much, many, lots of, little, few

Week 5 Instruction
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Week 5 Instruction

Slide 1 - Tekstslide

Grammar Ch. 4
MAVO:
  • Future (Present simple, to be going to & will)
  • Plurals

HAVO/VWO:
  • Future (Present simple, will&shall, present continuous)
  • (a)Lots of / few / little

Slide 2 - Tekstslide

One day we ... to Thailand.(travel)

Slide 3 - Tekstslide

One day we will travel to Thailand.

(promise/prediction)

Slide 4 - Tekstslide

We .... to Thailand next spring (travel)

Slide 5 - Tekstslide

We are traveling to Thailand next spring 

Present Continuous = arranged plan


Slide 6 - Tekstslide

Our plane to Thailand ... at 5
(leave)


Slide 7 - Tekstslide

Our plane to Thailand leaves at 5




Scheduled event = staat vast = present simple

Slide 8 - Tekstslide

Plural

De meeste vormen eindigen in het meervoud op -s

parent - parents
star - stars
friend - friends
Plural

Eindigen op -s/sh klank


watch - watches
dish - dishes

Slide 9 - Tekstslide

Plural

Eindigen op medeklinker + -y

lady - ladies
story - stories
Plural

Eindigen op medeklinker + -o

potato - potatoes
tornado - tornadoes

Slide 10 - Tekstslide

Plural

Eindigen op -f / -fe

wolf - wolves
calf - calves

Plural

Uitzonderingen:

- child -> children
- woman -> women
- foot -> feet
- mouse -> mice
- tooth -> teeth

Slide 11 - Tekstslide

What are the plural forms of:
Man - Child - Watch - Tooth - Leaf

Slide 12 - Open vraag

Slide 13 - Tekstslide

Grammar Ch. 4: Quantifiers H/V

(Much / Many)

a lot of  / lots of

little / a little

 few / a few



Slide 14 - Tekstslide

a lot of / lots of

a lot of, lots of betekenen "veel". 


A lot of / Lots of students like to go shopping. 

He has got a lot of / lots of money






Slide 15 - Tekstslide

(a) little / (a few)
Betekent: weinig / niet veel / een paar

I only have a little water left 
I only have a few bottles of water 


Slide 16 - Tekstslide

(a) little

(a) little bij zelfstandig naamwoorden die je niet kunt tellen.

There is little room left in my wardrobe.


a little = een beetje

little = weinig

Slide 17 - Tekstslide

(a) few

(a) few bij zelfstandige naamwoorden die telbaar zijn.


a few = een paar

few = weinig


There are a few cats in my living room.

There are few cats in my neighborhood.


Slide 18 - Tekstslide

Telbaar en niet telbaar

What is the difference?


Je kunt aan het woord zien of het ev of mv is > telbaar
Je kunt dit niet zien > niet telbaar


money 
sisters

Slide 19 - Tekstslide

….. Dutch skaters win prizes in international tournaments
A
Much
B
A lot of
C
A little

Slide 20 - Quizvraag

..... girls bought new clothes in that shop, because it is pretty expensive
A
Little
B
A few
C
Few
D
Lots of

Slide 21 - Quizvraag

I got ..... birthday cards.
A
a few
B
a little

Slide 22 - Quizvraag

I could eat ..... chocolate, but my mother keeps it away from me.
A
a few
B
little
C
lots of

Slide 23 - Quizvraag

Now Practice
Go to Stepping Stones Chapter 4
Make Exercises E: Quantifiers 

Slide 24 - Tekstslide