Samengestelde zinnen

Welkom

Zinsontleding
Samengestelde zinnen
Nederlands
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom

Zinsontleding
Samengestelde zinnen
Nederlands

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Aan het eind van deze les...

  • kun je samengestelde zinnen herkennen en schrijven.

  • kun je uitleggen wat het verschil is tussen nevenschikkende en een onderschikkende voegwoorden.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samengestelde zinnen
  • In teksten kunnen enkelvoudige en samengestelde zinnen staan.

  • Samengestelde zinnen bestaan uit twee losse zinnen die aan elkaar geplakt zijn.

  • Hoofdzin + hoofdzin of hoofdzin + bijzin die met elkaar verbonden zijn via een voegwoord.

  • Samengestelde zinnen zijn dus  tweeenkelvoudige zinnen die bij elkaar gevoegd zijn: zinnen met twee of meer persoonsvormen (en twee of meer onderwerpen).

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Soorten samengestelde zinnen

  • Hoofdzin + hoofdzin
Ik eet een appel en ik drink thee.

  • Hoofdzin + bijzinnen
Ik ga naar de tandarts, omdat ik kiespijn heb. 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verschillen
Enkelvoudige zin = een zin met één persoonsvorm. 
Samengestelde zin = een zin met meer persoonsvormen.

Zinnen met meer persoonsvormen bestaan uit verschillende zinnen. Deze zinnen zijn meestal met elkaar verbonden door voegwoorden
Er zijn 10 verschillen.

Slide 5 - Tekstslide

  1. Vlek in raam
  2. Steen rechts boven
  3. Onderste la kastje.
  4. Lengte lepel
  5. Haar links
  6. Kaarsen houder onder
  7. Boek op de grond
  8. Bezem links
  9. Bot op de grond
  10. Vlam op de pot
Hoofd- & bijzin
  • Hoofdzin = het belangrijkste deel van een samengestelde zin.
  • Als je de bijzin weglaat, houd je een complete zin over.

  • In de hoofdzin is de pv het eerste of tweede zinsdeel.
  • In de bijzin staat de pv meestal wat verder naar achteren.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoofd- en bijzinnen 

  • Voorbeeld: De jongen gaat naar een cursus, zodat hij nieuwe dingen kan leren.

  • Hoofdzin = De jongen gaat naar een cursus.
  • Bijzin = hij nieuwe dingen kan leren.
  • Voegwoord = zodat 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoofdzin of bijzin?
  • Hoe herken je een hoofdzin?
  • De persoonsvorm en het onderwerp staan naast elkaar en er kan NIETS tussen.

  • Hoe herken je een bijzin?
  • De pv en het ow staan niet naast elkaar of er kan een woord(groep) tussen.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voegwoorden 
  • Voegwoorden zijn woorden die woorden, woordgroepen of zinnen met elkaar verbinden

  • Er zijn twee soorten voegwoorden, namelijk nevenschikkende en onderschikkende.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nevenschikkende voegwoorden
  • Nevenschikkende voegwoorden verbinden gelijkwaardige delen
  • Deze delen kunnen los van elkaar een zin vormen, zonder dat de woordvolgorde verandert. 

  • en, want, maar, of 
  • Voorbeeld: Het kamp lijkt me niet leuk, maar ik ga er toch naartoe. 

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onderschikkende voegwoorden
  • Onderschikkende voegwoorden verbinden ongelijkwaardige zinnen
  • Deze delen kunnen niet los van elkaar een zin vormen, want dan moet je eerst de woordvolgorde veranderen. 

  • Onderschikkende voegwoorden = dat (doordat, nadat, omdat), daarom, dan, tenzij, terwijl, of, zodra et cetera. 
  • Voorbeeld: Willen je ouders, dat je meer aan je schoolwerk doet?

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terwijl zij het vlees bakt, was ik de groenten.
De eerste zin is een...
A
hoofdzin
B
bijzin

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De docent heeft het uitgelegd en de leerlingen snappen het.

Waaruit bestaat deze samengestelde zin?
A
twee hoofdzinnen
B
een hoofdzin en een bijzin
C
twee bijzinnen
D
geen idee

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ik ben benieuwd of jullie het snappen.

Waaruit bestaat deze samengestelde zin?
A
twee hoofdzinnen
B
een hoofdzin en een bijzin
C
twee bijzinnen
D
geen idee

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In dat café kom ik graag, omdat daar altijd mooie herinneringen bovenkomen.
A
nevenschikkend voegwoord
B
onderschikkend voegwoord

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De boer bewerkt het land, zodat daar weer bloemkool kan groeien
A
nevenschikkend voegwoord
B
onderschikkend voegwoord

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Volgend jaar ga ik kamperen, of ik ga met de caravan weg
A
nevenschikkend voegwoord
B
onderschikkend voegwoord

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vandaag ga ik niet naar school, want ik voel me niet goed
A
nevenschikkend voegwoord
B
onderschikkend voegwoord

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Doordat het de hele week heeft geregend, is wandelen in het bos geen pretje
A
nevenschikkend voegwoord
B
onderschikkend voegwoord

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ik ga met de fiets, want het is mooi weer.
A
nevenschikkend voegwoord
B
onderschikkend voegwoord

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De ouders drinken koffie en de kinderen drinken limonade.
A
nevenschikkend voegwoord
B
onderschikkend voegwoord

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Leg uit wat een samengestelde zin is.

Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Leg uit wat het verschil is tussen een onderschikkend en een nevenschikkend voegwoord.

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies


Website
-

Zinsdelen oefenen CambiumNed

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Link

Deze slide heeft geen instructies


Website
-

Zinsdelen oefenen Leer online Nederlands

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Link

Deze slide heeft geen instructies