les H7 Formuleren paragraaf 4 foutieve beknopte bijzin en herhaling.

Dagopening
1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 44 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Dagopening

Slide 1 - Tekstslide

Nakijken blz. 14 en 15 in de reader
  • 1: betekenis  +  en ik houd meer van konijnen dan van…
  • 2: vorm (getal)  + en wordt ‘s nachts…
  • 3: betekenis  + en legde daarna de stof…
  • 4: rol  + en die koop ik regelmatig
  • 5: vorm (getal)  + en is een fietspad…
  • 6: betekenis + en ze komt daarom zelden…
  • 7: betekenis  + en is daarom…


Slide 2 - Tekstslide

Nakijken


  • 8: rol  + en die vind ik best mooi…
  • 9: betekenis  + en hij is dan ook…
  • 10: betekenis  + en trok zich niets aan van…


Slide 3 - Tekstslide

Formuleren H6
 
Foutive beknopte bijzin

Luid zingend kwam de bus
 bij de Efteling aan!



                  

Slide 4 - Tekstslide

Formuleren H6
 
Foutive beknopte bijzin                                    Wat moet het wel zijn?

Luid zingend kwam de bus
 bij de Efteling aan!



                  

Slide 5 - Tekstslide

Formuleren H6
 
Foutieve beknopte bijzin                                    Wat moet het wel zijn?

Luid zingend kwam de bus
 bij de Efteling aan!



                  
Terwijl de kinderen luid zongen, kwam de bus bij de Efteling aan.

Slide 6 - Tekstslide

De foutieve beknopte bijzin
Wat is eigenlijk een beknopte bijzin?
  • Een zin zonder onderwerp en persoonsvorm.

  • We aten een ijsje. + We reden naar Utrecht.




Slide 7 - Tekstslide

De foutieve beknopte bijzin
Wat is eigenlijk een beknopte bijzin?
  • Een zin zonder onderwerp en persoonsvorm.

  • We aten een ijsje. + We reden naar Utrecht.

    Na een ijsje te eten, reden we naar Utrecht.




Slide 8 - Tekstslide

De foutieve beknopte bijzin
Wat is eigenlijk een beknopte bijzin?
  • Een zin zonder onderwerp en persoonsvorm.

  • We aten een ijsje. + We reden naar Utrecht.

    Na een ijsje te eten, reden we naar Utrecht. Of
    Een ijsje etend, reden we naar Utrecht.
    Helemaal volgegeten, reden we naar Utrecht.



Slide 9 - Tekstslide

De foutieve beknopte bijzin
Wat is eigenlijk een beknopte bijzin?
  • Een zin zonder onderwerp en persoonsvorm.

  • We aten een ijsje. + We reden naar Utrecht.

    Na een ijsje te eten, reden we naar Utrecht. Of
    Een ijsje etend, reden we naar Utrecht.  
    Helemaal volgegeten, reden we naar Utrecht.



  1. te + hele ww
  2. onv. dw.
  3. volt. dw.

Slide 10 - Tekstslide

De foutieve beknopte bijzin
  • In een foutieve beknopte bijzin is het denkbeeldig onderwerp in de beknopte bijzin anders dan in de hoofdzin.







Slide 11 - Tekstslide

Formuleren H6
 
Foutieve beknopte bijzin

Luid zingend, kwam de bus
 bij de Efteling aan!



                  
Onderwerp

Slide 12 - Tekstslide

Formuleren H6
 
Foutieve beknopte bijzin

Luid zingend, kwam de bus
 bij de Efteling aan!



                  
Onderwerp
Denkbeeldig onderwerp 
= niet 'de bus' 

Slide 13 - Tekstslide

Foutieve beknopte bijzin
Nog een voorbeeld:






Slide 14 - Tekstslide

Foutieve beknopte bijzin verbeteren
Oplossing: voeg weer een ow en pv toe!

  • Het vlees is goed gebraden
                    +
  • Hij eet het vlees
  • Het goed gebraden vlees eet hij op.
                    of
  • Goed gebraden, wordt het vlees door hem opgegeten.






Slide 15 - Tekstslide

Wat klopt er niet, hoe is het beter?
Cola drinkend verscheen de openingsscène van Star Wars op het beeld.


Na chocolade te hebben gegeten kwam de huiduitslag weer opzetten.


Na gedoucht te hebben bleek mijn handdoek doorweekt.

Slide 16 - Tekstslide

Wat klopt er niet, hoe is het beter?
Cola drinkend verscheen de openingsscène van Star Wars op het beeld.


Na chocolade te hebben gegeten kwam de huiduitslag weer opzetten.


Na gedoucht te hebben bleek mijn handdoek doorweekt.

  • Toen we cola dronken, verscheen de openingsscène van Star Wars op het beeld.

  • Nadat ik chocolade had gegeten, kwam de huiduitslag weer opzetten.

  • Nadat ik gedoucht had, bleek mijn handdoek doorweekt.


Slide 17 - Tekstslide

oefenen 
1. Maak opdracht 6a en 6b uit het boekje
 formuleren (blz. 17 en 18)
               
2. Als je klaar bent, ga je verder met opdracht 1
en 2 van blz. 244

(Of online opdracht 1 en 2 van hoofdstuk 7
(formuleren), paragraaf 6 (foutieve beknopte
bijzin))
Foutieve samentrekking
Kijk naar:
1. betekenis hetzelfde?
2. vorm hetzelfde? (mv/ev) 
3. rol hetzelfde? 
 (zinsdeel)
4. plaats hetzelfde?
(t.o.v. pv) 
Incongruentie:
Onderwerp en persoonsvorm staan niet beide in ev of mv. 

Slide 18 - Tekstslide

Nakijken opdracht 6a
  1. Als je hard traint en goed eet, moet de marathon voor jou te doen zijn.
  2. Terwijl we nog slaperig waren na een korte nacht, maakte de koffie ons weer een beetje wakker.
  3. Nadat we drie uur overlegd hadden, ging de staking niet door.
  4. Toen we bij de bioscoop aankwamen, was de film al begonnen.
  5. Als je wacht voor de kassa, duurt de tijd altijd langer dan normaal.

Slide 19 - Tekstslide

Nakijken opdracht 6b
  1. In het voortgezet onderwijs wordt veel te hard gewerkt, want de helft van
    de leerlingen op middelbare scholen klagen wel eens over overbelasting.
    Incongruentie
  2. Na de kozijnen geverfd te hebben begon het plotseling te regenen.
    Foutieve beknopte bijzin
  3. De burgemeester dacht dat het toelaten van stadsbussen en vrachtwagen meer milieuvervuiling zouden veroorzaken.
    Incongruentie
  4. Jullie hebben veel huiswerk, maar ik (heb) veel minder. Foutieve samentrekking (vorm)
  5. Mijn vader en ik vinden dat de georganiseerde criminaliteit een van de
    ergste problemen van onze maatschappij zijn. Incongruentie

Slide 20 - Tekstslide

Nakijken opdracht 6b
  • 6. Er zijn vier personen voor uitstel van de vergadering en één (is) tegen. Foutieve samentrekking (vorm)
  • 7. Om een goed uitzicht te hebben op de Tourrenners is een berghelling de
beste plaats. Foutieve beknopte bijzin
  • 8. Blij zingend vanwege de overwinning bracht de supportersbus de
voetbalfans weer thuis. Foutieve beknopte bijzin
  • 9. De partij balken die de aannemer besteld had, lagen (lag) in de buitenlucht te
verrotten. incongruentie
  • 10. Wapperend met haar blonde haren hebben de jongens altijd veel
aandacht voor Kirsten. Foutieve beknopte bijzin

Slide 21 - Tekstslide

Nakijken opdracht 6b
  • 11.De directeur heeft hem gebeld en het probleem voorgelegd.
    Foutieve samentrekking (rol: hem is eerst lv, daarna mv)
  • 12.Keurig opgepoetst met Wash & Shine gaf de verkoper nog 1000 euro voor
mijn oude auto. Foutieve beknopte bijzin
  • 13.Jordi is ziek en daarom (is hij) niet naar school gegaan.

    Foutieve samentrekking (plaats)



Slide 22 - Tekstslide

oefenen 
1. Maak opdracht 6a en 6b uit het boekje formuleren (blz. 17 en 18)
                 Dit kijken we zo samen na.




2. Als je klaar bent, ga je verder met opdracht 1 en 2 van blz. 244
(Of online opdracht 1 en 2 van hoofdstuk 7 (formuleren), paragraaf 6 (foutieve beknopte bijzin))
Foutieve samentrekking
Kijk naar:
1. betekenis hetzelfde?
2. vorm hetzelfde? (mv/ev) 
3. rol hetzelfde? 
 (zinsdeel)
4. plaats hetzelfde?
(t.o.v. pv) 

Slide 23 - Tekstslide

Deze les
  • Kahoot (beknopte bijzin)
  • Nakijken opdracht 6b reader blz. 18
  • Theorie onjuist begrensde zinnen (uitlegfilmpje)
  • Opdracht 1 online/ uit het lesboek.




Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Link

Nakijken opdracht 6b
  1. In het voortgezet onderwijs wordt veel te hard gewerkt, want de helft van
    de leerlingen op middelbare scholen klagen wel eens over overbelasting.
    Incongruentie
  2. Na de kozijnen geverfd te hebben begon het plotseling te regenen.
    Foutieve beknopte bijzin
  3. De burgemeester dacht dat het toelaten van stadsbussen en vrachtwagen meer milieuvervuiling zouden veroorzaken.
    Incongruentie
  4. Jullie hebben veel huiswerk, maar ik (heb) veel minder. Foutieve samentrekking (vorm)
  5. Mijn vader en ik vinden dat de georganiseerde criminaliteit een van de
    ergste problemen van onze maatschappij zijn. Incongruentie

Slide 26 - Tekstslide

Nakijken opdracht 6b
  • 6. Er zijn vier personen voor uitstel van de vergadering en één (is) tegen. Foutieve samentrekking (vorm)
  • 7. Om een goed uitzicht te hebben op de Tourrenners is een berghelling de beste plaats. Foutieve beknopte bijzin
  • 8. Blij zingend vanwege de overwinning bracht de supportersbus de voetbalfans weer thuis. Foutieve beknopte bijzin 
  • 9. De partij balken die de aannemer besteld had, lagen (lag) in de buitenlucht te verrotten. incongruentie
  • 10. Wapperend met haar blonde haren hebben de jongens altijd veel aandacht voor Kirsten. Foutieve beknopte bijzin 

Slide 27 - Tekstslide

Nakijken opdracht 6b
  • 11.De directeur heeft hem gebeld en het probleem voorgelegd. 
    Foutieve samentrekking (rol: hem is eerst lv, daarna mv)
  • 12.Keurig opgepoetst met Wash & Shine gaf de verkoper nog 1000 euro voor mijn oude auto. Foutieve beknopte bijzin
  • 13.Jordi is ziek en daarom (Jordi is) niet naar school gegaan. (onderwerp/pv)
    Foutieve samentrekking (plaats) 
    Goede zin: en daarom is hij niet naar school gegaan. (pv/onderwerp)



Slide 28 - Tekstslide

Hoe verbeter je ook alweer een foutieve beknopte bijzin?

Zin 1:
Lallend en zwalkend begeleidden de agenten de dronkaard naar zijn cel.

Slide 29 - Tekstslide

Hoe begrens je een zin?
- Hoofdzinnen: verbinden ( met dus, en, of, want, maar) of van elkaar scheiden (punt).

Bijzinnen: verbinden met de hoofdzin (plaats een komma voor het voegwoord en tussen twee persoonsvormen)

UITLEGFILMPJE KIJKEN





Slide 30 - Tekstslide

Welke zin is juist begrensd?
A  1. Floris is heel vrolijk, omdat hij vanavond pannenkoeken eet.
     2. Floris is heel vrolijk. Omdat hij vanavond pannenkoeken eet.
B. 1. Ik pak mijn tas in. Ik ga drie weken naar Spanje.
     2. Ik pak mijn tas in, ik ga drie weken naar Spanje.
C. 1. Veel leerlingen hebben hun telefoon bij zich in de les, ze zijn hierdoor snel afgeleid.
    2. Veel leerlingen hebben hun telefoon bij zich in de les, waardoor ze snel zijn afgeleid.





Slide 31 - Tekstslide

Hoe begrens je een zin?
Hoofdzinnen: verbinden (dus, en, of, want, maar) of van elkaar scheiden (punt).

Bijzinnen: verbinden met de hoofdzin (plaats een komma voor het voegwoord)

UITLEGFILMPJE KIJKEN





1. Maak uit het lesboek opdracht 1 blz. 247 (online: Hoofdstuk 7 formuleren, paragraaf 'zinnen onjuist begrenzen')  
2. Kies voor eind volgende week een nieuw leesboek. De opdracht hierbij wordt het schrijven van een recensie.  

Slide 32 - Tekstslide

Werkblad nakijken
Opdracht 2 zin 1
Jocelyn Morffi deelde vorig weekend enkele foto’s van haar huwelijk op Facebook. Woensdag ging ze weer aan het werk op de lagere school en werd ze naar het kantoor van de directrice geroepen, vertelt een vriendin van de vrouw aan de Miami Herald. Daar kreeg ze te horen dat ze ontslag moest nemen, omdat ze in het huwelijksbootje was gestapt met een vrouw, hetgeen niet paste bij de katholieke waarden van de school. Maar Morffi weigerde. Een paar dagen later werd ze – zonder officiële reden – alsnog ontslagen, hoewel ze al zeven jaar lesgaf op de school. Ik vind dat zoiets niet kan. 

Slide 33 - Tekstslide

Werkblad maken
Opdracht 2 zin 2
Veel Duitse militairen deden echt niet voor de lol mee aan de oorlog. Ze hadden gewoon dienstplicht, dus ze waren slachtoffer van de omstandigheden. Aan het einde van de oorlog ging het bovendien om jonge jongens. Die vonden het helemaal niet leuk om naar het front gestuurd te worden of in het buitenland gelegerd te worden als onderdeel van de bezettingsmacht. Soms kwamen ze om in dat buitenland. Ik vind dat we bij de Dodenherdenking ook stil moeten staan bij zulke ‘onschuldige daders’. Maar moet een jongen ook een gedicht kunnen voorlezen over zijn oom die in dienst van de Waffen-SS aan het oostfront gesneuveld is? Dat weet ik niet.

Slide 34 - Tekstslide

Argh hoe pak ik dit nou aan?
Stappenplan
  1. Maak de samentrekking ongedaan 
  2. Stel vast wat er is samengetrokken
  3. Doe de vier checks (betekenis, vorm, rol, plaats)
  4. Verbeter de fout (dus: zet er iets bij!)  



Slide 35 - Tekstslide

Deze les 4h
  1. Enquête invullen
  2. Maken herhalingsopdracht foutieve samentrekking (reader)
  3. Nakijken herhalingsopdracht
  4. Mixopdracht (reader)
  5. Kahoot (foutieve samentrekkingen)

Slide 36 - Tekstslide

docentbespreking.nl :)
Enquête invullen

- 30 vragen (op een schaal)
- max. 10 min. (dus niet te lang over nadenken)
- anoniem 

Bedankt!


Slide 37 - Tekstslide

Hoe verbeter je ook alweer een foutieve samentrekking?
Stappenplan
1. Maak de samentrekking ongedaan
2. Stel vast wat er is samengetrokken
3. Doe de vier checks (betekenis, vorm, rol, plaats)
4. Verbeter de fout (dus: zet er iets bij in de bijzin!)  

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Link

Aan de slag!
2. Herhalingsopdracht foutieve samentrekking (reader blz. 16)
3. Klaar? Mixopdracht (reader blz. 19, 20) in je schrift of op een           blaadje. (t/m zin 16 is huiswerk)
Stappenplan foutieve samentrekking: 
Maak de samentrekking ongedaan
Stel vast wat er is samengetrokken
Doe de vier checks (betekenis, vorm, rol, plaats)
Verbeter de fout (dus: zet er iets bij!)  

Slide 40 - Tekstslide

Nakijken opdracht blz. 16
1. …en wordt een park aangelegd…
vorm niet hetzelfde
2. …en deze brengen wij …
rol niet hetzelfde
In het eerste deel is ‘de zomervakantie’ onderwerp, in het tweede deel is het lijdend voorwerp.

Slide 41 - Tekstslide

Nakijken opdracht blz. 16
3. …en dat is een leuk beroep.
rol niet hetzelfde
Brandweerman is in het eerste gedeelte geen onderwerp (maar naamwoordelijk deel van het gezegde), in het tweede gedeelte wel.
4. …Ellen en Denise gaan studeren in Amsterdam.
vorm niet hetzelfde

Slide 42 - Tekstslide

Nakijken opdracht blz. 16
5. …had hij haar beroofd.
plaats (ten opzichte van de persoonsvorm) niet hetzelfde. In het eerste deel is het onderwerp/pv (de overvaller had), in het tweede deel is het pv/onderwerp (had hij).


Slide 43 - Tekstslide

Voor de toets: oefenen oefenen oefenen!
(De antwoorden van de reader zal ik in teams zetten)
Denk na over een nieuw leesboek, vraag wat klasgenoten aan kunnen raden.

Wat kan ik verder nog voor jullie doen?

Slide 44 - Tekstslide