Drills deel 1 Inboedel en opstalverzekering

Programma voor vandaag:
- Opdrachten VRKI bespreken 
- Zelf lezen Kale Brand / UGV / UGV + en all risk (hoofdstuk 3)
- Via LessonUp een aantal vragen beantwoorden
- Tijd over? opgaves reisverzekering bespreken. 

Donderdag Vanaf kwart over 1 - kwart voor 3 oefenen aan de hand van een 
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
Economie

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

Programma voor vandaag:
- Opdrachten VRKI bespreken 
- Zelf lezen Kale Brand / UGV / UGV + en all risk (hoofdstuk 3)
- Via LessonUp een aantal vragen beantwoorden
- Tijd over? opgaves reisverzekering bespreken. 

Donderdag Vanaf kwart over 1 - kwart voor 3 oefenen aan de hand van een 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Deur- en raamsloten worden voorzien van inbraakwerende cilinders. Waarvan is dit een voorbeeld?
A
bouwkundige preventiemaatregelen
B
elektronische preventiemaatregelen
C
organisatorische preventiemaatregelen

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Arthur de Vries heeft de inboedelwaardemeter van verzekeraar X ingevuld. Op basis hiervan blijkt dat Arthurs inboedel een verzekerd bedrag van € 55.000,- heeft. Arthur neemt contact op met zijn verzekeringsadviseur. Arhur vindt dit te hoog; hij kiest voor een verzekerde som van € 40.000,-.
Zijn verzekeringsadviseur maakt een voorbeeldberekening; hij legt uit welk bedrag Arthur krijgt uitgekeerd als blijkt dat de werkelijke waarde van zijn geïndexeerde inboedelverzekering met uitgebreide gevarendekking € 60.000,- bedraagt.
Welk bedrag zou Arthur bij een schade van € 12.000,- uitgekeerd krijgen volgens de voorbeeldberekening van de adviseur?

Slide 3 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke hieronder genoemde maatregel is een voorbeeld van een organisatorische preventiemaatregel?
A
het aanbrengen van een vonkenvanger
B
het aanbrengen van een inbraakbeveiliging
C
het maken van een afspraak over het afsluiten van ramen en deuren

Slide 4 - Quizvraag

Organisatorische maatregelen (O)
Voorbeelden van organisatorische maatregelen zijn: het uit zicht halen van waardevolle zaken, het wegnemen van opklimmogelijkheden en het plannen van onderhoud voor technische preventie.
Wanneer kan op de inboedelverzekering een beperkte dekking gelden?
A
als inboedel in verband met een verhuizing tijdelijk wordt gestald in een opslagruimte
B
als inboedel in verband met een verhuizing tijdelijk wordt gestald in een opslagruim
C
als de verzekering is afgesloten voor de inboedel van een tweede woning
D
als de verzekering is afgesloten voor de inboedel van een tweede woning

Slide 5 - Quizvraag

Met zaken die ‘tot de huishouding’ behoren bedoelen we de roerende zaken die zich bevinden in de woning (dus op het risicoadres) van de verzekeringnemer. Het maakt dus niet uit of het een twééde woning is waarvoor de verzekering is afgesloten. Het moet wel gaan om de bezittingen van de verzekeringnemer zelf of van andere verzekerden zoals gezinsleden. Tot de woning rekenen we ook garages en bijgebouwen als tuinhuisjes.
Ook in specifieke situaties kunnen beperkte voorwaarden gelden:
tijdens het (tijdelijk) elders stallen van inboedel;
tijdens een verbouwing aan de woning;
tijdens een verhuizing; en/of
tijdens het (tijdelijk) verhuren van de woning.
Bij het strijken veroorzaakt Edward schroeischade aan zijn overhemd. Deze schade kan onder een verzekering voor inboedel gedekt zijn.

Welke polisvoorwaarden moeten dan van toepassing zijn?
A
Kale Brand
B
UGV +
C
UGV

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een acceptant van woonverzekeringen bij een verzekeringsmaatschappij beoordeelt onder andere de materiële risicofactoren.

Wat valt onder de materiële risicofactoren bij acceptatie van een opstalverzekering?
A
Het schadeverleden van de verzekeringnemer.
B
De aanwezigheid van attractieve zaken in de woning.
C
De aanwezigheid van attractieve zaken in de woning.

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Voor de verzekering van inboedels is Nederland onderverdeeld in steden- en gebiedsregio's.

Waarin komt deze onderverdeling tot uiting?
A
In het tarief en de voorwaarden.
B
Alleen in de voorwaarden.
C
Alleen in het tarief.

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Niels en Jos hebben samen een appartement gekocht. De woonhuisverzekering komt ter sprake. Er is een Vereniging van Eigenaren voor het pas opgeleverde appartementencomplex. Aan alle wettelijke vereisten is voldaan.

Wat is in dit verband juist?
A
Ze zijn wettelijk verplicht toe te treden tot de Vereniging . Elke appartementsgerechtigde moet afzonderlijk een woonhuisverzekering sluiten. De vereniging zorgt alleen voor de verzekering van de gemeenschappelijke delen van het gebouw, zoals het dak en de liftinstallatie.
B
Niels en Jos kunnen vrijwillig lid worden van de Vereniging van Eigenaren. Zij kunnen dan profiteren van de door de Vereniging van Eigenaren gesloten collectieve verzekeringen.
C
Niels en Jos zijn wettelijk verplicht toe te treden tot de Vereniging van Eigenaren. Het appartementencomplex moet door de Vereniging van Eigenaren verzekerd worden

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Emma de Klein gaat op vakantie en laat haar koffiezetapparaat per ongeluk aan staan. De thermostaat van het apparaat functioneert gebrekkig en er ontstaat een brand in haar huis. De schade bedraagt € 50.000,-. Emma heeft een UGV-opstalpolis.

Valt de brandschade onder de dekking van de inboedelverzekering?
A
Ja, de verzekeraar vergoedt de schade volledig, tenzij er sprake is van onderverzekering.
B
Nee, de verzekeraar vergoedt de schade niet. Emma heeft onzorgvuldig gehandeld.
C
Ja, de verzekeraar vergoedt de schade gedeeltelijk. Het koffiezetapparaat zelf wordt niet vergoed.

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke waterschade valt onder de dekking van een uitgebreide gevarenverzekering voor woonhuizen?
A
Schade als gevolg van langdurige regenval waardoor de muren zijn 'doorgeslagen'.
B
Schade door het onvoorzien stukvriezen van de waterleiding.
C
Schade door grondwater.

Slide 11 - Quizvraag

Dit antwoord is juist.
Het moet natuurlijk wel om een onvoorzien voorval gaan. Als verzekeringnemer van tevoren weet of kan weten dat het gaat vriezen, is de schade niet gedekt. Dan had hij maatregelen kunnen nemen (aftappen leidingen) om bevriezing te voorkomen.
Petra Stalman heeft een huurappartement. Zij heeft op eigen kosten een nieuwe badkamer laten installeren.

Voor haar inboedel en badkamer heeft zij een uitgebreide gevarenverzekering afgesloten. Door een spontane breuk van een waterleiding is ernstige schade in de badkamer en het onderliggende plafond ontstaan. Een deel van de betegelde muur moet worden opengehakt om het lek te dichten. De herstelkosten van de schade in de badkamer bedragen € 2.000,-.

Zijn deze kosten gedekt op haar inboedelverzekering?
A
Alleen de schade aan het plafond.
B
Nee, want een badkamer maakt deel uit van het woonhuis en niet van de inboedel.
C
Ja, alle kosten zijn meeverzekerd.

Slide 12 - Quizvraag

De uitgebreide gevarenverzekering dekt niet alle kosten. Het is zelfs de vraag of de extra uitgebreide gevarenverzekering alle kosten dekt.
Uit een goed afgesloten auto, die voor de woning van verzekerde geparkeerd staat, worden wat kledingstukken gestolen. Er zijn sporen van braak aan de auto.

Is deze schade gedekt onder een inboedelverzekering op uitgebreide condities en waarom wel/niet?
A
Nee, omdat inboedel buiten de eigen woning niet tegen diefstal is gedekt.
B
Ja, tot maximaal € 250,-, omdat er voor diefstal uit auto's altijd een beperkte dekking geldt.
C
Ja, tot maximaal € 250,-, tenzij verzekerde in een van de grote steden woont omdat dan ook een eigen risico voor diefstalschade geldt van € 250,-.

Slide 13 - Quizvraag

Als het gaat om inboedel die zich in een ander permanent bewoond pand binnen Nederland bevindt, dan loopt de verzekeringsdekking in de regel volledig door. Ook buiten de woning is sprake van een (beperkte) dekking.

A

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies