Herhaling 4.1 en 4.2 voortplanting

Wat is een ander woord voor eisprong?
1 / 23
volgende
Slide 1: Open vraag
BiologieVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 4

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Wat is een ander woord voor eisprong?

Slide 1 - Open vraag

Hoe noemen we een bevruchte eicel ook wel?
A
embryo
B
foetus
C
zygote

Slide 2 - Quizvraag

Nadat de kop van een zaadcel is binnengedrongen in een eicel ontstaat er een ondoordringbare laag.
Hoe heet die laag om de eicel heen?

Slide 3 - Open vraag

Nadat de bevruchting heeft plaatsgevonden ontwikkeld zich uit de bevruchte eicel een klompje cellen.
Door welk type deling ontstaan deze cellen?

Slide 4 - Open vraag

Hoe heet het proces waarbij de vlokken van de blastula ingroeien in het baarmoederslijmvlies?

Slide 5 - Open vraag

Rond de vlokken van de blastula vormen zich bloedholten. Wat vormt zich uiteindelijk uit de bloedholten en de vlokken?
A
de navelstreng
B
de placenta
C
het vruchtwater
D
de vruchtvliezen

Slide 6 - Quizvraag

Waarom is de ontwikkeling van de placenta belangrijk voor het embryo?

Slide 7 - Open vraag

Waarvoor dienen de vruchtvliezen en het vruchtwater?

Slide 8 - Open vraag

voorbeelden van primaire geslachtskenmerken zijn: vagina, schaamlippen, penis
A
waar
B
niet waar

Slide 9 - Quizvraag

In welke onderdeel vind de productie van zaadcellen plaats ?

Slide 10 - Open vraag

Secundaire geslachtskenmerken komen tot ontwikkeling in de puberteit. Welk van onderstaande antwoorden geven hiervan voorbeelden?
A
Borsten
B
Bredere heupen
C
onderhuids vet
D
schaamhaar

Slide 11 - Quizvraag

een zaadcel is een diploïde cel
juist of onjuist?

Slide 12 - Open vraag

Hoeveel geslachtschromosomen komen er voor in een menselijke huidcel? noteer cijfers.

Slide 13 - Open vraag

Een zygote heeft n chromosomen.
juist of onjuist?

Slide 14 - Open vraag

mitose is het proces waarbij nieuwe lichaamscellen ontstaan
A
juist
B
onjuist

Slide 15 - Quizvraag

meiose is het proces waarbij nieuwe geslachtscellen ontstaan
A
juist
B
onjuist

Slide 16 - Quizvraag

Gebruik je binas. In welke fase worden chromosomenparen door trekdraden naar een pool getrokken? en gebeurt dit tijdens meiose 1 of 2?

Slide 17 - Open vraag

Gebruik je binas. In welke fase(n) worden chromatiden door trekdraden uit elkaar getrokken?
A
metafase 1
B
anafase 1
C
metafase 2
D
anafase 2

Slide 18 - Quizvraag

In welke fase van meiose worden de DNA-strengen verdubbelt?

Slide 19 - Open vraag

Welke cellen in de teelballen produceren de voorlopercellen waaruit zaadcellen ontwikkelen?
A
Cellen van Sortelli
B
Primaire spermatocyten
C
Secundaire spermatocyten
D
Cellen van leydig

Slide 20 - Quizvraag

Wat is een groot verschil tussen meiose dat plaats vind bij een man en bij een vrouw?
A
De eicellen die ontstaan zijn 2n
B
De zaadcellen die ontstaan zijn 2n
C
Eicellen en zaadcellen zijn n
D
bij mannen ontstaan 4 zaadcellen en bij de vrouw 1 eicel

Slide 21 - Quizvraag

Hoeveel eicellen en zaadcellen zijn nodig om een twee eiige tweeling te vormen?
A
1 eicel, 2 zaadcellen
B
2 eicellen, 1 zaadcellen
C
2 eicellen , 2 zaadcellen
D
1 eicel, 1 zaadcel

Slide 22 - Quizvraag

Wanneer staat het genotype van een organisme vast?
A
Na de innesteling
B
Na de bevruchting
C
Na de klievingsdelingen
D
Na de eisprong

Slide 23 - Quizvraag