Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Woorden in context (introductie)
Woorden
in context
Stap 7
1 / 10
volgende
Slide 1:
Tekstslide
In deze les zitten
10 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Woorden
in context
Stap 7
Slide 1 - Tekstslide
Nederlands in 13 stappen
Stap 1 taalverzorging
Stap 2 woorden in context (ingezonden brief)
Stap 3 lezen voor de lijst
Stap 4 leesvaardigheid
Stap 5 grammatica
Stap 6 presenteren
Stap 7 woorden in context
Stap 8 lezen voor de lijst (Gouden ei)
Slide 2 - Tekstslide
Engels
Frans
Nederlands
Chinees
Japans
Welke taal heeft de meeste woorden in het woordenboek? Sleep het aantal woorden naar de juiste taal.
500.000 woorden
430.000 woorden
370.000 woorden
171.476 woorden
100.000 woorden
Slide 3 - Sleepvraag
Hoeveel procent van de verschillende woorden moet je kennen om een tekst te begrijpen?
A
60%
B
70%
C
80%
D
90%
Slide 4 - Quizvraag
Hoe groot moet je woordenschat zijn om je later zelfstandig te kunnen redden?
A
7.000 woorden
B
12.000 woorden
C
20.000 woorden
D
60.000 woorden
Slide 5 - Quizvraag
Sleep de juiste betekenis naar het moeilijke woord
kladderadatsch
fammelen
remplaceren
impardonnabele
revitaliseren
fanfarronderen
economische of morele ineenstorting
onrustig met de vingers bewegen
vervangen, aflossen
nieuw leven inblazen
onvergeeflijk
een nors, onvriendelijke persoon
opscheppen, grootspraak
Slide 6 - Sleepvraag
Kladderadatsch - economische of morele instorting
Fammelen - onrustig met de vingers bewegen
Remplaceren - vervangen, aflossen
Impardonnabele - onvergeeflijk
Revitaliseren - nieuw leven inblazen
Fanfarronderen - opscheppen, grootspraak
Slide 7 - Tekstslide
Wat is de herkomst van
iemand links laten liggen
A
de meesten schrijven met rechts, dus links is dan minder
B
links betekent in het Latijn 'negeren'
C
Alles wat van links kwam, was vroeger slecht. Daar kijk je liever niet naar.
D
De vroegere koning in Nederland was blind aan zijn linkeroog. Hij zag dus niet wat links van hem was.
Slide 8 - Quizvraag
Wat is de herkomst van
door het oog van de naald kruipen
A
Het is heel lastig om een draad door het oog van een naald te doen
B
In het Romeinse Rijk noemden ze grotten ogen van naalden. Je wist nooit of er gevaar in dreigde.
C
Omdat kamelen waarschijnlijk alleen kruipend door de poorten uit het Bijbelse Jeruzalem konden komen
D
Als je een draad door het oog hebt, kun je pas verder.
Slide 9 - Quizvraag
Zelfstandig leren
Start met de modulewijzer van stap 7
Maak een goede en juiste woordenlijst
Je werkt de eerste 20 minuten
zelfstandig
en in
stilte
Modulewijzer
Planning
Volg de studiewijzer
Plan zelf het tussentijds leren in (blok 2 en 7)
timer
20:00
Slide 10 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
20190225 start module 7
Februari 2019
- Les met
12 slides
Formeel en informeel schrijven
Februari 2021
- Les met
15 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
Formeel en informeel schrijven
21 dagen geleden
- Les met
15 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
woorden in context (stap 7) introductie en les 1
Februari 2021
- Les met
13 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
Formeel en informeel schrijven
Februari 2021
- Les met
11 slides
Middelbare school
Woorden in context (zelfstandig leren)
September 2020
- Les met
6 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
Powerpoint
Januari 2024
- Les met
19 slides
ICT
Secundair onderwijs
Powerpoint
November 2022
- Les met
25 slides
ICT
Secundair onderwijs