In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.
Onderdelen in deze les
Hoofdstuk 3
Signaalwoorden en tekstverbanden
Herhaling
Slide 1 - Tekstslide
Uitspraak-opsomming
Mogelijke signaalwoorden: ook, verder, bovendien, nog, daarnaast, niet alleen … maar ook, ten eerste, ten tweede, enz.
Voorbeeld: In pretpark Walibi zijn vele achtbanen. Verder is er een grote glijbaan en ook een draaimolen.
Signaalwoord(en): verder, en ook
Uitspraak: In pretpark Walibi zijn vele achtbanen.
Opsomming: er is een grote glijbaan en ook een draaimolen
Slide 2 - Tekstslide
Uitspraak-tegenstelling
Mogelijke signaalwoorden: maar, daarentegen, echter, integendeel, enerzijds … anderzijds, daar staat tegenover.
Voorbeeld: Celien houdt niet van pretparken, maar haar broer Sam is er verzot op.
Signaalwoord: maar
Uitspraak: Celien houdt niet van pretparken
Tegenstelling: haar broer Sam is er verzot op
Slide 3 - Tekstslide
Uitspraak-voorbeeld
Mogelijke signaalwoorden: bijvoorbeeld, al voorbeeld, zoals, zo.
Voorbeeld: In veel ronddraaiende attracties worden mensen misselijk. Sam bijvoorbeeld heeft daar veel last van.
Signaalwoord: bijvoorbeeld
Uitspraak: In veel ronddraaiende attracties worden mensen misselijk.
Voorbeeld: Sam heeft daar veel last van.
Slide 4 - Tekstslide
Leer de signaalwoorden per soort verband uit je hoofd!
Ga in de tekst op zoek naar dergelijke signaalwoorden (op de toets wordt je gestuurd naar welk soort verband je moet zoeken)
Noteer dit signaalwoord.
Kijk welke twee zinsdelen of zinnen dit signaalwoord verbindt.
Welke uitspraak wordt er gedaan? (meestal staat deze uitspraak voor het signaalwoord (hoeft niet per se direct voor het signaalwoord te zijn!!))
Wat is vervolgens het voorbeeld/de tegenstelling/de opsomming?
Lezen: signaalwoorden - Hoe moet je dit aanpakken?
Slide 5 - Tekstslide
Signaalwoord
Geen signaalwoord
ook
aan
word
zo
dus
slecht
Slide 6 - Sleepvraag
Tekstverband = uitleg
Tekstverband = opsomming
Tekstverband = tegenstelling
ook
bijvoorbeeld
zo
maar
Slide 7 - Sleepvraag
Veel woestijndieren jagen ’s nachts, als het koeler is. Maar in het donker is het lastiger je te oriënteren. Daar heeft de Amerikaanse diamantratelslang iets op gevonden. In de groeven in de snuit van deze slang zitten zintuigcellen die gevoelig zijn voor infraroodstraling. Zo kan deze slang de warmte registreren die muizen en andere kleine knaagdieren uitzenden.
In dit stukje tekst staat een signaalwoord van het verband uitspraak-voorbeeld. Wat is het signaalwoord?
Slide 8 - Open vraag
Ook andere slangen voelen warmte aan. Bij ratelslangen is het zintuig echter zo goed ontwikkeld dat ze temperatuurverschillen tot op 0,1 graad Celsius nauwkeurig nog weten te onderscheiden. De informatie van het warmtezintuig wordt in hetzelfde deel van de hersenen verwerkt als de input van de ogen, dus je zou kunnen zeggen dat de ratelslang ‘ziet’ met zijn neus.
In dit stukje tekst staat een signaalwoord van het verband uitspraak-tegenstelling. Wat is het signaalwoord?
Slide 9 - Open vraag
Profiteer maximaal van je lidmaatschap op de ANWB en volg ons op Instagram. We geven je niet alleen de leukste (geheime!) tips voor de mooiste plekjes in Nederland en over de grens. Ook rij je geregeld mee met de Wegenwacht om te kijken welke pechvogels zij uit de brand helpen.
Welk tekstverband herken je tussen de tweede en derde zin?
A
toelichting
B
opsomming
C
reden
D
samenvatting
Slide 10 - Quizvraag
Het Lheebroekerzand is een onbekend stukje van het Dwingelderveld in Drenthe. Het is een afwisselend gebied, met jeneverbesbosjes (de grootste aaneengesloten van Nederland), stuifzand, en pingoruïne (restant van een heuvel uit de laatste ijstijd), bos en heide. Je kunt er bijzondere soorten tegenkomen zoals de kraaiheide.
Welk tekstverband herken je in de laatste zin?
A
chronologisch
B
tegenstelling
C
opsomming
D
voorbeeld
Slide 11 - Quizvraag
Hoofdstuk 5
Signaalwoorden en tekstverbanden
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Video
Oorzaak - Gevolg
Celien heeft erg lang in de draaimolen gezeten (oorzaak). Hierdoor is ze een beetje misselijk geworden (gevolg).
Slide 14 - Tekstslide
Zoek op het internet of je boek drie signaalwoorden voor oorzaak/gevolg.
Slide 15 - Open vraag
Slide 16 - Video
Uitspraak - Vergelijking
Sam vindt achtbanen heerlijk! (uitspraak).
Hij vindt dat net zoiets als vliegen.
(vergelijking)
Slide 17 - Tekstslide
Zoek op het internet of je boek drie signaalwoorden voor een vergelijking.
Slide 18 - Open vraag
Slide 19 - Video
Reden
Meneer De Vries zal Oleg nooit nadoen, (waarom?)
want hij heeft enorme hoogtevrees. (daarom!)
Slide 20 - Tekstslide
Zoek op het internet of je boek drie signaalwoorden voor een reden.
Slide 21 - Open vraag
Slide 22 - Video
Doel - Middel
Om niet uit de achtbaan te vallen, (doel)
werden de knuffelberen stevig vastgeketend. (middel)
Slide 23 - Tekstslide
Zoek op het internet of je boek drie signaalwoorden voor doel/middel.
Slide 24 - Open vraag
oorzaak-gevolg
doel-middel
uitspraak-vergelijking
reden
net als
met de bedoeling
omdat
daarom
alsof
opdat
waarmee
immers
evenzeer
dientengevolge
doordat
waardoor
Slide 25 - Sleepvraag
Ik heb besloten om vanmiddag naar de kapper te gaan, omdat ik mijn haren nu echt te lang vind.
A
oorzaak - gevolg
B
uitspraak - vergelijking
C
reden
D
doel - middel
Slide 26 - Quizvraag
Om met dit warme weer niet van haar stokje te gaan, nam Nilaja voldoende drinken mee naar school.
A
oorzaak - gevolg
B
uitspraak - vergelijking
C
reden
D
doel - middel
Slide 27 - Quizvraag
Luca is vastberaden een goed cijfer te halen met behulp van deze LessonUp.
A
oorzaak - gevolg
B
uitspraak - vergelijking
C
uitspraak - reden
D
doel - middel
Slide 28 - Quizvraag
Piet at nogal veel taart, met een flinke misselijkheid als gevolg.
A
oorzaak - gevolg
B
uitspraak - vergelijking
C
uitspraak - reden
D
doel - middel
Slide 29 - Quizvraag
Mijn buurvrouw wil zoveel mogelijk geld ophalen met de bedoeling dit te schenken aan de dierenambulance.
A
oorzaak - gevolg
B
uitspraak - vergelijking
C
uitspraak - reden
D
doel - middel
Slide 30 - Quizvraag
Op school zijn de regels dit jaar niet veranderd. Dit in tegenstelling tot de school van mijn zus, waar de corona-regels strenger zijn geworden.
A
oorzaak - gevolg
B
uitspraak - vergelijking
C
uitspraak - reden
D
doel - middel
Slide 31 - Quizvraag
Omdat het buiten regende, is mijn broek nat geworden.
A
oorzaak - gevolg
B
uitspraak - vergelijking
C
uitspraak - reden
D
doel - middel
Slide 32 - Quizvraag
Maak nu zelfstandig een zin met een uitspraak-vergelijking.
Slide 33 - Open vraag
Maak nu zelfstandig een zin met een reden.
Slide 34 - Open vraag
Op de volgende slide
Op de volgende slide staat een YouTubefilmpje waarin de signaalwoorden de alineaverbanden nogmaals worden uitgelegd.
LET OP! Je hoeft alle verbanden, die in het filmpje worden genoemd, nog niet te kennen. Deze moet je kennen: