Examentraining boek hoofdstuk 6 Antwoorden

EXAMENTRAINING
Economie
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

EXAMENTRAINING
Economie

Slide 1 - Tekstslide

Wat neem je mee naar het examen?
Let op:
Bij meerkeuze vragen maar 1 antwoord goed
Geld twee cijfers achter de komma
Berekeningen altijd opschrijven
Kijk op hoeveel decimaal je moet afronden
Als er om een uitleg wordt gevraagd deze opschrijven 

Slide 2 - Tekstslide

Een echte leervraag, mag je niet fout doen.

B

Slide 3 - Tekstslide

2
oranje = oud

blauw = nieuw
Dan wordt het een progressief belastingstelsel dus antwoord C

Slide 4 - Tekstslide

Informatiebron op de volgende bladzijde
Wat weet je van groot verdieners?
Gaan die minder kopen?
De grootverdieners houdt wel minder netto over, maar kunnen nog net zoveel kopen als daar voor. Ze zullen minder sparen.
Gemiddeld beslastbaar inkomen  € 5.000.000-€ 25.000=€ 4.975.000
 € 4.975.000/100 x 5,5= € 273.625
:€ 273.625/100 x 30 = € 82.087,50
Totaalontvangt de overheid 143.600 x € 82.087,50= € 117.870.756.000
Een progressief belastingstelsel, hoe hoger het vermogen hoe hoger het rendementspercentage wordt.
- als de belastingen hoger worden gaan steeds meer mensen proberen de belasting te ontwijken, bijvoorbeeld over de grens gaan wonen.
- mensen zullen minder moeite doen om meer te gaan verdienen als ze meer belasting moeten gaan betalen, inkomen daalt en dus minder belastinginkomsten.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

informatiebron op de volgende bladzijde
Waar zijn de beide boven de EMU norm?
C

Slide 7 - Tekstslide

Wat is de vraag?

Slide 8 - Tekstslide

HIER

Slide 9 - Tekstslide

De jongeren zijn de volgende generatie die belasting moeten gaan betalen en die zitten dan met het aflossen van deze staatsschuld en de rente die over betaald moet worden.
Welke formule van procenten?
Als 100% onbekend is.
Welk bedrag is 100% uitrekenen.
Wat weet je?
2,5% = € 10,1 miljard
€ 10,1 mijard/2,5 x 100 = € 404 miljard

Slide 10 - Tekstslide

C

Slide 11 - Tekstslide

D
1. verlagen
2. meer
3. toegenomen
4. meer

Slide 12 - Tekstslide