Nakijken A en F blz. 14> en A blz. 15>
Opdracht F
1. ...over wie nog nooit iemand... (personen)
2. ze = Fiens/Emma’s blonde haren
3. hem = het (het boek > onzijdig)
4. het leukste wat (overtreffende trap)
5. De familie Van Oranje heeft al haar
6. ..., wat heel leuk is. (verwijst terug naar een hele zin)