2M - 7.5 les 1 week 8 (2 maart)
Een figuur wordt vergroot naar een ander figuur. Leg uit wat er met de afmetingen gebeurt als de factor kleiner is dan 1.
1 / 16
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Een figuur wordt vergroot naar een ander figuur. Leg uit wat er met de afmetingen gebeurt als de factor kleiner is dan 1.
Slide 1 - Open vraag
Figuur A: 7 cm breed.
Figuur B: 11,9 cm breed.
Figuur A -----> Figuur B.
Wat is de factor?
Figuur B: 11,9 cm breed.
Figuur A -----> Figuur B.
Wat is de factor?
Slide 2 - Open vraag
Figuur A: 7 cm breed.
Figuur B: 11,9 cm breed.
Figuur B -----> Figuur A
Wat is de factor? Rond af op één decimaal.
Figuur B: 11,9 cm breed.
Figuur B -----> Figuur A
Wat is de factor? Rond af op één decimaal.
Slide 3 - Open vraag
Oppervlakte figuur A is 25 en wordt vergroot met factor 3. Wat is de nieuwe oppervlakte? Geef alleen het getal als antwoord.
Slide 4 - Open vraag
Omtrek figuur A is 18 cm en wordt vergroot met factor 3. Wat is de nieuwe omtrek? Geef alleen het getal als antwoord.
Slide 5 - Open vraag
Een schaal is bijvoorbeeld 1 : 15
Wat is hier de factor?
Wat is hier de factor?
Slide 6 - Open vraag
Een tekening is 5 cm breed. De werkelijkheid is 205 cm breed. Wat is de schaal? Gebruik geen spaties in je antwoord.
Slide 7 - Open vraag
Een tekening is 3,5 cm breed en de schaal bij de tekening is
1 : 68. Hoeveel cm is de werkelijkheid?
1 : 68. Hoeveel cm is de werkelijkheid?
Slide 8 - Open vraag
Zou je meer uitleg willen hebben over H6? (vergroten, factor, schaal, omtrek, oppervlakte). Zo ja, waarover dan? Je krijgt sowieso een oefentoets.
Slide 9 - Open vraag
Is PR een rechthoekszijde of een langste zijde? Leg uit waarom.
Slide 10 - Open vraag
Bereken de lengte van PR. Rond af op twee decimalen
Slide 11 - Open vraag
Leg uit hoe je deze getallen in het schema van Pythagoras zou invullen.
Slide 12 - Open vraag
Bereken de lengte van QR. Rond af op één decimaal.
