakt in gebarentaal?

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Link

Opdrachten maken
WAT? Basis - opdracht 1 & 3 (blz. 98-99)
            Kader - opdracht 1 & 2 (blz. 100-101)

HULP? Steek je vinger op, de docent komt bij. 
HOE? Je mag zachtjes overleggen. 
KLAAR? Maak een samenvatting van Cursus 4: Taal.

Slide 18 - Tekstslide

AFSLUITING
Je hebt nu geleerd over: 
NT2/tweedetaalverwerving
Schrijfstijl
Jongerentaal en nieuwe taal
Voor- en achtervoegsels
Woordenboek
Thematische uitdrukkingen
Nederlandse gebarentaal
Hierover maak je volgende week een toets (SO): 

di - 1 oktober

Slide 19 - Tekstslide