CPO 6GA les 1

• Communicatie
• Hoger onderwijs

Oefenen voor rollenspel 2/12

2 opties:

1) Je gaat onmiddellijk aan de slag met oefenen van de verschillende gesprekken via rollenspel (per 3)

2) Theorie gesprekstechnieken en verschillende soorten gesprekken eerst herhalen, daarna oefenen.

Ik ga voor optie:

Structuur van een gesprek

Aanloopfase

Planningsfase

Themafase

Slotfase

Fase 1

Fase 2

Fase 3

Fase 4

Fase 1: Aanloopfase

Fase 2: Planningsfase

Fase 3: Themafase

Fase 4: Slotfase

Welk gespreksdoel is dit: De zorgvrager kan na het gesprek in eigen woorden uitleggen wat het onderzoek zal inhouden.

1. Kennisdoel
2. Gedragsdoel
3. Houdingsdoel

Kennisdoel: wat wil je dat de patiënt van kennis heeft over een bepaald onderwerp, wat weet hij/zij al?

Gedragsdoel: Welk gedrag wil je veranderd zien?

Houdingsdoel: Welke mening/houding wil ik beïnvloeden met dit gesprek?

Welke gevoel wil ik achterlaten na dit gesprek?

Welk gespreksdoel is dit: De zorgvrager rookt na het gesprek 5 sigaretten minder per dag.

1. Kennisdoel
2. Gedragsdoel
3. Houdingsdoel

Welk gespreksdoel is dit?: De zorgvrager ziet na het gesprek het voordeel in van het volgen van een dieet.

1. Kennisdoel
2. Gedragsdoel
3. Houdingsdoel

Valkuilen in de communicatie

- Bagatelliseren

- Generaliseren

- Incongruent zijn

- Gedachten lezen

- Te snel adviseren

- Moraliseren

- Dwingen tot praten

- Verkleinwoorden

- 'Ik begrijp het'

 

1) Bagatelliseren: probleem kleiner maken dan het is.

2) Generaliseren: Probleem veralgemenen ('iedereen heeft dit wel eens)

3) Incongruent zijn

Geen overeenstemming tussen inhoudsniveau en betrekkingsniveau van de communicatie

4)Gedachten lezen (vb. ik zeg maar niets want ze zullen mijn mening toch maar gek vinden)

5) Te snel adviseren

Onmiddellijk een oplossing zoeken

(vb. ik heb hoofdpijn--> ik geef je een pilletje)

6) Moraliseren= het gevoel geven aan de ander dat hij iets niet goed doet. Heeft een nadelig effect op het verdere contact. 

Wordt gevoed door hiërarchie--> ik, als verpleegkundige, weet wat best voor u is.

7) Dwingen tot praten

Blijven doorvragen terwijl je voelt dat de patiënt er eigenlijk niet over wil praten.

8) Verkleinwoorden

9) 'Ik begrijp het'

Sociale vaardigheden?

Parafraseren

Reflecteren

Concretiseren

Doorvragen

Gesprek 1

VOORLICHTINGSGESPREK

1) Welke fasen herken je?

2) Welke inhoud komt in welke fase aan bod?

Gesprek 2

Welk gesprek past bij deze doelstellingen?

1. het opbouwen van een vertrouwensrelatie tussen de verpleegkundige en de zorgontvanger;

2. het verzamelen van gegevens;

3. het informeren over de gang van zaken op de afdeling, zoals artsenvisites, bezoektijden, …

4. het voorlichten over de betreffende behandeling of onderzoek en de consequenties daarvan, voor zover die op verpleegkundig terrein liggen;

5. evaluatie en verslag.

Anamnesegesprek

Anamnesegesprek

Welke soorten heb je allemaal?

Gestructureerd gesprek --> via anamneseformulier

Nadeel: Beleving van ziekte, opname, ingreep komt onvoldoende aan bod.

Vrije attitudegesprek --> vrij gesprek waar de vragen van het anamneseformulier in verwerkt zijn

Nadeel: relevante info komt soms niet aan bod omdat de patiënt praat over wat hij op dit moment belangrijk vindt.

semi gestructureerd gesprek: 

themafase wordt verdeeld: 

eerst luisteren naar gevoelens

vragen stellen uit anamneseformulier die nog niet beantwoord werden

info geven over de afdeling

voorlichting geven over de behandeling/onderzoek

Gesprek 3

Pijnanamnese: Welke vragen kan je stellen om tot een compleet beeld van de pijn te komen?

Pijnintensiteit (via schaalvraag)

wanneer meer pijn/minder pijn

duur van de pijn

plaats van de pijn

eerdere pijnervaringen

pijnbeleving

Gesprek 5

Slechtnieuwsgesprek

Eigen ervaringen?

Slechtnieuwsgesprek
Dit gaat enkel over het meedelen van een overlijden.

JA

NEE

Tips om het slechte nieuws mee te delen?

Samenvatting soorten gesprekken

1) Gelegenheidsgesprek

2) Anamnesegesprek

3) Pijnanamnesegesprek

4) Voorlichtingsgesprek

5) Slechtnieuwsgesprek