hoofdzin en bijzin

samengestelde zin
Wat weten jullie nog over een enkelvoudige zin en een samengestelde zin?
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

samengestelde zin
Wat weten jullie nog over een enkelvoudige zin en een samengestelde zin?

Slide 1 - Tekstslide

hoofdzin en bijzin
hoofdzin = het belangrijkste deel van een samengestelde zin.
Als je de bijzin weglaat,  houd je een complete zin over.

In de hoofdzin is de persoonsvorm het eerste of tweede zinsdeel.

In de bijzin staat de persoonsvorm meestal wat verder naar achteren.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Tessa gaat naar de opticien, want ze heeft een nieuwe bril nodig.
A
hoofdzin, hoofdzin
B
hoofdzin, bijzin
C
bijzin, hoofdzin
D
bijzin, bijzin

Slide 4 - Quizvraag

De oude man zit op de kruk, omdat hij moe is
omdat =
A
nevenschikkend voegwoord
B
onderschikkend voegwoord

Slide 5 - Quizvraag

Terwijl moeder het beslag maakt, zet Evi de oven aan.
A
bijzin, hoofdzin
B
hoofdzin, hoofdzin
C
bijzin, bijzin
D
hoofdzin, bijzin

Slide 6 - Quizvraag

Nina leest een boek en Cato is aan het koken.
en =
A
nevenschikkend voegwoord
B
onderschikkend voegwoord

Slide 7 - Quizvraag

Fien gaat naar de dokter, omdat ze haar arm heeft gebroken.
A
bijzin, bijzin
B
hoofdzin, bijzin
C
bijzin, hoofdzin
D
hoofdzin, hoofdzin

Slide 8 - Quizvraag

Zodra de wekker af is gegaan, sta ik op.
zodra =
A
nevenschikkend voegwoord
B
onderschikkend voegwoord

Slide 9 - Quizvraag

Ik heb buikpijn, maar ik ga toch naar school.
A
bijzin, hoofdzin
B
hoofdzin, hoofdzin
C
bijzin, bijzin
D
hoofdzin, bijzin

Slide 10 - Quizvraag

Tim pakt limonade, omdat hij dorst heeft.
A
hoofdzin, hoofdzin
B
bijzin, hoofdzin
C
hoofdzin, bijzin
D
bijzin, bijzin

Slide 11 - Quizvraag

Stijn draagt de tas en James loopt met de hond.
A
bijzin, hoofdzin
B
bijzin, bijzin
C
hoofdzin, bijzin
D
hoofdzin, hoofdzin

Slide 12 - Quizvraag

Meer oefenen?
  1. Online oefenen via het programma bijspijkeren
  2. Cambiumned grammaica samengestelde zinnen

Slide 13 - Tekstslide