Fictie les

Fictie 2
Vooraf 
 
In deze opdrachten staat fictie centraal. 
 



1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1-3

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Fictie 2
Vooraf 
 
In deze opdrachten staat fictie centraal. 
 



Slide 1 - Tekstslide

Planning vandaag
1e lesuur
Uitleg fictie + opdracht 1 (lezen + nabespreken)
2e lesuur
Maken opdracht 2 (schrijven kort verhaal)

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen van vandaag
Aan het eind van deze les kun je:  

- in je eigen woorden omschrijven wat fictie is.  
- bij teksten onderscheid maken tussen fictie en non-fictie.   
- zelf fictie (kort verhaal) schrijven op basis van vier elementen: 
                    1. omgeving
                    2.karaktertrek
                    3.personage
                    4. situatie
 
  

 

Slide 3 - Tekstslide

Fictie?

Slide 4 - Woordweb

Opdracht 1
1. Lees nu eerst de tekst over fictie en non-fictie van onderstaande website: https://www.cambiumned.nl/theorie/literatuur/fictie-non-fictie-literatuur-en-lectuur/

2. Maak ook de bijbehorende vragen (15)

Slide 5 - Tekstslide

Fictie of non-fictie?
Een website met informatie over Nepal ]
A
Fictie
B
Non-fictie

Slide 6 - Quizvraag

Een roman

The Hunger Games
A
Fictie
B
Non-fictie

Slide 7 - Quizvraag

Een wetenschappelijk artikel

A
Fictie
B
Non-fictie

Slide 8 - Quizvraag

Serie: 'Achter gesloten deuren'
A
Fictie
B
Non-fictie

Slide 9 - Quizvraag

De serie 'Achter gesloten deuren' wordt realistische fictie genoemd.

Wat zou hiermee bedoeld worden?

Slide 10 - Open vraag

Geef antwoord op de volgende vragen. Overleg met je buurman of buurvrouw (5 min.) . 



1. Is 'Het kistje' een goed voorbeeld van fictie? Waarom wel / waarom niet?
2. Vind jij de hoofdpersoon een realistisch personage in het verhaal?                                                                  Waarom wel? Waarom niet?


                                      Praten op normaal gespreksniveau ajb!

Slide 11 - Tekstslide

Lesuur 2 of thuis
- zelf fictie (kort verhaal) schrijven op basis van vier elementen:  
                 1. omgeving 
                    2.karaktertrek 
                  3.personage 
           4. situatie

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

20 november: het persoonlijk verslag
  • Een verslag is een beschrijving van één of meer gebeurtenissen.
  • Je schrijft een verslag als je een ander laat weten wat er gebeurd of gezegd is (een sportwedstrijd waar je bij was, een ongeval dat je hebt gehad of gezien, een gemaakte reis)
  • Er bestaan verschillende soorten verslagen:
  • zakelijk en objectief verslag: de schrijver van het verslag geeft zo nauwkeurig mogelijk weer wat er is gebeurd, beperkt zich uitsluitend tot de feiten en laat zijn persoonlijke mening helemaal achterwege;
  • persoonlijk en subjectief verslag: de schrijver vertelt wat er is gebeurd en geeft hierover zijn persoonlijke, subjectieve mening.

Slide 15 - Tekstslide

Je schrijft je persoonlijk verslag volgens de regels van het zakelijk schrijven:

inleiding
middenstuk
slot

Slide 16 - Tekstslide