Een woord dat meerdere betekenissen heeft. In gedichten wordt er vaak gebruik van gemaakt.
Je gezicht
is je eigen weerbericht
als je in de spiegel kijkt
kun je je eigen bui al zien hangen
klassikale vraag:
welke dubbele betekenis zie je? Leg uit.
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Aantekening 3
beeldspraak/vergelijking
praten met beelden. De dichter gebruikt een beeld om iets uit te leggen: je bent (als) de zon in mijn leven
personificatie
Een menselijke eigenschap geven aan dingen: de bomen fluisteren zachtjes in mijn oor
metafoor
Je vergelijkt iets, maar je noemt alleen de vergelijking:
wat een zwijnenstal is het hier
Slide 11 - Tekstslide
Welke twee betekenissen kan het homoniem 'schept' in de 3e strofe hebben?
woord met meerdere betekenissen
Slide 12 - Open vraag
Er is een woord dat 3x rijmt. Welk woord is dat?
Slide 13 - Open vraag
Aantekening 3
alliteratie beginrijm
Als woorden die bij elkaar staan met dezelfde klank beginnen:
Heerlijk helder Heineken
assonantie klankrijm
Woorden met dezelfde klank in de buurt van elkaar:
slappe - platte
vroege - coole
eindrijm
het laatste woord van een regel rijmt op het laatste woord van een volgende regel:
ik heb een ochtendhumeur
mijn moeder zegt dat ik zeur
Slide 14 - Tekstslide
Bekijk de volgende video
Let op de klanken...
hoor je hoe er gebruik gemaakt wordt van
beginrijm
assonantie
eindrijm
?
Wat is het effect?
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Video
Lees dit gedicht en noem drie voorbeelden van: alliteratie
Slide 17 - Open vraag
Noem een voorbeeld van: assonantie
Slide 18 - Open vraag
Noem drie voorbeelden van: eindrijm
Slide 19 - Open vraag
Slide 20 - Tekstslide
les 2
welke dubbele betekenis zien je in de laatste strofe?
Slide 21 - Tekstslide
Aantekening 4
enjambement
De dichter bepaalt waar de regel wordt afgebroken. Het einde van de regel valt soms niet samen met een natuurlijke pauze in de zin of met het einde van de zin.
Gevolg: nadruk, verrassing, op het verkeerde been, dubbele betekenis
ik heb nog nooit een boek gelezen
met als hoofdpersoon een dier
Slide 22 - Tekstslide
Leg uit dat je door het enjambement op het verkeerde been wordt gezet.
Slide 23 - Open vraag
Aantekening 4
metrum- ritme
de regelmatige afwisseling van sterker en zwakker beklemtoonde (of onbeklemtoonde) lettergrepen. Traditionele poëzie is bijna altijd metrisch, moderne (vrije) poëzie meestal niet. Wanneer je een versregel hardop leest, wordt snel duidelijk welke lettergrepen beklemtoond zijn.
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Video
Aantekening 5
ironie
Ergens mee spotten, bijvoorbeeld door het tegenovergestelde te zeggen of te overdrijven.
parodie
Iets belachelijk maken door het na te doen.
Open je boek op pag. 136
We lezen én bespreken
ze samen
Slide 26 - Tekstslide
Toegift
Synoniemenrap
van Osdorp Posse
Origineel Amsterdams
Slide 27 - Tekstslide
les 3
Slide 28 - Tekstslide
kennisquiz
NOG AFMAKEN
Slide 29 - Tekstslide
Een verhaal in romanvorm
A
poëzie
B
proza
C
drama
D
literatuur
Slide 30 - Quizvraag
ironie
A
iets belachelijk maken
B
iets bespotten
Slide 31 - Quizvraag
een strofe van 4 regels
A
distichon
B
terzine
C
kwartet
D
kwatrijn
Slide 32 - Quizvraag
a-b-b-a
A
gekruist rijm
B
omarmend rijm
Slide 33 - Quizvraag
de wolken schoven boven ons voorbij
A
aliterratie
B
assonantie
Slide 34 - Quizvraag
een gedicht bestaat uit meerdere zinnen die soms rijmen