Herhaling Marketing tot en met 3.4

• Marketing & Communicatie
• MBO
• Studiejaar 2

Herhaling Marketing 

20 vragen 

tot en met examenterm 3.4

1.1 Pinkcube bekijkt de verkoopdata en het klantgedrag op de website om inzicht te krijgen in hun marktpositie.

Om welk onderdeel van het marketingproces gaat het hier?

1. Analyse
2. Strategie
3. Plannen maken
4. Uitvoeren/ implementeren

1.2 Een bedrijf besluit om een nieuwe productlijn te introduceren om zich te onderscheiden van de concurrentie.

Van welk planningsniveau is hier sprake?

1. Operationeel
2. Tactisch
3. Strategisch
4. Geen van allen

1.3 Veranderingen zoals meer werkloosheid kunnen van invloed zijn op sponsorcontracten, ticketverkoop en andere inkomstenbronnen van De Graafschap.

In welk onderdeel van de SWOT valt dit?

1. Sterkte
2. Zwakte
3. Kans
4. Bedreiging

1.4 In de Achterhoek verandert de gezinssamenstelling de afgelopen jaren. Er zijn meer samengestelde en één-ouder gezinnen en alleenstaanden.

Onder welk onderdeel van de DESTEP-analyse valt dit?

1. Ecologisch
2. Demografisch
3. Politiek-Juridisch
4. Economisch

1.5 Welke fase volgt in het aankoopbeslissingsproces na de fase 'feitelijk aankoop'?

1. Behoefteherkenning
2. Informatie verzamelen
3. Evaluatie van de alternatieven
4. Evaluatie van het gebruik

1.6 Welke fase ontbreekt hier in de online marketingfunnel:
bezoeken, beslissen, bestellen, betalen, binden?

1. Informatie verzamelen
2. Evalueren
3. Boeien
4. Producten vergelijken

2.1 Wat is een persoonlijke factor die van invloed is op het koopgedrag?

1. Sociale invloeden
2. Normen en waarden
3. Leeftijd en levensfase
4. Groepsdruk

2.2 De atletiekvereniging deelt flyers uit aan 55-plussers om deelnemers te werven voor een nieuwe wandelgroep.

Van welk segmentatiecriterium is hier sprake?

1. Geografisch
2. Demografisch
3. Psychografisch
4. Socio-economisch

2.3 Een deurenfabrikant adverteert en promoot het nieuwste assortiment deuren aan haar dealers.

Van welke vorm van marketing is hier sprake?

1. Business-to-business
2. Consumer-to-consumer
3. Business-to-consumer
4. Consumer-to-business

2.4 Emotie speelt een rol, het koopproces is kort en direct en meestal wordt voor kleinere bedragen gekocht. Is hier sprake van een B-t-C of B-t-B markt?

1. B-t-C
2. B-t-B

2.5 Een bedrijf past haar marketingmix aan en verlaagt de prijs van haar producten. Het bedrijf verandert niets aan het product en richt zich op dezelfde markt.

Van welke groeistrategie van Ansoff is hier sprake?

1. Productontwikkeling
2. Marktontwikkeling
3. Diversificatie
4. Marktpenetratie

2.6 Je kijkt naar het marktaandeel ten opzichte van de grootste concurrent. Ook kijk je naar de mogelijke marktgroei. Welke model gebruik je hiervoor?

1. BCG-matrix
2. SWOT-analyse
3. DESTEP-analyse
4. Positioneringsmatrix

2.7 Je kijkt hoe jouw organisatie zich onderscheid van de concurrentie. Je bekijkt de unieke positie in de markt en of deze aansluit bij je doelgroep. Welk model gebruik je hiervoor?

1. BCG-matrix
2. SWOT-analyse
3. DESTEP-analyse
4. Positioneringsmatrix

2.8 De klant koopt gezonde kwark omdat hij zich hierdoor fitter voelt en wilt afvallen.

Is hier sprake van een Unique Selling Point (USP) of een Unique Buyer Reason (USB)?

1. USP
2. USB

2.8 Je promoot jouw kledingassortiment via een brochure per post en geadresseerd op naam.

Welk marketingcommunicatie-instrument wordt hier gebruikt?

1. Reclame
2. Public Relations
3. Sponsoring
4. Direct Marketing

2.10 Coolblue wil marktleider blijven op het gebied van elektronica.
Is hier sprake van een ondernemings-, marketing-, of communicatiedoelstelling?

1. Ondernemersdoelstelling
2. Marketingdoelstelling
3. Communicatiedoelstelling
4. Geen van allen

3.1 Het concert van Pink is binnen 10 minuten volledig uitverkocht.
Is hier sprake van een kopersmarkt of een verkopersmarkt?

1. Kopersmarkt
2. Verkopersmarkt

3.1 De markt heeft een paar aanbieders die enige controle hebben over de prijs.

Van welke marktvorm is hier sprake?

1. Oligopolie
2. Monopolie
3. Monopolistische concurrentie
4. Volledige mededinging

3.2 Een bedrijf maakt het product van de concurrent na waardoor ze weinig kosten hebben en weinig risico nemen.

Van welke concurrentiepositie is hier sprake?

1. Marktleider
2. Marktnicher
3. Marktvolger
4. Marktuitdager

3.3 Een student twijfelt of hij een auto koopt of toch met het openbaar vervoer naar school blijft gaan.

Van welke concurrentiepositie is hier sprake?

1. Generieke concurrentie
2. Productvormconcurrent
3. Merkconcurrentie
4. Behoeftenconcurrentie

3.4 P&G heeft verschillende merken voor verschillende doelgroepen zoals Pampers voor baby's en shampoo voor vrouwen. Van welke vorm van segmentatie is hier sprake?

1. Ongedifferentieerde marketing
2. Gedifferentieerde marketing
3. Geconcentreerde marketing
4. Geen van allen