In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 80 min
Onderdelen in deze les
De beschouwing
De beschouwing
Slide 1 - Tekstslide
Beschouwing?
Slide 2 - Tekstslide
We gaan nu 15 minuten lezen
timer
15:00
Slide 3 - Tekstslide
Deze periode
Toets beschouwing Toets beschouwing (BT x 14).
Stelling verdedigen (PTA x 10, BT x 8). Herkansbaar.
Podcast gelezen moderne roman periode 2
Verwerkingsopdracht gelezen moderne roman periode 3
Slide 4 - Tekstslide
Verwerkingsopdracht 'Podcast' gelezen boek periode 2
Voor in je portfolio.
(eind van het jaar is je portfolio compleet. Je portfolio wordt gezien als handelingsdeel en moet voldoende zijn!)
Inleveren 11 februari!
Slide 5 - Tekstslide
Wat weet je van een beschouwing?
Slide 6 - Woordweb
Theorie beschouwing
Beschouwing = lezer laten nadenken over een bepaalde kwestie
Wat moet je doen:
uitleggen waarom iets een probleem is
verschillende verklaringen/oorzaken voor het probleem
verschillende oplossingen voor het probleem
de voor- en nadelen van de voorgestelde oplossingen
verschillende meningen van deskundigen
Slide 7 - Tekstslide
Verschil betoog?
Wat is het verschil met een betoog? -> in een betoog probeer je de lezer te overtuigen van jouw mening, in een beschouwing mag de lezer zelf een oordeel vellen aan de hand van verschillende meningen.
Slide 8 - Tekstslide
Overeenkomsten betoog?
Wat is wel hetzelfde?
Opbouw: inleiding, middenstuk, slot
Inleiding: beginnen met aandachttrekker, onderwerp introduceren, hoofdvraag (ipv standpunt)
middenstuk: per mening/voor- of nadeel/oplossing een alinea
Slot: korte samenvatting, hoofdvraag herhalen
Slide 9 - Tekstslide
Geschikte tekststructuren
voor- en nadelenstructuur
In de inleiding introduceer je de kwestie en stel je een vraag of poneer je een stelling. In het middenstuk beschrijf je de voor- en nadelen van de vraag/stelling en in het slot is er een afweging en conclusie. Let op dat de voor- en nadelen in evenwicht zijn!
2
probleem-oplossingsstructuur
In de inleiding bespreek je het probleem. In het middenstuk bespreek je de gevolgen (waardoor is het een probleem?), de oorzaken van het probleem en mogelijke oplossingen. In het slot geef je een korte samenvatting of afweging. Als je een betoog schrijft, bespreek je in het slot de beste oplossing. In een beschouwing doe je dat niet, omdat je dan teveel één kant op gaat.
1
verklaringsstructuur
In de inleiding bespreek je een bepaald verschijnsel. In het middenstuk geef je kenmerken, voorbeelden, verklaringen, oorzaken en/of redenen voor het verschijnsel. In het slot geef je een samenvatting of conclusie. Bij deze tekststructuur is het belangrijk dat je verschillende experts aan het woord laat.
3
Slide 10 - Tekstslide
Lees tekst ' Beschouwing Victoria's secret' in de classroom.
Nadat je de tekst hebt gelezen moet je een vraag bedenken die gaat over het gelezen artikel die jij interessant vindt en waarvan jij benieuwd bent wat de andere leerlingen hier op zullen antwoorden....
timer
10:00
Slide 11 - Tekstslide
Bedenk een vraag bij deze tekst die jij interessant vindt en waarvan jij benieuwd bent wat de andere leerlingen er op zullen antwoorden.
Slide 12 - Open vraag
Welke aandachtstrekker wordt in de inleiding gebruikt?
A
naar een actuele gebeurtenis verwijzen
B
kort de voorgeschiedenis beschrijven
C
een aantrekkelijk voorbeeld geven
D
Een anekdote
Slide 13 - Quizvraag
Wat is de hoofdvraag van deze tekst?
Slide 14 - Open vraag
Welke structuur heeft de tekst?
A
Probleem-oplossingsstructuur
B
aspectenstructuur
C
Voor- en nadelenstructuur
D
Vraag-antwoordstructuur
Slide 15 - Quizvraag
Waaraan kun je zien dat de tekst een beschouwing is?
Slide 16 - Woordweb
www.cambiumned.nl
Slide 17 - Link
De beschouwing
Slide 18 - Tekstslide
Huiswerk
Bedenk een onderwerp waar jij je beschouwing over wil gaan schrijven.
De volgende les maak je een bouwplan over dit onderwerp en zoek je bronnen bij jouw gekozen onderwerp.