Week 36 les 2 vwo 3

Week 36 les 2
Overhoring over 2 weken! 

Wie kan nog niet in LessonUp?!
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieWOStudiejaar 3

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Week 36 les 2
Overhoring over 2 weken! 

Wie kan nog niet in LessonUp?!

Slide 1 - Tekstslide

Planning
- Voorbeeld BTW
- Stijging / daling en we weten het nieuwe getal en hoeveel het gestegen of gedaald was 

Slide 2 - Tekstslide

BTW
Belasting Toegevoegde Waarde 

21% of 9% (verlaagde BTW-tarief = 9%)

Stel dat ik een kledingstuk koop van €50 (incl. BTW, en een BTW-tarief van 21%), wat betaal ik dan aan BTW? 







Slide 3 - Tekstslide

BTW
Fout: 21% van €50: 0,21 x €50 = €10,50

Goed: 21/121 x €50 = €8,68 (afgerond) is het BTW-bedrag van het kledingstuk van €50

Waarom?!

Slide 4 - Tekstslide

BTW
Prijs excl. BTW + 21% BTW = Prijs incl. BTW 

Is hetzelfde als:

Prijs excl. BTW + 0,21 x prijs excl. BTW = Prijs incl. BTW 

En dit komt weer neer op: Prijs excl. BTW x 1,21 = Prijs incl. BTW 

Je kunt de prijs excl. BTW zien als de 'oude' prijs (de 100%), hierover wordt 21% belasting betaald door de consument (of de koper) en de verkoper draagt deze af aan de Belastingdienst. 




Slide 5 - Tekstslide

BTW
De 'nieuwe' prijs (de prijs incl. BTW) is dan in werkelijkheid 121%. Reken je van de prijs incl. BTW naar de prijs excl. BTW terug, dan moet je dus van 121% naar 100%!

Het deel BTW in de prijs incl. BTW is dan natuurlijk 21/121 (≈17,4% en dus geen 21% van deze prijs!) 

Slide 6 - Tekstslide

BTW aanvullend (ter info)
Voorbeeld: Stel een handelaar koopt iets (bijvoorbeeld een mooie lamp) in voor €50 (excl. BTW) bij een fabrikant en verkoopt het voor €90 (excl. BTW) aan een eindklant. 

Bij inkoop bij de fabriek betaalt de handelaar (gewoon) BTW over de inkoopprijs en ook de eindklant betaalt BTW over €90. 

Vraag: Wat draagt de handelaar uiteindelijk echt af (netto) aan de fiscus (de Belastingdienst)?

Slide 7 - Tekstslide

BTW aanvullend
€50 x 1,21 = €60,50 betaalt hij aan de fabrikant bij inkoop van de lamp.
€10,50 hiervan is dus BTW (€60,50 - €50) 

De eindklant die de lamp koopt, betaalt: €90 x 1,21 = €108,90
€18,90 is BTW (€108,90 - €90)

Omdat hij zelf al €10,50 BTW betaald heeft, mag hij deze in mindering brengen op wat hij geïnd heeft toen de eindklant betaald heeft (de handelaar diende eigenlijk als inner van de belastingen namens de staat). Blijft over €18,90 - €10,50 = €8,40

Laat €8,40 nou net 21% zijn van €40 (de waarde die hij 'toevoegt', nl. van €50 naar €90) 

Slide 8 - Tekstslide

BTW aanvullend
In het economische verkeer voegde de handelaar waarde toe aan de lamp van €40 (van €50 naar €90). In werkelijkheid heeft hij natuurlijk niet zo veel gedaan aan het product zelf (helemaal niets in dit geval), maar de waarde (in het economische verkeer!) is wel gestegen van €50 naar €90. 

Daar dient de BTW voor: het belasten van de toegevoegde waarde in het economische verkeer.

BTW: Belasting op de Toegevoegd Waarde

Slide 9 - Tekstslide

Stijging / daling
Het BBP van een land is gestegen met 4% en is nu €1.000 miljard. Hoeveel was het vorig jaar? 

Slide 10 - Tekstslide

Stijging / daling
€1.000 miljard / 1,04 ≈ €961,54 miljard 

Of: 

€1.000 miljard is 104%, nu van 104% naar 100%, dit kan door te delen door 104 en dan te vermenigvuldigen met 100 (104/100 is weer gelijk aan 1,04)

Een tabel maken kan ook.

Slide 11 - Tekstslide

Stijging / daling
Het BBP van een land is met 2% gedaald van het vorige jaar naar dit jaar en is nu €1.000 miljard. Hoeveel was het BBP vorig jaar? 


Slide 12 - Tekstslide

Stijging / daling
Vorig jaar was het 100%, nu 98%, dus een manier:

€1.000 miljard / 98 x 100 ≈ €1.020,41 miljard

Of: 

€1.000 miljard / 0,98, want: (BBP vorig jaar) x 0,98 = (BBP dit jaar) 

Dan geldt dus ook: (BBP vorig jaar) = (BBP dit jaar) / 0,98

Ook hier kan een tabel voor het overzicht of als je dat fijner vindt. 

Slide 13 - Tekstslide

Wat nu?
- Sommen Rekenen met procenten afmaken als je dat nog niet af had
- Vragen of moeilijkheden? Stel ze
- Zelf verder werken (klaar = rustig iets voor jezelf)

- Volgende keer beginnen we in Pincode dus meenemen!

Slide 14 - Tekstslide